De conifeer en de hovenier

logoIdW

DE CONIFEER EN DE HOVENIER

Heer, laat hem dit jaar nog met rust (Luc. 13:8)

Eerst grijs dan bruin dan dood. Dat is het lot dat menig coniferenhaag treft. Tuincentra en hoveniers worden er regelmatig over geraadpleegd. ‘Help! Onze conifeer wordt bruin. Een deel verkleurt en de rest blijft groen’, zo schreef iemand op een internetforum.

Ik volg het met belangstelling, niet alleen omdat ik vanuit de studeerkamer zicht heb op een coniferenhaag, maar ook omdat die haag de scheiding vormt tussen onze tuin en die van de buren. Privacy is iets beschermwaardigs, maar die gevlochten schuttingen zijn ook niet alles.

Ook onze coniferenhaag vertoont genoemde kleurvarianten. De deskundigen hebben verschillende verklaringen aangedragen voor het verschijnsel eerst grijs dan bruin dan dood (variant op Margriet de Moor’s ‘Eerst grijs dan wit dan blauw’). Sommigen denken dat het komt door de vaatschimmel. Te veel vaatschimmels die achter blijven in de afgestorven takjes onder de haag kunnen gedurende zachte winters overleven. Een onderzoeker gewasbescherming van de Wageningse Universiteit houdt het erop, dat door warme zomers de plant lang is doorgegroeid en mensen laat zijn gaan snoeien, waardoor de groeipunten de ingetreden kou niet aan konden. Van weer een ander begreep ik dat de meeste coniferenhagen – twintig jaar geleden heel trendy – gewoon de uiterste houdbaarheidsdatum naderen.

Verschillende verklaringen, maar de vraag is: wat te doen met de coniferenhaag? Het doet denken aan de gelijkenis van Jezus over de vijgenboom. De tuinman zag geen vruchten meer, maar pleitte ervoor nog een jaar te wachten en te zien, of omspitten en mest nog iets konden uithalen.

Er klinkt een hemels geding in door. De ene lijn is: Eerst grijs, dan bruin en dan toch dood. Als in Jesaja 10:33 klinkt het: ‘Houw met geweld hun takken af, de statigste stammen komen ten val’. Maar er is ook een andere denklijn, als in Jes. 11:1: ‘Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei’.

Het is Pasen geworden. Door de ontmoeting in de Paastuin van Maria met de vermeende hovenier is er nieuwe hoop. De nieuwe Adam is niet zonder adamah. We zien weer groene punten – de liturgische kleur van de hoop. Een nieuw begin is mogelijk gebleken.

Als God zó met onze wereld begaan is, dan moeten we de voorgenomen plannen met de coniferenhaag misschien bijstellen. Waar Candide uiteindelijk niets anders over bleef dan Il faut cultiver son jardin, weten wij, door Pasen: God trekt zich niet ten einde raad maar terug. De Hovenier herschept de aarde met haar grijze en bruine plekken…..

Peter Verbaan