Het is onmogelijk de vier dikke banden die Barth in zijn Kirchliche Dogmatik aan de schepping wijdt samen te vatten. Het is alsof hij met het volume al wilde aantonen dat iemand die de natuurlijke theologie verfoeit toch echt wel wat over de schepping kan zeggen. We hebben het geweten. Ik zal in dit artikelLees verder..
Lees meerOp de Drenthse hei Ik kan mij nog keigoed herinneren hoe de kleine David Ellert en Brammert overwon. Brammert met een sprong bij zijn baard pakkend greep hij vlug met de andere hand Ellert in zijn kruis Die miauwde als een gek voordat hij met zijn kop tegen de hunebedden werd geslagen Hetgeen BrammertLees verder..
Lees meerCultureel gewicht, aflevering 23 In 1965 maakte Gerard Reve het volgende, beroemd geworden gedicht: Dagsluiting Eigenlijk geloof ik niets, en twijfel ik aan alles, zelfs aan U. Maar soms, wanneer ik denk dat Gij waarachtig leeft, dan denk ik dat Gij Liefde zijt, en eenzaam, en dat, in zelfde wanhoop, Gij mij zoekt zoalsLees verder..
Lees meer‘Het gaat lang duren.’ (Jeremia 29: 28) De profeet Jeremia zit op de puinhopen van de moederstad Jeruzalem, terwijl de ballingen in Babel verblijven. Hij zingt zijn Klaagliederen. Als hij een beetje uitgehuild is – ‘Och, dat mijn hoofd water ware!’ (9: 1) – gaat hij een brief schrijven aan de ballingen in Babel.Lees verder..
Lees meerIn het klassieke popliedje Eva, dat over dé Eva lijkt te gaan, zingt Boudewijn de Groot na het gebeuren van de val: De vleesboom rijst het water uit en rinkelt met zijn glazen snaren. Er zit in de kristalpilaren een uil die schuine liedjes fluit. Dat is de klassieke interpretatie van de schepping. NietLees verder..
Lees meerI Menig prediker zal in de weken na Pasen zijn stof weer gekozen hebben uit de geschiedenis van de Emmaüsgangers. In dit artikel wil ik een beroemd gedicht van Geerten Gossaert bespreken dat hier op zijn minst een verwijzing naar is, maar ook op een onverwachte manier over de Opgestane spreekt, zoals we zullen zien.Lees verder..
Lees meerVoor Lucebert Hij bukt zich om het gat te graven De witte handen in de zwarte grond De zwarte randen van zijn adem Hebben de stank van rotting ingehaald Hier ligt de tere stengel en de moede knop Hij bukt zich weer, het zijnde nemend Dat sinds de derde dag bestaat Voedend het wezenLees verder..
Lees meerIn dit artikel ga ik in op de verhouding tussen de eigenschappenleer en de triniteitsleer in het fundamentele boek van mijn promotor Jan Muis.[1] Dat lijkt misschien een zuiver technische discussie, maar ik hoop dat blijkt dat het dat niet is. Iedereen die schrijft over de eigenschappen van God, moet zich rekening geven vanLees verder..
Lees meerKaïn was een stad aan het bouwen, en hij noemde de naam van die stad naar de naam van zijn zoon, Henoch. (Gen. 4:17b) Het boek Genesis vertelt van ‘de eerste dingen’. De eerste mens, de eerste zonde, de eerste geboorte, de eerste kunst, en ook de eerste stad. De stad is in dezeLees verder..
Lees meerEén van de schoonste gedichten over ons land vind ik het gedicht ‘Boutade’ van P.A. de Génestet: O land van mest en mist, van vuilen, kouden regen, Doorsijperd stukske grond, vol killen dauw en damp, Vol vuns, onpeilbaar slijk en ondoorwaadbre wegen, Vol jicht en parapluies, vol kiespijn en vol kramp! O saaie brij-moeras,Lees verder..
Lees meer