Karl Barth en de politiek

De werkelijkheid van de wereld

Er zijn altijd lieden geweest die de politieke beslissingen van Barth niet au serieux genomen hebben. Volgens hen gaat het bij Barth om theologische zaken en niet om de werkelijkheid van de wereld. Toch waren deze lieden telkens bijzonder verontwaardigd over de politieke uitlatingen van Barth.   .

Ze hadden geen begrip voor de samenhang van Barth’s theologisch denken en zijn politieke beslissingen. In de bundel opstellen, die aan Barth op zijn tachtigste verjaardag in mei ’66 werd aangeboden, . heeft Hans Ruh over deze samenhang een verhelderend opstel ge­schreven: ‘Weltwirklichkeit und politische Entscheidungen’. Het is de moeite waard, om naar Hans Ruh te luisteren.           .

De vraag om welke het in wezen gaat is de vraag, wat de eigen­lijke werkelijkheid van de wereld en de wereldgeschiedenis is. Om op die vraag antwoord te geven vergelijkt hij Karl Barth en Joseph Hromadka met elkaar.

Sommigen menen, dat Hromadka zich in tegenstelling tot Barth bezondigt aan geschiedenisfilosofie en dus de geschiedenis als een bron van Godsopenbaring beschouwt. Dat is stellig niet het geval. Men moet het verschil tussen hem en Barth ook niet verklaren door er aan te herinneren, dat Barth aan deze en Hromadka aan de ande­re kant van het IJzeren Gordijn woont en werkt.

Het verschil tussen deze twee ligt in de wijze, waarop zij de werke­lijkheid van de wereld beschouwen.

Sprekende over de tegenstelling Oost-West heeft Barth eens gezegd, dat een enkel lied van Paul Gerhardt van groter betekenis is dan wat we in de krant over de tegenstelling tussen Amerika en Rusland lezen. Zo’n uitlating moet wel betekenen, dat Barth de tegenstelling tussen Amerika en Rusland onmogelijk waarderen kan als de wereld-historische werkelijkheid.

De werkelijkheid van deze tegenstelling is voor hem van veel ge­ringer betekenis dan de werkelijkheid, die in een lied van Paul Ger­hardt tot uitdrukking wordt gebracht. De werkelijkheid van de te­genstelling tussen beide wereldmachten wordt dus door hem in sterke mate gerelativeerd. Barth kent een andere werkelijkheid van de wereldgeschiedenis, die voor hem van absolute betekenis is.

Hromadka kan zo niet spreken. Hij vindt de werkelijkheid van de tegenstelling Oost-West van veel groter betekenis dan Barth. Ze verschillen inderdaad wanneer ze antwoord moeten geven op de vraag, wat de werkelijkheid der wereldgeschiedenis is.

Voor Hromadka is het historisch-politieke gebeuren de werkelijk­heid van de wereldgeschiedenis. Uit de aard der zaak weet Hromad­ka ook van de werkelijkheid van de koninklijke heerschappij van Christus over de wereld, de werkelijkheid van het Koninkrijk Gods, maar hij noemt deze werkelijkheid niet de werkelijkheid der wereldgeschiedenis. Dat doet Barth wel.    ,

In 1948 sprak Barth in Amsterdam op de Assemblee van de We­reldraad van Kerken over ‘Die Unordnung der Welt und Gottes Heilsplan’. Dit onderwerp was hem opgegeven. Hij veranderde het onderwerp in: ‘Gottes Heilsplan und die Unordnung der Welt’. Dit is zijn christelijk realisme: voor alles geloven in Gods heilsplan, in het Godsrijk, waarmee hij bedoelt: de heerschappij van Christus en de reeds volbrachte verzoening van de wereld met God. Dat is voor hem de werkelijkheid der wereldgeschiedenis. De wanorde der wereld, concreet: de tegenstelling tussen oost en west is niet identiek met deze werkelijkheid. Staatsordeningen en maatschappe­lijke ordeningen wisselen elkaar af, maar er is één grote ‘Wechsel’, één grote verandering, die al deze politieke en maatschappelijke ver­anderingen ver overtreft: Jezus Christus, die gekruisigd werd, op­gestaan is en zal wederkomen. Het Koninkrijk Gods is nabij geko­men.

Alle politieke en maatschappelijke veranderingen ziet Barth in het licht van deze grote verandering. Zo wordt de wereldgeschiedenis opgenomen in de heilsgeschiedenis. De werkelijkheid der wereldge­schiedenis is de heilsgeschiedenis, de geschiedenis van God met de wereld in Jezus Christus, de geschiedenis van de overwinning van Jezus Christus en de met God verzoende wereld.

