Volk (commentaar)

Politiek gaat over ‘wij’ zeggen. Wat vragen wij van elkaar in onze samenleving? Wat zijn de regels waaraan wij ons houden? De politiek reguleert een samenleving. Maar ze moet daarbij ook zorgdragen voor dat ‘wij’ zelf. Er is het woord ‘samenleving’, maar een sterker begrip is ‘volk’. Behalve bij populisten is dat niet populair, incidenteel gebruik in verkiezingscampagnes daargelaten. Het klinkt al snel naar ‘Volk & Vaderland’ en: ‘wir sind das Volk’ (en dus niet zij!). ‘Volk’ wordt nativistisch opgevat: geboorte en afkomst zijn bepalend. Begrijpelijkerwijs laat het brede politieke midden het links – of eigenlijk: rechts – liggen. Liever spreekt men van individuen (‘de hardwerkende Nederlander’) of van een ‘gaaf land’ of ‘de BV Nederland’. Veelal komen de volksvertegenwoordigers op voor de eigen achterban, zelden voor het belang van het volk als geheel.

Niettemin duidt het woord ‘volk’ een relevant en urgent politiek thema aan, dat niet aan populistisch rechts moet worden overgelaten. Lang was de volksgemeenschap min of meer voorgegeven vanuit afkomst en geschiedenis, hoezeer ook met interne spanningen. Door migratie is de Nederlandse bevolking ingrijpend van samenstelling veranderd. Een multi-etnisch of multi-culturele samenleving is een uitdaging op zich: waarin vindt die voldoende eenheid en samenhang, om op een omvattende, betekenisvolle manier ‘wij’ te zeggen? De autochtone bevolking is daarnaast meer verdeeld geraakt. In onze tijd staat de samenleving onder grote en nog groeiende druk: de vraagstukken zijn enorm. Nu al zijn er serieuze breuklijnen. De omgekeerde vlaggen drukken dat uit. Dat het woord ‘verbinding’ razendsnel tot cliché is versleten, zegt vooral: er is allerwege verbrokkeling.

Bij crises in het verleden werd het volk toegesproken en gemobiliseerd: ‘Dit is een kans om te tonen wie wij werkelijk zijn! Laten wij samen offers brengen. Dit zal het beste in ons naar boven brengen!’ De inherente energie van het begrip volk werd aangesproken en ingezet. Deze tijd vraagt om genoemde redenen opnieuw om die archaïsch aandoende politieke mobiliserende taal. De vernieuwing kan erin zitten dat de eenheid wordt gezocht in een gezamenlijke toekomst: ‘hoe heterogeen ook, door deze crises verenigd zullen wij gezamenlijk een nieuwe, 21-ste-eeuwse samenleving realiseren!’

Het is nodig, maar de vraag is of het nog geloofwaardig kan. De gevestigde politieke klasse heeft de afgelopen jaren delen van het volk van zich vervreemd (toeslagenouders, Groningers, boeren) terwijl ze wel opkwam voor het bedrijfsleven (bijv. NAM-Shell-Exxon). De BV Nederland dus. Die taal zal ons zeker niet door de crises leiden. De taal van het volk heeft die potentie wel. Mits gekoppeld aan een daadwerkelijke politieke inzet voor het gehele volk.

Coen Constandse