Commentaar (De militaire missie naar Mali)

logoIdW

COMMENTAAR (De militaire missie naar Mali)

Door de afschaffing van de dienstplicht is het voor de Nederlandse regering veel makkelijker geworden om het leger in conflictgebieden in te zetten. Maar oorlog voeren vraagt meer dan een meerderheid in het parlement. Er is ook draagvlak onder de bevolking nodig om de tegenslagen van oorlogvoering op te vangen.

De moderne dienstplicht ontstond in de Franse revolutie, toen contrarevolutionaire troepen oprukten naar Parijs. Voorheen hadden de legers vooral uit beroepssoldaten bestaan, die vaak weinig binding hadden met de vorsten bij wie ze in dienst waren. Maar door de Franse revolutie was de natie voortaan van iedereen en iedere man moest deze staat verdedigen. Op deze manier waren leger en staat hecht met de bevolking verbonden: de staat rustte op de wil van het volk, het leger was door de dienstplicht nauw met het volk verbonden.

Zulke staten kunnen oorlogsmisre alleen doorstaan als volk en dienstplichtig leger bereid zijn offers te brengen. Dat beperkt de mogelijkheden van een regering om oorlog te voeren aanzienlijk.

De afschaffing van de dienstplicht heeft er aan bijgedragen dat de regering het zich makkelijker veroorloven kan om zich te mengen in buitenlandse conflicten. Bij het sturen van troepen naar Irak en Afghanistan gingen regering en leger hun eigen gang. De bevolking haalde min of meer de schouders op. Men was er niet echt voor, maar er waren ook geen grote protesten.

De missie die de regering in Mali wil ondernemen is potentieel gevaarlijker voor Nederland dan de acties in Afghanistan. In Afghanistan speelt nu vooral een regionaal conflict. Maar in Mali moet de strijd aangebonden worden met een internationale groep van Jihad-strijders. Zij hebben de potentie om het conflict dat wij in Mali willen uitvechten naar Nederland te brengen.

Een terroristische aanslag in Nederland zal als resultaat hebben dat de Nederlandse bevolking haar onverschilligheid afschudt. Misschien schaart ze zich alsnog strijdbaar aan de kant van de regering en ontstaat er ook onder de bevolking een oorlogsstemming. Etnische spanningen in Nederland zullen daardoor toenemen. Waarschijnlijker is het dat er een echte proteststem tegen deze interventie zal ontstaan. Onverschilligheid zal omslaan in woede. In een tijd dat de verhouding tussen regering en bevolking toch al onder druk staat is dat riskant.

Ik kan niet overzien of het echt noodzakelijk is om in Mali in te grijpen. Maar de regering zou er verstandig aan doen om veel meer energie te steken in het zoeken naar een breed draagvlak. Ze kan niet als een feodale vorst troepen sturen zonder brede instemming van de bevolking. Alleen dan kunnen ook de tegenslagen van een oorlog verdragen worden. Als de regering er tegenop ziet om het land in te gaan om dat draagvlak te cre‘ren: ga dan ook niet de oorlog in.

Coen Wessel