Onze Vader: geschiede uw wil

logoIdW

 

ONZE VADER: GESCHIEDE UW WIL

Geschiede

Waarom hier het wat ouderwetse werkwoord ‘geschieden?’ Als vertaling van gi(g)nomai is het zeker acceptabel. In het ‘Nieuwe Testament’ zowel als in het klassieke Grieks komt het in die betekenis herhaaldelijk voor.Maar belangrijker nog is het ‘Oude Testament.’ Daar is het de gebruikelijke vertaling van Hebr. hajah. Dat woord wordt honderden malen gebruikt om een zinvolle gebeurtenis te beschrijven. Over een zinvol zich voltrekkend gebeuren, gaat het ook in deze derde bede van het Onze Vader. Evenals in de vorige twee beden staat het werkwoord voorop, in de Aoristus van de gebiedende wijs. Dat klinkt als een krachtig bevel, een gang van zaken waaraan niet valt te tornen: ‘Uw wil moet en zal geschieden!’ Het is precies hetzelfde woord als in de Griekse vertaling van Genesis 1, het verhaal van de schepping. Daar zegt God in vers 3 “licht moet geschieden!” en in vers 6 “een firmament moet geschieden!”2 Beide keren wordt die opdracht onmiddellijk uitgevoerd: ‘en zo geschiedde het.’ Zoals Psalm 33:9 dat uitdrukt: “Hij spreekt en het geschiedt, Hij gebiedt en het staat.” In 1Macc. 3:60, wordt de wil van God in dit verband zelfs expliciet genoemd: ‘zoals de wil is in de hemel (d.i. van God), zo zal Hij doen.’ Op deze zekerheid berust ieder gebed. Als die zekerheid er niet was viel er niets te bidden.

‘Geschieden’ is daarom typisch het woord dat hoort bij het handelen van God. Zelfs de naam van God, JHWH, wordt verklaard met het werkwoord geschieden (Ex. 3:14).3 Inderdaad, het is een ouderwets woord. Maar is dat een bezwaar zo lang het niet direct wordt misverstaan? Het alternatief zou zijn ‘gebeuren.’ Als je het Grieks adequaat wilt weergeven, zou je dat moeten aanvullen met ‘zinvol.’ Er gebeurt in bijbelse verhalen nooit zo maar iets. Wanneer een vertaling uitdijt met verklarende woorden, wordt hij al snel te praterig. Vooral bij een gebiedende wijs is dat onpassend. Een gebod moet formeel zo kort mogelijk zijn. Ik zou dus ‘geschiede!’ laten staan.

Wil

Theologen vanaf Tertullianus zagen al dat deze derde bede, die bij Lukas ontbreekt, de eerste en de tweede invult. Gods wil geschiedt als uitvloeisel van Zijn Naam en Zijn Koningschap. Waarom heeft Matteüs de ‘wil’ van God dan alsnog toegevoegd? In Gethsemane (26:42) citeert Jezus deze bede uit het Onze Vader woordelijk. De wil van God, zo blijkt daar, is de weg die Jezus zal gaan, tegen alle verzoeking (26:41) in. Dat kwalificeert deze bede. Gods wil zal geschieden, dwars tegen alles wat dit lijkt te ontkennen in.

Bij het woordje ‘wil’ (Grieks thelèma) denken wij vooral aan algemeen menselijke, subjectieve eigenschappen als ‘wilskracht’ en onze al dan niet ‘vrije wil.’ ‘Wil’ is echter in de bijbel nooit abstract. Dat is veel te vrijblijvend. De wil is niet, zoals bij Kant,4 een zuivere geestesgesteldheid. Het is in de bijbel altijd deel van een concrete handeling, nooit wat iemand eigenlijk zou willen. De wil van God is dus ook beslist niet wat God eigenlijk wil…

Er zijn in het ‘Oude Testament’ meerdere Hebreeuwse woorden die in het Grieks met ‘wil’ (thelèma) worden vertaald. Een daarvan is raS,on, dat meestal met ‘welbehagen’ wordt weergegeven. ‘Welbehagen’ is wat een goede vorst doet voor zijn volk. Met God als subject vinden wij het vooral in de Psalmen en in Joodse gebedsteksten.5 Aan dit welbehagen moeten wij dus denken wanneer het Onze Vader spreekt over de wil van God.

De eerste vraag is nu: wat is die wil van God/JHWH? Daarover bestaat geen misverstand. Paulus omschrijft in Rom. 12:2 de wil van God als: wat goed is en welgevallig en gaaf.6 Anders gezegd: Gods wil is de goede schepping. Daarin kunnen wij menselijk leven. Wij zijn niet gedoemd terug te vallen in de corruptie van deze tegenwoordige wereld.7

Het is dus een afschuwelijk misverstand te denken dat alles wat er gebeurt ‘Gods wil’ is. Dat hangt samen met ons monotheïsme.8 Wanneer de andere goden luchthartig terzijde worden geschoven, krijgt die ene god overal de schuld van. Zaken als rampen, geweld, wanhoop en verdriet, kortom alles wat bijbels gesproken ‘zonde’ of ‘kwaad’ heet,9 zijn echter absoluut niet de wil van deze God. Ze kunnen op geen enkele manier aanspraak maken op Zijn welbehagen. Dat zou terugval zijn in het heidendom. Zonde is ontkenning, frustratie en corruptie van de schepping. Het kwaad kan ons benauwen, kan ook vaak niet worden verklaard, maar wordt nooit zinvol.

