Commentaar (Christelijk onderwijs)

logo-idW-oud

 

COMMENTAAR (Christelijk onderwijs)

 

Zo’n vijftig procent van de kinderen in Nederland gaat naar een christelijke school. Dat is een ongelofelijke hoeveelheid in een land dat afscheid lijkt te hebben genomen van het christendom. Om het nog eens anders te zeggen: het christendom in Nederland bloeit het meest in de leeftijdsfase van vier tot twaalf jaar. Misschien is de christelijke school wel het belangrijkste christelijke instituut.

Nu is de invloed van de school op kinderen maar beperkt. Buitenkerkelijke kinderen die naar een christelijke school gaan komen daar niet als misdienaartjes vandaan. Maar het zorgt er wel voor dat de taal die de kerken spreken bekend is. Kinderen uit christelijke gezinnen krijgen daar een goede vorming.
De meest acute bedreiging van de christelijke scholen is een agressieve gelijkheidsideologie die het christelijk onderwijs wil afschaffen.

Kinderen moeten naar dezelfde school om te leren omgaan met andersdenkenden, is de redenering. Dat was één van de redenen dat mijn Hervormde ouders hun kinderen niet naar een christelijke school stuurden. Mijn ervaring was dat er weinig of geen positieve aandacht aan godsdienst wordt besteed op niet-christelijke scholen, ook al zijn er een aantal openbare scholen waarop het wel goed gaat. Belangrijker is dat het helemaal niet helpt. Kinderen van verschillende geloven gaan helemaal niet positiever over elkaar denken als ze bij elkaar in de klas zitten.

Een tweede reden om alle kinderen naar de openbare school te sturen is het idee dat kansarme leerlingen zich op deze manier optrekken aan de kansrijke kinderen. Christelijke scholen zouden aan middenklasse-ouders de kans bieden om kans-arme leerlingen te ontvluchten. Ook daar kan je allerlei vragen bij stellen: is het werkelijk zo dat klassen met kansarme en kansrijke kinderen tot beter onderwijs leiden? Het wetenschappelijke onderzoek is daarin niet eenduidig. Helpt het dan werkelijk om christelijke scholen af te schaffen? Zal het bovendien ooit lukken om in een achterstandswijk een goede gemengde buurtschool van de grond te tillen, want waar haal je de middenklassekinderen vandaan? Maar het belangrijkste is: goed onderwijs is veel en veel belangrijker voor een kind dan de eventuele voordelen van ‘gemengde’ klassen. Ik kan niet bevatten waarom daar niet alle aandacht op gericht is, en er zo ontzettend veel energie gaat zitten in ideologische en bestuurlijke discussies over het mengen van scholen. Is dat uit onmacht om het onderwijs werkelijk te verbeteren of toch gewoon omdat men een hekel heeft aan verschillen en aan godsdienst?

Op de middellange termijn wordt het christelijk onderwijs bedreigd door een erosie van binnenuit. Net zoals er predikanten zijn die ‘er niet meer in geloven’, zijn er leraren die dat zo vergaat. Ze verliezen hun geloof of privatiseren het en ontwikkelen een wantrouwen tegen kerk en traditie.

Als dit zich doorzet heeft het geen zin meer om op grote schaal christelijk onderwijs te geven. Je kan dat beoordelen als een machtsverlies van de kerk, en dat is het ook. Je kan ook zeggen: deze dienst aan de samenleving zijn we niet meer in staat te leveren. Het houdt op.