Korte kennismaking

OVERGANG NAAR EEN ANDER BESTAAN

HUWELIJK EN VERHUIZING NAAR DUITSLAND

In mei 1911 schrijft Barth aan een vriend: ‘Met Pinksteren zal ‘de wereld’ horen, dat ik mij hier verloofd heb met juffrouw Nelly von Hoffmann. (…) Zij is nu 17 3/4 jaar en zij was vorig jaar nog mijn catechisante. Van het begin af aan beviel ze mij (…) Het beroep naar Safenwil heeft tot een beslissing geleid. In het vooruitzicht dat ik weg zou gaan werd het mij helder dat ik van haar houd, ik heb het vervolgens mijn ouders verteld, (…) een blij Ja gekregen en een lieve, prachtige, kleine bruid, met wie ik mij iedere dag dieper en beter verbonden voel.’ ‘(Zij is …) een in geestelijk opzicht tegen mij opgewassen levenspartner, die ik niet voortdurend hoef op te voeden, maar door wie ik mij opgevoed voel (…) gelijkwaardig, op hetzelfde niveau wat levensoriëntatie, gevoel, smaak, tact, emotie en levensinstelling aangaat.’ 1

Nelly Hoffmann breekt haar muziekstudie af. Als au pair brengt ze verscheidende maanden in Engeland door, bij verschillende families. In 1913 trouwen ze. In de volgende jaren worden er vijf kinderen geboren: Francisca (*1914), Markus (*1915), Christoph (*1917), Matthias (*1921-1941), en Hans Jakob (*1925). De opvoeding komt overwegend op Nelly neer. Zij voert samen met één, soms ook twee dienstmeisjes de pastoriehuishouding. Een kleine onderneming, die zij, gezien het tamelijk krappe domineestraktement, maar moet zien klaar te spelen.

Daarbij ondersteunt Nelly haar man in zijn werk als predikant. Zij leidt een ‘Bijbelkring’ en een ‘politieke vrouwenavond’. Zij geeft haar man kritisch commentaar op zijn preken. Wanneer hij er niet is, gaat zij op bezoek in de gemeente en regelt vervanging voor hem.

Wanneer Barth in 1921 als professor in Göttingen benoemd wordt, brengt de verhuizing naar het Duitsland van na de oorlog voor hem en zijn hoogzwangere Nelly zowel nieuwe mogelijkheden als ook risico’s met zich mee:

‘Je kunt je voorstellen hoe de gedachten in mij en in Nelly rondtuimelen. Alle mogelijke beelden zien we voor ons: (…) de verhuizing met plagerijen aan de grens (…), kinderen die niet genoeg melk krijgen, echt beukenblad in mijn pijp, (… ) het meedoen van Markus en Stöffeli [Christoph] aan de volgende oorlog. (…) Verder dan ook: (…) uit de Zwitserse dode hoek (o, wat zal ik nog huilen om mijn rustige Safenwii!), eindelijk publiek met wie een dialectische verhouding mogelijk is, (…) Nelly had het al over een reis naar Noorwegen in de zomer!! (…) Als het allemaal niet doorgaat wat een opluchting! Vaak lijkt het mij een boze droom!’ (Barth aan Thurneysen 1921) 2

Pagina's: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16