Charlotte von Kirschbaum theologisch rechterhand Barth

Charlotte von Kirschbaum theologisch rechterhand Barth

Behalve mevrouw Barth had de grootste theoloog van deze eeuw ook nog een ‘secretaresse’ aan zijn zijde, Charlotte van Kirschbaum, die meer deed dan brieven tikken.

Velen in de kerk en theologie waren verheugd toen Eberhard Busch in 1975 een zeer breed opgezette biografie over de theoloog Karl Barth (1886-1968) het licht deed zien. Beknoptere biografieën, van Buskes, van Fangmeier, van Casalis, van Kupisch e.a. konden hier a.h.w. ingeschoven worden.

Het is geen wonder dat in deze tijd van feministische theologie een vrouw uit de directe omgeving van Karl Barth in de schijnwerpers wordt gezet. Velen die ‘Busch’ gelezen hebben komen daar de naam van Charlotte van Kirschbaum bij herhaling tegen. Zij is lange tijd de persoonlijke secretaresse van Barth geweest. Over deze vrouw nu is een mooi boekje geschreven door Renate Köbler. ‘Charlotte von Kirschbaum – Die Theologin an der Seite Karl Barths.’ (Rugenstein-Verlag, Köln 1987).

Uit de spaarzame gegevens die in de perse biografieën staan, probeert Renate Köbler een eerste schets van deze vrouw te geven. ‘Lollo’, haar koosnaam in de familie Barth, is meer dan zo maar een secretaresse geweest. Daarom wil Renate Köbler haar verder beschrijven en ze voert daartoe vele gesprekken met mensen die dicht in Barths omgeving geleefd hebben en dus ook Charlotte van Kirschbaum gekend hebben. De zoon van Barth, Markus, en zijn vrouw Rose Marie (zij schrijft een voorwoord in het boek), maar ook de Duitse theoloog Helmut Gollwitzer en Busch worden veelvuldig sprekend ingevoerd. Ook gesprekken met familieleden van Charlotte verruimen het zicht op haar.

Charlotte ontwikkelde zich aan de zijde van Barth tot een theologe van formaat. Meermalen noteert Köbler uitspraken van Barth dat hij zonder haar niet verder zou kunnen. Zie bijvoorbeeld het voorwoord in Barths dogmatiek (K.D.) deel 11.3. Dit ‘steun-en-toeverlaat-zijn’ wordt helemaal uitgedrukt als Charlotte in 1929 bij de familie Barth in huis gaat wonen in Münster.

De achterklap en roddel begint. Sommige bekenden en vrienden wenden zich van Barth af omdat ze dit afkeuren. Sindsdien is het onrustig rondom dit biografische gegeven van Barth. Alleen al om deze roddel te ontzenuwen is het boekje van Renate Köbler waardevol. Zeker, de moeilijkheden worden niet verhuld. Er is aan deze driehoeksituatie geleden in huize Barth. Door alle betrokkenen, niet in de laatste plaats door Barths vrouw Nelly. Uit het boekje begrijp ik dat ze samen een modus hebben gevonden om deze situatie het hoofd te bieden. Verder gaat Renate Köbler niet, haar boekje is persoonlijk zonder privé te worden.

Rechterhand

Charlotte van Kirschbaum werd in 1899 geboren. Ze werkte in München in de verpleging, is actief in kerkenwerk, sterk theologisch geïnteresseerd. Via haar predikant, een vriend van Barth, komt ze in contact met Barth. Daarna studeert ze aan de ‘soziale Frauenschule’ voor secretaresse. Hier wordt haar interesse gewekt voor de vrouwenthematiek. Later zal ze onder de indruk komen van de zienswijze van Simone de Beauvoir. Ten opzichte van haar zal ze haar positie gaan bepalen. Ze bekwaamt zich echter steeds meer in de theologie en groeit uit tot de rechterhand van Barth. Zoals vroeger Eduard Thurneysen samen met Barth optrok, zo ging nu Charlotte van Kirschbaum dat doen. Renate Köbler beschrijft hoe ze met volle hartstocht Barths grote theologische experiment mee heeft helpen vorm geven. Veel, veel meer dan ‘schaduw-arbeid’.

Ze wordt actief in de Duitse Kerkstrijd en de Bekennende Kirche. Ze vecht in Zwitserland voor de politieke beweging ‘Bewegung Freies Deutschland’. Ze leest, studeert en levert Barth heel veel materiaal voor zijn dogmatiek. Zelfstandig leest ze over de vrouwen in de bijbel. Dit alles resulteert in twee publikaties: ‘Die wirkliche Frau’ in 1949, en ‘Der Dienst der Frau in der Wortverkündigung’ in 1951. Dit laatste grote opstel staat afgedrukt in het boek van Köbler. Het zal de toets van de huidige feministische kritiek niet kunnen doorstaan, aldus Köbler. Ook zal Charlotte het eens zijn geweest met het grote stuk van Barth over ‘man en vrouw’ in Kirchliche Dogmatik (KD) deel drie/vier. Een stuk dat m.i. terecht gekritiseerd wordt door de vrouwen- en de homo-beweging.

Hulp tegenover

Maar toch spreekt Renate Köbler vol bewondering over deze energieke vrouw. Het is haar gelukt Charlotte von Kirschbaum uit de schijnwerpers van Barth te halen en als zelfstandige vrouw een plaats te geven. Het feit dat je je hele leven wijdt aan leven en werk van één persoon hoeft nog niet te betekenen dat je jezelf wegcijfert. Charlotte was Karl Barth als ‘een hulp tegenover’. Deze tekst uit Genesis 2, 18 is dan ook als motto aan dit boek meegegeven.

Het leven van Charlotte van Kirschbaum krijgt een tragisch verloop en einde als vanaf 1962 een hersenziekte haar treft. Geestelijk gaat ze heel langzaam achteruit. Het is ontroerend als je leest: “Barth had de gewoonte haar bij haar bezoeken vooral koralen voor te zingen, waarop ze, half bij kennis antwoordde. Ook Barths werk heeft vanaf die tijd niet meer die vaart van voorheen. In 1975 sterft Charlotte van Kirschbaum en wordt bijgezet in het familiegraf van Barth.

Drs. J. J. Beumer is hervormd predikant voor sociaal basispastoraat in Haarlem.

Trouw, 22 oktober 1987

Pagina's: 1 2 3