Tegen het angstige burgerschap
TEGEN HET ANGSTIGE BURGERSCHAP
Het Spreukenboek had me nog gewaarschuwd: ‘Wie zich mengt in een twist die hem niet aangaat, is als iemand die een voorbijlopende hond bij de oren grijpt’. De NBV maakt van de twist een ‘woordenstrijd’. Dat ga ik doen, me mengen in een woordenstrijd. Maar dan toch een die me minstens een béétje aangaat. Want als je een paar aardige, redelijk denkende mensen persoonlijk kent, ze zelfs graag mag, dan heb je er toch íets mee te maken als ze woorden hebben. Vandaar.
In het laatste nummer van dit ons blad reageerde At Polhuis uiterst fel op Mirjam Elbers en Ad van Nieuwpoort. Hij voelde zich getypeerd als angstige burger en zich ‘met vele anderen weggezet als angstige NSB’ertjes’. Elbers en Van Nieuwpoort er nog maar eens op nagelezen. Ze hadden dus een open brief niet ondertekend. Ze motiveerden dat ook nog – niet per se noodzakelijk als je iets níet doet, maar wel zo beleefd.
Er blijkt dus een verschil van inzicht te zijn. Meer niet. De opstellers van de open brief voelen zich geroepen een scherp onderscheidend geluid te laten horen tussen christendom en islam, mijns inziens vanuit de angst dat alle geloven op één hoop gegooid worden. De islam zoals die zich in het westen in onze dagen doet kennen, draagt gevaren met zich mee en de ondertekenaars willen dat niet toedekken.
Dan motiveren twee van de niet-ondertekenaars het onthouden van hun signatuur met te stellen dat ze naar hun eigen idee de PVV in de kaart zouden spelen als ze wel zouden ondertekenen. De PVV en haar voorman wordt aangerekend dat ze op dezelfde sentimenten inspelen als de NSB vroeger.
Daar kan ik, beste At, met de beste wil van de wereld niet in lezen dat jíj een angstige burger of een kleine NSB’er genoemd wordt. Je hebt het óf niet goed gelezen óf je zo opgewonden dat je het onderscheid niet gemaakt hebt tussen jezelf en een vergelijking van de PVV met de NSB. Jij bent niet voor landverrader uitgekreten, nee: mensen die naar dezelfde feiten en ontwikkelingen kijken als jij, trekken een andere conclusie dan jij omdat ze bang zijn dat ze iemand in de kaart spelen die – dat had ik al gezegd.
Nu gebeurt het voortdurend dat mensen zich de dingen zeer persoonlijk gaan aantrekken als de oorlog in de discussie wordt gegooid. Vergelijkingen met de oorlog en de jodenvervolging zijn daarom, lieve Mirjam, beste Ad, ook als ze min of meer kloppen, niet zo handig als je je eigen overtuiging wilt toelichten. Ook als iemands uitingen je doen denken aan wat Goebbels heeft uitgekraamd, kun je je beter, want effectie-ver, richten op de concrete uitspraken van de te bestrijden figuur.
Ophouden dus met deze woordenstrijd. En ook geen gespierde taal, ‘ik daag uit’, en niet uitgaan van de angstige burgers die wij allen zouden zijn. Wij zijn burgers van een écht Koninkrijk en daar past geen angst bij. In kennelijke staat van opwinding stukjes schrijven legt het altijd af tegen de telefoon grijpen en een afspraak maken om eens even goed te praten, bij voorkeur bij een goede maaltijd. En voor debatten en discussies zouden we als vuistregel de voorwaarde aan kunnen houden die de wijze moslimdichter Saadi stelt: ‘Begin alleen te praten / als woorden werkelijk baten.’
Alex van Ligten