Standvastig in de Heer (Filippenzen 4: 1-3)

logo-idW-oud

 

STANDVASTIG IN DE HEER

bij Filippenzen 4:1-3

Het komt in de beste families voor: dat conflicten de sfeer bederven en mensen tegen elkaar opzetten. Soms is daar aanleiding toe. Soms moeten conflicten worden uitgevochten, tot voor de rechter. Maar meestal zijn er andere motieven in het spel. Eergevoel, jaloezie, gekrenkte trots. Zijn wij dan nog bereikbaar voor het appel van het Evangelie? Het moet, zegt Paulus in zijn brief aan de Filippenzen. Christus heeft ons aan elkaar geschonken.

Filippenzen schenkt ons een blik midden in het zendingsbedrijf van de jonge kerk. Met Paulus’ gevangenschap in Rome is het evangelie van Jezus Christus doorgestoten tot het administratieve hart van het Romeinse wereldrijk: tot de ambtenaren, soldaten en slaven van ‘de huishouding van de keizer’ (1:13; 4:14). De naamlijst in Romeinen 16 vermeldt mogelijk hun namen.

In de tekstverzen horen we van twee vrouwen, Euodia en Syntyche. Beiden dragen zij een heidense naam, die duidt op geluk. Waarschijnlijk zijn zij bekeerlingen uit de heidenen. Beide vrouwen geven mede leiding aan de gemeente van Filippi. Daarmee is vanouds ook de naam van Lydia verbonden (Hand.16). Het zijn twee competente vrouwen, twee steunpilaren voor de gemeente. Maar ze leven in onmin. Door een conflict, waarvan de inhoud verder niet genoemd wordt. Paulus roept hen op, eensgezind te zijn en standvastig in de Heer. Om te staan in de liefde. Een rechtszaak als in 1 Korintiërs 6 dient vermeden te worden. ‘Mediation’ is een betere weg.

Paulus doet een beroep op het voorbeeld van Christus (‘in de Heer’). Dit is het overstijgende perspectief. Zij en wij zullen het voorbeeld van Christus volgen. Paulus schrijft beide vrouwen niet af vanwege hun conflict. Hij spreekt tot hen als tot een vriend. Zij hebben allebei met Paulus vanaf de eerste dag de verkondiging van het evangelie in Macedonië bevorderd. Zij horen zeker niet tot de ‘vijanden van het kruis’ uit 3:18. Paulus’ toon veronderstelt ook dat hun conflict oplosbaar is.

Over de identiteit van ‘mijn trouwe metgezel’ aan wie Paulus opdraagt in het conflict tussen Euodia en Syntyche te bemiddelen, zijn veel gissingen gedaan. Is Lydia hier bedoeld, Lucas, Timoteüs of Silas? Frappant is de uitleg van Erasmus. Hij meende dat Paulus hier zijn eigen vrouw bedoelt. Aanwijzingen uit 1 Korintiërs doen echter vermoeden dat Paulus ongehuwd was.

In deze dagen na Pinksteren worden wij geroepen standvastig te zijn in de Heer. Door Gods Geest te laten waaien, door eensgezind te zijn en het voorbeeld van Christus te volgen. De brief aan de Filippenzen laat zien wat gemeenteopbouw in de praktijk betekent. Eensgezindheid en onderling dienstbetoon maken ons vaardig tot alle goed werk.

Teunard van der Linden