Woede, Mattheus 5:21-26

logoIdW

 

Boosheid vind ik lastig. Het komt ineens bij me opzetten en gaat dan met me op de loop. Ik ontwikkel fantasie‘n over wat ik niet allemaal zal doen en ik bedenk argumenten hoe ontzettend gelijk ik wel niet heb. Het is besmettelijk. Als iemand kwaad op mij is, heb ik de neiging om minstens zo kwaad terug te doen. Bij sommige mensen blijft het ook niet bij woorden. Er is een traject van woede naar geweld. Woede staat soms in een lijn die naar moord toegaat.

Jezus zegt: als je kwaad wordt, moet je jezelf bij de rechtbank verantwoorden. Niet alleen als het tot geweld en doodslag leidt, maar alleen al het feit dat je boos wordt is reden voor berechting. Nu zijn er geen rechtbanken op aarde die iemand zouden veroordelen alleen omdat hij kwaad is. Jezus doelt dan ook niet op een aardse rechtbank, maar op een hemelse. Woede brengt je voor Gods rechtbank.

Woede geldt bij ons als echt en oprecht. ‘Ik ben heel eerlijk’, zegt een boze man. Het zou een authentiek deel van jezelf laten zien, dat belangrijk en kostbaar is. ‘Wij zijn boos’ staat er op de borden van demonstranten en daarmee willen ze laten zien dat iets hen heel erg raakt. ‘Niets van aan,’ zegt Jezus, ‘Woede is helemaal niet mooi. Woede maakt kapot en het intimideert.’

Ook de woede van een ander kan dingen kapot maken. Als je naar het altaar gaat en bedenkt dat een ander boos op je is, ga dan eerst naar hem toe. Blijkbaar is er nog iets tussen hem en jou. Misschien heeft hij wel gelijk dat hij boos is – in ieder geval moet er nog iets opgeruimd worden.

Jezus overvraagt ons. Niet boos worden lukt niet, in ieder geval lukt het mij niet. Jezus overvraagt met opzet. Hij zegt nooit: ietsje minder kan ook wel, het valt allemaal wel mee. Het valt namelijk niet mee. Woede is zo’n vernietigende kracht, daar moet je voluit tegenin gaan. Tegen alle mensen die kwaad worden, omdat ze denken dat hen ‘onrecht’ is aangedaan zegt hij ‘kappen, los je geschillen niet met woede op’.

Soms kan woede je helpen van je angst af te komen. Het kan je energie geven om voor een goede zaak te gaan staan. Verontwaardiging kan je er toe brengen om eindelijk te zeggen wat gezegd moet worden.

Ik zeg dit met voorzichtigheid, want bijna altijd pakt onze o zo ‘gerechtvaardigde, heilige’ boosheid slecht uit. Of boosheid een positieve uitwerking heeft is lastig te beoordelen. Het is daarom aardig zoals Jezus het formuleert. Jezus zegt: wie boos wordt, valt onder Gods oordeel. God oordeelt. Jijzelf kan moeilijk vaststellen of het nou net dat ene geval betrof dat woede een goede uitwerking had. Reken daar maar niet al te hard op, maar laat het aan God over om daarover te oordelen.

Coen Wessel