Een kritische noot moet worden geplaatst bij de Nieuwe Bijbelvertaling van Rom. 12:2. Die geeft thelèma weer met ‘wat God van u wil.’ Maar zo staat het er niet en zo kan het er ook niet staan. Deze God wil namelijk helemaal niks van ons; Hij wil alles voor ons. Dat is heel iets anders. God wil voor ons dingen die goed, welgevallig en gaaf zijn. Daarom heeft Hij ons in Christus geplaatst in de ruimte van Zijn wil (Gal. 1:4, Col. 4:12). Hij doet dat op Zijn manier, onafhankelijk van ons. Men kan het in de onmiddellijk voorafgaande verzen (Rom. 11:33-36) nalezen. ‘Wat God van u wil?’ Wat voor soort ‘God’ veronderstelt dit? Een die, net als de machten van deze wereld, van alles van ons wil? Het is een schandaal dat dit soort theologische misleiding in de PKN van de kansels als Heilige Schrift aan de gemeente mag worden voorgelezen.

De tweede vraag is: wie doet nu de wil van God? Want dat de wil van God is er om gedaan te worden, daarover behoeft geen twijfel te bestaan.10 De vraag is alleen: door wie en hoe.

De Britse monnik Pelagius (rond AD 400) meende dat mensen de wil van God moesten doen. Augustinus heeft zich daar herhaaldelijk tegen verzet. Hij ziet de consequentie: als Gods wil van ons afhankelijk wordt, zullen wij Zijn tekort met onze eigen activiteiten moeten aanvullen. Voor je het weet tillen wij dan onze eigen wil op het niveau van Gods wil. Wanneer mensen zich als goden gaan gedragen is het hek van de dam.

Als voorbeeld een citaat van Augustinus uit Sermo 6,7: ‘Wat betekent: “Geschiede Uw wil?” Het betekent: moge Uw wil geschieden in mij, zo dat ik uw wil niet zal weerstaan. Je bidt dus voor jezelf, niet voor God. Want je bidt dat de wil van God zal geschieden in jou, maar niet dat hij geschiedt door jou! (..) Wat door jou geschiedt, doet Hij Zelf in jou. Nooit geschiedt iets door jou wat Hij Zelf niet doet in jou.’ ‘In jou‘ moeten wij niet exclusief persoonlijk opvatten. Het is wat er geschiedt in de samenleving en in dat verband ook in individuele mensen.

De gemeente bidt dat zij, onder druk van de omstandigheden, de wil van God niet zal weerstaan. Het is precies wat Paulus zegt in Fil. 2:13 “want het is God, die in jullie werkt, zowel het willen als het werken, vanwege zijn welbehagen.”11 De wil van God is geen taak, maar een geschenk. Gods genade kent geen condities.

Vertaling

Een paar vertalingen naast elkaar:

SV, OB, NBG, Can., Will., Oec, GNB en HSV e.a. : Uw wil geschiede.

LV en NB: Geschiede uw wil.

NBV: en (laat) uw wil gedaan worden.

Engelse vertalingen: Thy will be done.

LV en NB zetten, net als in het Grieks, het werkwoord voorop. Afgezien daarvan is er in het Nederlands grote eenstemmigheid. Alleen de NBV wijkt daarvan af. Op de verbreking van de duidelijke structuur is al eerder gewezen.12 Bovendien is erg onduidelijk door wie de wil van God wordt gedaan. Wanneer je ‘laat….uw wil gedaan worden’ onbevangen leest is het voor de hand liggende antwoord: ‘door ons, natuurlijk!’ Dat is bot Pelagianisme. Het is ook niet de bedoeling van de tekst. Waarom Engelse vertalingen sedert Wycliff (1382) ‘done’ lezen weet ik niet, maar het lijkt mij geen navolgenswaardig idee. Wij vertalen Grieks, geen Engels.

Rochus Zuurmond

Auteur is emeritus predikant (PKN) en was hoogleraar Bijbelse Theologie aan de UvA

1 Al vanaf Homerus, bijv. Ilias. 3,176. Bij Matteüs bijv. in 1:22 en 5:18.

2 Daarnaast komt de Aoristus van de gebiedende wijs van ginomai nog een keer of twintig voor in gezaghebbende opdrachten en gebeden. Joodse gebeden hebben dikwijls het Hebreeuwse equivalent Jehi, zoals in Genesis, in P.Aboth 5:20 zelfs met de ‘wil van God.’.

3 Hierover uitvoeriger in Niet te Geloven, p. 35.

4 In de bekende openingszin van zijn Grundlegung zur Metaphysik der Sitten.

5 ‘Wil’ als ras,on, met God/JHWH als subject, bijv. in Psalm 40:9, 103:21 en 143:10. In Joodse gebeden o.a. in ShemEsr 16, P.Aboth 5:20, MTamid 7:3 en bBer 29b. In het Nederlands wordt Grieks eudokia vaak met ‘welbehagen’ vertaald, bijv. in Luc. 2:14.

6 Men kan ’goed, welgevallig en gaaf’ ook lezen als kwalificaties van Gods wil. Dat lijkt mij minder juist, maar veel maakt het niet uit. ‘Wil’ wordt immers altijd bepaald door haar effect.

7 Gal. 1:4, Col. 4:12.

8 Over monotheïsme zie Niet te Geloven, p. 32.

9 ‘Zonde’ is geen morele categorie, maar verslaving aan vreemde machten. Zie Niet te geloven p. 120vv.

10 Psalm 40:9, 103:21, 143:10. Matt. 7:23, Joh. 6:38, Ef. 6:6, Heb. 10:9. Ook in P.Aboth 2:4, 5:20, Mech. op Ex. 15:2 en bBer. 29b.

11 Hier staat eudokia; zie noot 5.

12 IdW 40/5, p. 136.