Een heel andere God

TER INLEIDING

In dit boekje probeer ik in kort bestek een beeld te geven van het levenswerk van Karl Barth. Deze wordt algemeen beschouwd als de belangrijkste theoloog van de twintigste eeuw. En belangrijk is hij inderdaad. Maar dat niet in algemene zin, als coryfee van ‘onze’ cultuur. Zijn grote ontdekking was hoezeer de God, waar het in de theologie om gaat, met die cultuur in strijd is. Een cultuur, die prat gaat op haar humaniteit, zichzelf verstaat als de bakermat van vrijheid en democratie, kortom: als de beschaafde wereld. Maar Barth deed de pijnlijke ervaring op dat juist deze cultuur het toneel werd van een wereldoorlog, waarin naties elkaar te vuur en te zwaard bestreden en dat deden in de naam van God. In die onmogelijke situatie vond hij de weg terug naar de ‘heel andere’ God van de bijbel. De God, die haaks staat op de wereld die is, en ons richt op de wereld die komt. Een wereld waarin de heerschappij voorbij, een maatschappij (van maten, makkers, zusters en broeders) een feit zal zijn.

Barths theologie is bijbels en christelijk. Bijbels: alleen in de bijbel is deze ‘heel andere’ God te beluisteren. Christelijk: naar het bijbels getuigenis heeft deze ‘heel andere’ God zich geopenbaard in Jezus Christus, zijn eerste en laatste woord, de vervulling van de verwachting, waar de bijbelse schriftuur vol van is, de heilzame wending in de verder zo onheilspellende wereldgeschiedenis. En Barths theologie is kerkelijk (zijn grote werk heet: Kirchliche Dogmatik). Maar dat wil zeggen: erop gericht de kerk, of, zoals hij later liever zegt: de gemeente ertoe bewegen in de bevrijdingsgeschiedenis van deze God mee te gaan. Met Hem op weg naar het Rijk van de vrijheid voor allen.

Een groot man dus, met een indrukwekkende productie. Zijn verzameld werk, de zogenaamde Karl Barth Gesamtausgabe, dat sinds 1971 bezig is te verschijnen en nog bij lange na niet af is, telt al 35 forse delen. En daar zit de Kirchliche Dogmatiek (13 banden) nog niet eens bij. Het doet, denk ik, aan die grootheid niets af dat ook anderen het hunne aan zo’n levenswerk hebben bijgedragen. Of in het geval van Barth meer speciaal: het hare. Want met name de Kirchliche Dogmatik is ondenkbaar zonder Barths Mitarbeiterin Charlotte von Kirschbaum (18991975). Zoals Barth in 1950 schreef in het woord vooraf bij deel III/3 van deze dogmatiek.


Zij heeft in dienst van het doorlopend ontstaan
van dit werk haar leven en kracht niet minder
ingezet dan ikzelf. Zonder haar medewerking zou
het niet dag voor dag vooruitkomen en wist ik niet
hoe het in de toekomst… verder zou kunnen gaan.
Ik weet wat het betekent een hulp te hebben.

Daarom moet haar naam hier worden genoemd. Zodat de lezer deze naam in de theologie van Barth meehoort!

Dit boekje wil niet meer zijn dan een allereerste inleiding. Wie van het leven en werk van Barth meer wil weten, ver wijs ik naar de prachtige biografie van Eberhard Busch: Karl Barth lebenslauf, ook in het Nederlands verschenen: Karl Barth: aan de hand van zijn brieven en autobiografische teksten, (Callenbach, Nijkerk 1978). En wie iets van Barth zelf wil gaan lezen kan ik de Nederlandse vertaling van zijn Einfürung in die evangelischen Theologie aanbevelen: Wat is evangelische theologie? De zwanenzang van Karl Barth, (Kok, Kampen 1999).

Maar ook in dit boekje komt Barth zelf aan het woord. Hij wordt veelvuldig geciteerd (met door mij vertaalde teksten). Achter elk citaat geef ik tussen haakjes met een afkorting aan uit welk werk het citaat stamt. De literatuurlijst die ach terin staat, vermeldt waarop de afkortingen betrekking heb ben. Rest mij de hoop uit te spreken dat het boekje duidelijk maakt dat en waarom de theologie van Barth van belang is.

Pagina's: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12