Terug tot Barth

WOORD VOORAF

K.H. Miskotte schreef ruim een halve eeuw geleden in het tijdschrift ‘In de Waagschaal’: ‘omstreeks het jaar 2000 zal, als we tijd van leven hebben, het wachtwoord luiden: terug tot Barth!, (In het jaar 2000) omdat de òmwegen, behalve tot waarheidselementen van groter of kleiner formaat, tot geen centrale visie hebben geleid en de samenbindende werking der godgeleerdheid eerder hebben verstoord dan bevorderd.’

De titel van deze bundel hebben we aan deze misschien profetische uitspraak van Miskotte ontleend, maar het mag duidelijk zijn dat dit ’terug’ in dienst wil staan van een moedig voorwaarts. Aanzienlijk bedenkelijker dan een ’terug tot Barth’ zou een terugval achter Barth zijn of een blijven steken in een ‘functionalistisch pragmatisme’, zoals dat, volgens Teunard van der Linden in deze bundel, in de theologie aan de academie en in de kerken toonaangevend is. Men mag als Barth toegedane theologen zeker niet klagen over de invloed die diens theologie heeft uitgeoefend praktisch over de hele breedte van de systematische theologie. Zijn nieuwe inzichten zijn uitgezaaid en ingegaan in de bloedsomloop van haast alle serieus te nemen theologie. Vergeleken met zijn grote theologische tijdgenoten, zoals Brunner, Bultmann en Tillich, krijgt Barth wereldwijd verreweg de meeste aandacht, met name het afgelopen decennium in het Angelsaksisch taalgebied.

Waarom dan toch deze bundel van voor het merendeel jeugdige theologen en predikanten? Daarin leeft en krijgt de overtuiging stem dat we bij Barth te maken hebben met een schokkend en onvergetelijk nieuw begin van de theologie waarin alle ‘oude’ theologie wordt opgeheven, in de dubbele zin van achtergelaten én hernomen vanuit een nieuw geopend perspectief.

Negatief kan men dat aanduiden als de niet eerder zo consequent volgehouden, gedecideerde afwijzing van alle ‘natuurlijke theologie’, benevens van de leer van de ‘analogia entis’ (de zijns-overeenkomst tussen wereld en God, mens en God) of als de terugwijzing van de ‘religie’ als de noodzakelijk geachte antropologische basis van het geloof.

Positief als de verkondiging van de verschijning en de intronisatie van de Koninklijke mens in de Messias Jezus, met in diens spoor de oprichting van alle gebukten en geknechten tot waarachtige menselijkheid; of ook het aanbreken van de ‘Neue Welt’ temidden van de oude wereld of als de ’triomf der genade’ over de machten der duisternis. We horen ervan in de perse bijdragen in deze bundel, al moet erbij gezegd worden dat de theologie van Barth in trefwoorden zeker te kort wordt gedaan. Men moet zich door hem laten meevoeren en vooral zich oefenen in het horen en verstaan wat ons en onze wereld in de Schriften ten goede gezegd en gedaan is. Want als een hoorder en vrager naar het Woord in het lezen van de ons toevertouwde Schriften gaat Barth ons op voorbeeldige wijze voor. In de omgang met Barth kunnen we oor krijgen voor de ‘Vreemd-sprekende (Wouter Klouwen), aan al de vermoeiende vanzelfsprekendheden van kerk en wereld voorbij. Dan zullen de verrassingen niet van de lucht zijn.

De simpele vraag gesteld aan de scribenten in deze bundel was: Wat heeft de theologie van Barth voor je betekend en wat betekent ze nog, mede tegen de achtergrond van je eigen biografie? Dat laatste element is meer of minder in alle bijdragen uitdrukkelijk aanwezig en het maakt hen mededeelzamer, bevattelijker, communicatiever dan in veel wetenschappelijke publikaties het geval is.

Dat de aldus geïnspireerden vele anderen mogen inspireren is de hoop van de redaktie.

Een eerste initiatief en aanmoediging tot het tot stand komen van deze bundel ging uit van Mr. Dr. Wim Kist uit Wassenaar. Deze jurist-theoloog is het een grote zorg dat kerk en samenleving grondige theologische geleide ontberen in deze tijd. Barth’s theologie is als geen andere bij machte die kritische begeleiding en bemoediging te bieden. Daarvan is Kist, hoog in de tachtig, overtuigd en dagelijks leest en vertaalt hij nog stukken uit de KD; ons,veel jongeren, ten voorbeeld.

Tussen zijn initiatief en de verschijning van deze bundel waren er de nodige hobbels te nemen. De publikatie is tenslotte mogelijk gemaakt dank zij financiële steun van de Stichting ‘Aanpakken’ en een voorschot van het periodiek ‘In de Waagschaal’.

Delft/Amstelveen, maart 2003

Rens Kopmels en Ad van Nieuwpoort

Pagina's: 1 2