Van haar verlies volmaakt (I)

logoIdW

 

VAN HAAR VERLIES VOLMAAKT 1

kijknotities bij een drieluik van Tineke Smith

If I were called in
To construct a religion
I should make use of water.
Philip Larkin2

Twee schilderijen en een installatie vormen een drieluik. Ik begin met wat ik het snelste ‘thuis’ kan brengen: de tors van een vrouw waarvoor een kleine honderd veldflessen in de rij staan. ‘O, alle gij dorstigen.’ Een licht ironische verwijzing naar de Artemis van Efese, de moedergodin die het Al voedt met een voorgevel waarin tientallen borsten prijken? We schorten het oordeel nog even op. De drie kunstwerken worden in samenhang gepresenteerd, het zijn nu communicerende vaten.

Het eerste schilderij doet denken aan een monnik. Het gezicht is vervaagd door een niet aflatende stroom tranen. Vaak weet een kunstwerk meer dan de maker. Een Bijbelvaste toeschouwer zal direct aan Jeremia denken, de profeet die treurt om de verslagenen en dan uitroept: Ach, dat mijn hoofd water ware en mijn oog een bron van tranen. [9,1]

De titel van het schilderij is een Grieks woord: kenosis, ontlediging. Het staat zelfs gewoon in Van Dale maar dan gaat het ook onmiddellijk mis: de vernedering van Jezus door mens te worden, zoiets als een verklede God die de duivel een poets gaat bakken – theologie van de koude grond.

De poëzie, het lied van de Messias, waarin dit woord voorkomt is de brief aan Filippi [2,7]. Lofzang op de miskende majesteit die geen God wil zijn dan in de marge om het begrip macht van binnenuit open te breken en opnieuw te definiëren. Slaven en anders gesjochten, levens die er niet meer op rekenden ineens toch in tel: wat je de minsten der mensen doet, heb je mij gedaan. Naam die de wenende Jeremia hoog hield evenals Job toen hij het opnam voor mensen, tegen wat in het gangbare spraakgebruik god genoemd wordt. Artemis geen gouden godin maar een gewo-ne vrouw aan de balie van een voedselbank.

Het andere schilderij is een hommage aan Maria Abramovic, en verwijst naar een videoregistratie: Holding milk (2009). De koningin van de performance die 12.43 minuten onbewegelijk staat met een tot de rand gevulde schaal melk; af en toe een lichte trilling waarbij een paar druppels op de grond vallen. Een van de vele uitputtingsslagen waarin Abramovic de grenzen van het menselijk lichaam opzoekt, op zoek naar: de winst van verlies, de kracht van kwetsbaarheid, kenosis.

In het schilderij vallen er niet af en toe een paar druppels maar golft en spat het er aan alle kanten overheen, onge-merkt staat Marina er tot over de enkels in. De strenge symmetrie van het schilderij: de schaal in het midden, het ge-zicht in het midden van de bovenste helft, versterkt het besef dat je iets ziet dat niet kan.

Toen ik het doek voor het eerst zag, dacht ik direct aan Het magerebrugwonder, een gedicht van K. Michel.3 Voor de fameuze brug – ter hoogte van Carré – over de Amstel staan mensen te wachten terwijl schepen passeren. Een aak is zo diep geladen dat het lijkt alsof het water ‘in springerige golfjes / uit het donkere ruim over de boorden stroomt.’ Iedereen heeft zoiets wel eens gezien maar de dichter keert het beeld om, hij neemt het letterlijk en daardoor maakt hij zich los uit de dagelijkse sleur, stilgezet bij de bron:
Verwikkeld in gedachten en beslommeringen zien we niet dat uit de aak al het water van de Amstel opwelt
Incognito drijft de bron van de rivier voorbij.

Me voici.

Henk Abma

1 Gerrit Achterberg, Monomaan [Alle Gedichten I, 2005, 208]
2 The Whitsun Weddings, 1964
3 Waterstudies, 1999, 17