Sta de vromen bij
Sta de vromen bij, die hun schouders
teweer stellen tegen de overmoed, en dag
aan dag, daar men hen krenkt, hun ziel
bezitten als een vreemde, zij raken
bij niemand thuis, hun is ontnomen
de toevlucht van vertier, hun ingetogenheid
biedt geen verkwikking, zij bidden slechts
en werken, omdat de nood stijgt, maar
zij houden de orkaan niet tegen.
Wat dóen zij hier? Zij weten niet. Zij falen.
Maar gij die hebt beloofd van eeuwen her,
voorhoor hun leven dat niet anders kan…
Th.J.M. Naastepad