Waar is Jezus?

logo

 

Miljoenen mensen stellen in onze tijd de vraag: waar is Jezus? De redactie van „De Strijdkreet” ~ het blad van het Leger des Heils – vroeg aan Karl Barth op deze vraag in haar kerstnummer een antwoord te geven. En zo staat dan in het kerstnummer van „De Strijdkreet” een artikel van Karl Barth, die toch in wezen niet anders dan een heilsoldaat wil zijn. Het is ons een vreugde, zijn antwoord in ons blad, dat toch ook de strijdkreet wil zijn, al is dat helaas al te weinig theologen slaken veel kreten, maar het zijn slechts zelden strijdkreten op te nemen.

J.J. Buskes


Hij is opgestaan. Hij leeft en regeert „aan de rechterhand van de Vader” dat wil zeggen precies daar en precies in die hoogte, van waaruit de wereld in het groot zowel als in het klein geregeerd wordt: Hij, dezelfde, die in Bethlehem geboren werd en aan het kruis op Golgotha gestorven is Hij, de Heer en Red­der, Hij, Broeder en voorspraak van ieder mens. Hem is alle macht ge­geven.

Zo zegt de christelijke geloofsbelij­denis. Het is niet zo maar een ter­loopse troost, en niet slechts een extra hoop, dat Hij daar is. Het is integendeel juist het ABC van het Christelijk geloof. En juist daar waar men dit ABC kent en er naar leeft – – waar men dus gelooft en weet, dat Jezus Christus daar is, is Hij niet slechts daar, maar ook hier, midden onder ons. Want tot hen, die dit door de kracht van de Heilige Geest geloven en we­ten mogen, is immers gezegd: „Zie, Ik ben met u al de dagen tot aan het einde der wereld!”

Behoren wij tot de Christenen die het door de kracht van de Heilige Geest gegeven is, dit te geloven en te weten? Zouden we er toe beho­ren, dan kon het antwoord op de vraag in de kop van deze bijdrage heel gewoon zijn: Jezus Christus is overal daar, waar Christenen zijn.

Als toch de mensen dat eens een­voudigweg zouden kunnen zien en zeggen: „Waar Christenen zijn, daar is Jezus Christus Zelf en dus licht, liefde, leven voor hen allen!”

Maar helaas — er is ook in ons Christenen zoveel hoogmoedige, luie en domme weerstand tegen de Hei­lige Geest. Vandaar dat er zoveel schijnbaar christelijk, maar in wer­kelijkheid dood geloof en weten is, waarbij niemand op de gedachte zal komen, dat Jezus Christus opgestaan en ter rechterhand Gods is en zowel daar als voor gehele wereld ook hier is.

Misschien bidden wij Christenen wel veel te weinig om de gave van de Heilige Geest. Misschien houden wij er ons daarom zelf wel niet –of slechts halfhartig — aan, dat Chris­tus is opgestaan en leeft. Misschien hebben we daarom zo weinig vreug­de en kracht om de anderen te wij­zen waar hij te zoeken is — in welk een hoogte en in welk een diepte! Dit is zeker, dat wij Christenen on­gelijk hebben wanneer we ons over het ongeloof, de onwetendheid, de onverschilligheid van de wereld be­klagen.

„Geeft Gij hun te eten!” In de omgeving van tien. van vijf, ja zelfs van één — in alle onvolko­menheid oprechte Christenen, pleegt de vraag: waar is Jezus Christus? vanzelf te verstommen of tenminste toch steeds zwakker te worden!

KARL BARTH

(In de Waagschaal, jaargang 17, nr. 6. 23 december 1961)