Commentaar (Nieuwe stappen in de oecumene)

logoIdW

In het EO-televisieprogramma ‘Op zoek naar God’ werden zes bekende jonge vrouwen gevolgd, die uitgedaagd werden om op zoek te gaan naar God. De camera volgde hen terwijl ze in een klooster verbleven. Het programma liet op een opvallende manier de spirituele stand van zaken in Nederland zien. Als de Evangelische Omroep jonge vrouwen van buiten de kerk uitnodigt om God te zoeken zet ze niet haar eigen evangelisch-reformatorische spiritualiteit in. De vrouwen worden niet meegenomen naar een concert van praisezanger Kees Kraayenoord of naar een befaamde preektijger, maar de EO kiest voor de contrareformatorische didaktiek van een stilteretraite. Het is een teken van een bredere ontwikkeling in de Protestantse kerken. Aan de linkerflank is er belangstelling voor de katholieke spiritualiteit, die allang verder gaat dan kaarsen, leesroosters en kleuren. Maar ook aan de rechterflank is het jongere kader niet meer zo anti-katholiek als vroeger. Zo heeft de nieuwe voorzitter van de CU zich expliciet ten doel gesteld om ook katholieken een plaats te geven in zijn partij. Jonge reformatorische theologen bestuderen – in het spoor van Van de Beek – intensiever de kerkvaders dan de reformatoren. Op de Reformatie wordt met zeer gemengde gevoelens teruggeblikt: de heersende mening is dat de kerk indertijd weliswaar een hervorming nodig had, maar dat de scheuring in de kerk vooral door politieke omstandigheden is veroorzaakt.

Het paradoxale feit doet zich voor dat terwijl de officiële oecumene op een laag pitje staat, beide kerken elkaar toch naderen. De laatste twintig jaar is de stagnatie in de oecumene bezworen met de postmoderne verzekering dat iedere traditie zijn eigen waarde heeft en dat verschillen juist verrijken. Het is goed om dit relativisme te verlaten en opnieuw naar vormen van eenheid te zoeken. Dat voorkomt dat een kleiner wordende Protestantse Kerk inhoudelijk verschrompelt en op drift raakt.

Aartsbisschop Kardinaal Koch en aartsbisschop Gerhard Ludwig Müller opperden de afgelopen maanden de mogelijkheid om te komen tot een Luthers ordinariaat, speciaal gericht op Lutherse protestanten die nauwere banden met Rome willen. Net als aan dissidente Anglicaanse priesters zou aan Lutherse voorgangers de gelegenheid geboden moeten worden met behoud van eigen tradities verbonden te worden met Rome. Zo’n ordinariaat op individuele basis heeft de schijn tegen dat het Rome vooral om zieltjeswinnerij te doen is. De Lutherse Wereldfederatie was er dan ook als de kippen bij om dit initiatief te veroordelen. Dat is begrijpelijk, maar je kan het ook oppakken en zien als probeersel om een stap te zetten. Het biedt misschien wel openingen voor kerkbrede vormen van eenheid. Ach, als Franciscus naar de sultan in Damiate gaat om met hem te spreken, dan is het toch voorstelbaar dat zijn spirituele erfgenaam, paus Franciscus, een stap zal zetten richting Utrecht?

Coen Wessel