Jezus leeft en zij met hem!

logo-idW-oud

 

JEZUS LEEFT EN ZIJ MET HEM!

Preekschets bij Johannes 20:11-18

‘De Heer is opgestaan – de Heer is waarlijk opgestaan!’ Met deze woorden begroeten orthodoxe christenen elkaar in de paastijd. En inderdaad, het is een woord waarmee je elkaar kunt groeten. Je kunt het uitroepen, je kunt het zingen. Wat je niet kunt, is het beargumenteren. De opstanding is namelijk niet iets wat je had kunnen verwachten. Het past niet in ons wereldbeeld. Het doorbreekt ons wereldbeeld. Het beschaamt allen die van logica houden (en wie houdt daar niet van?).

De bijbel laat ons op dit punt trouwens ook echt spartelen. In de bijbel wordt nergens verteld wat er bij de opwekking van de messias gebeurd is. Dat is geheel en al Gods zaak. En wij stappen pas weer in het verhaal in, als het graf leeg is.

Maria zoekt haar Heer. Waarom? In andere evangeliën horen we dat vrouwen naar het graf gaan om het lichaam van Jezus te verzorgen. Maar dat horen we hier niet. Maria gaat naar het graf. Zomaar, enkel om haar Heer te zoeken. Ze zoekt hem, werkelijk hem. Het zou haar niet troosten als mensen zouden zeggen: ‘We hebben toch altijd de herinnering aan Jezus nog? Hij leeft toch in onze gedachten voort?’ Het troost haar niet, de mening die we ook in onze religie zo vaak tegen komen: ‘We hebben toch in ieder geval Jezus’ leer nog? We hebben toch zijn wijsheid, zijn gebod nog? We kunnen toch proberen dat waar te maken?’ Nee, Maria (niet verbaasd over welke engel dan ook) zegt: ze hebben mijn Heer weggenomen! En die woorden zeggen alles. Het gaat haar om hem, om hem zelf.

Hoe herkenbaar trouwens voor mensen die een geliefde missen. Je kunt duizend keer ‘die mooie herinnering’ hebben, toch zou je alles doen om nog één keer echt met hem, met haar samen te zijn. ‘Zeven maal om de aarde gaan!’

En dan staat Jezus daar. Dan komt hij naar haar toe. En dan herkent ze hem niet. Is ze te verdrietig, zijn haar ogen ‘bevangen’ (zoals we van de Emmaüsgangers horen)? Het zou wel eens aan Jezus kunnen liggen. Want hij is het. Hij is het zelf en hij is het echt. Waarlijk opgestaan! Hij is het met alles erop en eraan, van top tot teen, met stem, hoofd, hart en handen. En waarom ook niet, met een schep en een hoed (Rembrandt). Hij is het, zo concreet als het maar gaat. En tegelijk – is hij geheel veranderd. Helemaal nieuw. Want hij is opgewekt uit de doden. Nota bene! Hij is dé nieuwe mens. Niet logisch, niet grijpbaar. Houd mij niet vast! Hij doorbreekt ons wereldbeeld, beschaamt onze hang naar ‘het klopt’.

Maar dan spreekt hij haar aan. Zonder hemelse taferelen. Zonder trompetten, zonder lichtflitsen, zonder galm. Jezus spreekt haar aan, en het is het gewoonste, het meest alledaagse. Hij zegt haar naam. En dat ongelofelijk gewone verandert ook haar. Dat maakt ook haar geheel nieuw. Johannes vertelt dat prachtig door Maria zich twee keer om te laten keren. Ze draait zich naar Jezus om en dan draait ze zich nóg een keer naar Jezus om. Daardoor klopt het plaatje niet, maar ach wat. Ze wordt dubbel en dwars omgekeerd. Ook zij is niet meer die ze was. Ook zij een nieuwe mens. Een mens namelijk die niet meer de dood, maar de levende voor ogen heeft. Jezus leeft en zij met hem!

Marco Visser