Homerus en wij
HOMERUS EN WIJ
Als leraar Nederlandse taal en literatuur ontmoet ik in het klaslokaal ook wel nieuw-Nederlandse leerlingen met – zeg – een Pakistaanse, Afghaanse of Iraanse achtergrond. We praten niet op een abstracte manier, maar veeleer gewoon – als buren – over wat ons bezighoudt – ook als het gaat om de religieuze identiteit.
Het letterkundeprogramma schrijft in 5 vwo voor aandacht te besteden aan een monument uit de Nederlandse cultuur: de Statenvertaling. Vanuit de leerlingen die thuis de Perzische taal Farsi spreken of een Pakistaans dialect en die daarnaast Koranverzen in de klassieke Arabische taal leren, luidt de vraag: waarom leren christelijke leerlingen eigenlijk niet een aantal verzen uit het Nieuwe en Oude Testament in de Griekse en Hebreeuwse taal? Zo brengt de ontmoeting tussen buren en culturen interessante vraagstukken op de agenda.
Aan deze gesprekken van alledag moest ik denken bij het lezen van ‘Het luistert nauw!’ Met een zekere treurnis bekijkt Ad van Nieuwpoort (IdW 30 augustus 2008) daarin de Nieuwe BijbelVertaling nader. De teneur? De vertaling is niet getrouw aan de grondtekst. ‘En wat begrijp je dan eigenlijk als je deze vertaling begrijpt?’ Vanuit mijn pluriforme groep leerlingen komt dan de vraag naar voren: waarom leren catechisanten eigenlijk niet enig Hebreeuws en Grieks?
Menno ter Braak heeft hier op een achterliggende misvatting gewezen (‘Homerus en wij,’ Verzameld Werk, deel 4, 275 – 283), de ernstige misvatting namelijk dat het origineel bestemd is voor een selecte groep en de vertaling ‘voor iedereen’ We moeten, zegt Ter Braak, met die opvatting afrekenen.
Wie enig Hebreeuws leert, weet dat zijn leren in feite een goede voorbereiding is voor vervolglectuur van de bijbel in vertaling. Wie niet de grondtalen leert, moet weten te leven met de illusie van een geautoriseerde vertaling. ‘En wat begrijp je dan eigenlijk?’
André van Dijk
[Als buren. Wolfram Weisse en Siebren Miedema nemen deze notie van Em. Lévinas als uitgangspunt over in het grote onderzoek: “The European Research Project on Religion and Education Amsterdam, Hamburg, Parijs, 2007 – 2009] Maastricht