Ook de wederkomst van Christus in heerlijkheid behoort tot deze grote verandering, maar voor Barth liggen de reeds volbrachte ver­zoening en de komende verlossing heel dicht bij elkaar. De toekomst van Christus zal de openbaring zijn van de reeds volbrachte verzoe­ning. De alpha en de omega zijn hetzelfde.

Het politieke gebeuren wordt daardoor gerelativeerd. Tot ergernis van velen.

Zoals men de vraag heeft gesteld, of Barth wel ernst maakt met de zonde, zo heeft men ook gevraagd, of hij wel ernst maakt met het politiek gebeuren.

Wanneer men denkt aan de politieke beslissingen, die Barth in de loop der jaren genomen heeft, kan men deze vraag slechts bevesti­gend beantwoorden. Een politieke keuze is Barth ernst, maar ze is voor hem niet de laatste ernst. Als Barth bezig is met de politiek, ziet hij het wereldgebeuren altijd in het licht van de werkelijkheid en de waarheid van de voor de wereld bestemde genade van Christus. Het werk van Christus is het herstel van de orde in de wereld en het wereldgebeuren. De verzoening in Jezus Christus heeft een we­reldhistorische dimensie. Wereldgeschiedenis is in wezen – liever nog: in werkelijkheid – de geschiedenis van de met God verzoende wereld.

In het ‘vrede op aarde” van het lied der engelen gaat het niet alleen om een gebeuren tussen God en de mens, maar ook om de werke­lijkheid der wereldgeschiedenis. Deze nieuwe werkelijkheid wordt door de wereld niet gekend. Ze kan alleen in het geloof gekend worden omdat ze alleen in Jezus Christus een werkelijkheid is.

Wil dat zeggen, dat ze uitsluitend een toekomstige werkelijkheid is?

Indien dat het geval was, zou de feitelijke werkelijkheid van de we­reldgeschiedenis – de politieke werkelijkheid – toch de eigenlijke werkelijkheid van de wereldgeschiedenis zijn. Zo ziet Barth het niet. Het licht, waarin hij de wereld ziet, geeft aan de wereld een nieuwe gestalte. Dat licht – het licht van Jezus Christus – dringt door in de met God verzoende wereld.

De verandering der wereld is door het Godsrijk op gang gekomen en een werkelijkheid geworden. De nieuwe werkelijkheid van de wereld is niet slechts toekomst, maar ook heden. Ze is een gebeu­ren, dat aan de wereld een bepaald karakter en een bepaalde ge­stalte geeft. Politieke beslissingen, genomen vanuit deze nieuwe werkelijkheid, dragen daarom geen utopisch, maar een realistisch karakter.

We kunnen het waarschijnlijk het beste zo zeggen: de nieuwe wer­kelijkheid geschiedt en ze geschiedt als een wezenlijke verandering midden in het wereldgebeuren. Ze is een gebeuren, dat niet een statisch, maar een dynamisch karakter draagt. Ze is een geschiede­nis, die op de toekomst gericht is, een ‘Kampfgeschichte’, zoals Barth zegt. In Christus is de wereld de wereld geworden, waarin het god­delijk ‘voorwaarts’ weerklinkt en maatgevend is. Maar dit betekent ook dat alle politieke gebeurtenissen – ook alle politieke en sociale revoluties – gerelativeerd worden in het licht van deze volstrekte revolutie.

Maar wat betekent een politieke beslissing dan toch voor Barth?

Een kleine stap vooruit, een klein ja en neen van ons in verhouding tot het grote ja en neen van God in Jezus Christus. Doordat deze kleine stap echter betrokken is op het grote gebeuren van de nieuwe werkelijkheid der wereld, krijgt deze kleine stap een bijzondere be­tekenis. Zulke kleine stappen als kleine beslissingen zijn allesbehal­ve onbelangrijk. Ze zijn belangrijk juist vanwege de grote beslissing van God in Jezus Christus.

Barth citeert C. Fr. von Weizsäcker: ‘ernstig genomen beslissingen veranderen de wereld’.

Het eerste, wat een christen daarom heeft te doen, is vanuit zijn ge­loof in Christus en Zijn Rijk de wereld oproepen de wereld te zijn, die ze in Christus is en zal zijn en niet de wereld, die ze was.

Deze oproep is al reeds een politieke beslissing van de grootste be­tekenis. Ze draagt een revolutionair karakter, omdat zij alle feite­lijke gegevenheden weliswaar niet negeert of ondersteboven loopt, maar die feitelijke gegevenheden – alle politieke en sociale werke­lijkheden – wel relativeert en boven hen uitwijst naar de toekomst. Met deze oproep kan een christen echter niet volstaan. Hij moet ook concrete politieke beslissingen nemen.

Over die concrete politieke beslissingen willen we in een laatste artikel nog iets zeggen.

Pagina's: 1 2 3