Ga toch niet aan Uw knecht voorbij

 

 

 

 

 

Heere! al mijn begeerte [noot] ligt voor U open; en mijn zuchten is voor U niet verborgen. Psalm 38 : 10.

Is dat een boodschap om blij te zijn of om te schrikken, dat al onze begeerte voor God is? Onze begeerte. dat is toch de bezorgdheid en de lust, waardoor we allen voortgedreven worden, de hartstocht van onze zinnen en van ons denken, en de ondoorgrondelijke drang van ons hart, dien we zelf zoo weinig begrijpen. Al onze begeerte: ook de moordzuchtige, de ontuchtige, de diefachtige, ook de godslastering en de godloochening, die ergens in de verborgen diepten van ons leven wonen en in ’t verborgen of ook openlijk vaak genoeg voor den dag komen. Al onze begeerte: ook de donkere driften, die de menschelijke samenleving in het verborgen leiden en altijd weer tot zooveel onrecht en onheil brengen, en waardoor de enkeling, doordat hij zelf er aan meedoet, zich laat voortdrijven. Al onze begeerte. ook de groote onoprechtheid en verkeerdheid, die in de Christelijke Kerk aanwezig is en waarvoor ieder lid afzonderlijk medeverantwoordelijk is. Al deze onze begeerte is vóór den Heere! Hij weet alles, en kent ons heel nauwkeurig.  En Hij   oordeelt  ons  voor tijd  en eeuwigheid, zooals het rechtvaardig is. Is dat geen boodschap om van te schrikken? Wie zal dan bestaan? Wie kan dan iets anders dan den dood verwachten? Deze vraag moet gesteld en onbeantwoord blijven, wanneer we dat andere, dat zalige mysterie ook nog willen aanraken: Mijn zuchten is voor U niet verborgen! Is er niet achter al onze begeerte, en deze overtreffend, ook nog dat andere: het zuchten? Als wij oprecht en sterk zuchten, dan beteekent dat, dat wij toch tegen den storm der begeerte om onszelf verdriet hebben; dat wij onszelf tenslotte toch tegenstaan in onze begeerte; dat we zoo graag verlost zouden willen zijn van onszelf in deze gesteldheid. Er is ook een zuchten, dat door de heele samenleving en door de gansche Christelijke Kerk heengaat als een groot heimwee, dat een mensch doet huiveren. —

Dat ook dit zuchten den Heere niet verborgen is, dat is de blijde boodschap! Als ons iets kan redden, dan kan het dit zuchten zijn. Het kan de Heilige Geest Gods zijn, die in zulk. zuchten tot ons gekomen is. Het kan zijn, dat God in zulk zuchten het zuchten van Zijn eigen, lieven Zoon herkent, die in Zijn stervensnood den vloek van al onze begeerte op Zich genomen en gedragen heeft. Het kan zijn. Laten wij echter niet alleen zuchten, maar laten wij bidden! Als wij op de juiste wijze bidden, dan i s het zoo, en dan is ook dat eerste, dat al onze begeerte vóór Hem is, in zijn diepen ernst niet een verschrikkelijke, maar een blijde boodschap.

Heere, onze God! Wij vragen U, of Gij de muren tegen onszelf sterk wilt maken. Wilt Gij ons verlichten, veranderen, besturen! Wij weten: alles hangt hiervan af, dat wij voor U rechtvaardig zijn. En wij weten: Alles hangt hiervan af, dat Gij Zelf voor ons tusschenbeide treedt. Uw woord zal ons gezond maken! Amen.

 

Pagina's: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21