Teruggaan tot de bronnen…

logo-idW-oud

 

TERUGGAAN TOT DE BRONNEN…

In zijn essay ‘Mystiek en hermeneutiek’ schrijft prof. R. Lubbers: ‘Een (post)moderne renaissance zou moeten leiden tot eigentijdse interpretaties, waarin tradities opnieuw worden doorlicht en naar de bron, de mens die erdoor wordt bezield, gevoerd worden.’ Een renaissance van Paulus’ getuigenis stond mij in mijn voorstelling voor ogen. Hij is een bron, waaruit de christelijke traditie heeft gedronken. De bron die diezelfde christelijke traditie deels heeft laten bevriezen, door dogmavorming, vastgeroeste stellingnamen en daaruit gedistilleerde leefregels, zoals over de positie van de vrouw, met Paulus in de rol van onderdrukker.

Ik las dat er in Griekenland stemmen opgaan om de Griekse mythologie weer tot levende godsdienst te herroepen. Daar kun je vragen bij stellen. Zeker is dat bijv. in de psychologie de mythologie zeggingskracht blijft houden. Uitdrukking als Oedipuscomplex, het paard van Troje, of Chronos die zijn eigen kinderen opeet, functioneren als geestelijke werkelijkheden. Het subject, dat terug naar de bronnen gaat, vermoedt dat er water heeft gestroomd!

Met behulp van de psychodiagnostiek van prof. Lubbers kom ik tot vier nodige transformaties omtrent de actualisatie van Paulus: betreffende zijn persoon, de zaak, de context en de actualiteit. Zo stel ik de volgende vragen: a. Wie was Paulus en wie ben ik? b. Wat was zijn hoofdinteresse en hoe sta ik daarin? c. In welke context leefde Paulus en wat is mijn context? d. Wat is de blijvende actualiteit van Paulus en hoe bepaalt dit mijn christen zijn?

a. Paulus is geboren in Tarsus. Het Rotterdam van zijn dagen. Een havenplaats, gelegen aan de zijderoute. Hij was vertrouwd met de multiculturele samenleving. Zijn ouders waren Romeinse staatsburgers èn Jood. Hij kende het Romeinse recht, waar hij zich ook op beroept. Paulus was een leerling van joodse schriftgeleerden. Jezus van Nazareth heeft hij nooit ontmoet, al moet hij gelijktijdig met Jezus in Jeruzalem zijn geweest. Hij vervolgt aanvankelijk de volgelingen van Jezus. De waarheid van Jezus, die bestond uit een voor velen verrassende interpretatie van de Thora, gaf een uitleg die een ruimte bood, waar vele joden in zijn dagen geen oren naar hadden. Zijn interpretatie heeft Jezus aan het kruis gebracht. Daarom heeft Paulus het later zo vaak, als apostel, over legalisme dat leidt tot het kruis. De gekruisigde Christus wordt één van zijn centrale thema’s. Op de weg naar Damascus wordt hij ‘ontdekt aan zichzelf’, als een hemelse stem hem roept. ‘Saul, Saul, waarom vervolgt u mij? Paulus vraagt dan: ‘Wie bent u Heer?’ De stem zegt: ‘Ik ben Jezus, die jij vervolgt!’

Deze ingrijpende ervaring wordt de bekering van Paulus genoemd. Ik spreek liever van de zelfontdekking van Paulus. Paulus ontdekt door deze confrontatie dat hij de Thora, die voor de hele wereld bedoeld was, verkeerd heeft verstaan. Te etnocentrisch. Wat Jezus deed, rondgaan en liefde prediken, zou hij nu ook moeten doen. Op dat vermogen voelt hij zich aangesproken. Hij heeft zijn energie verkeerd gebruikt. In Damascus wordt hij gedoopt door Ananias en lid van de christelijke gemeente. Driemaal verhaalt Paulus deze gebeurtenis. Hij schrijft dat Jezus hem verschenen is als een ‘ontijdig geborene’. Bedoeld is: ik kon het al weten, maar ik zag het niet.

Wie ben ikzelf? Ik kom uit een hervormd gezin, waar de godsdienst in een mild en weldadig klimaat werd beoefend. De kerk hoort bij mijn leven als het monument op de Dam bij Nederland. Het is het centrum van mijn oriëntatie en van mijn geschiedenis. De theologiestudie heeft de referenties van het ouderlijk huis, de christelijke school en het kerklid zijn, intellectueel verdiept. Deze referentie is door mijn studie en ervaring als predikant, steeds effectief en affectief gevoed. Christus als mens van God gegeven, is voor mij de sleutel tot het verstaan van de condition humaine. Ik verwonder me dagelijks over deze kennis. Het is als in het gedicht waarvan Rutger Kopland zegt: ‘Voor wat betreft de puur verbale aspecten is een gedicht te vergelijken met een schaakspel dat is afgebroken in een boeiende stand. Het is nog niet duidelijk hoe het zal aflopen; er is al veel gebeurd, maar wat en waarom; er is al een geschiedenis, maar welke, er is een soort dynamiek met een geheimzinnige achtergrond.’

b. Wat was de hoofdinteresse van Paulus? Wat de joden voor ‘zichzelf hielden’, heeft Paulus in de ontmoeting met Christus ervaren als onmiskenbaar voor de volken. Daarom valt voor Paulus over de God van Israël niet meer te spreken buiten Christus om. Dat is zijn hoofdstelling en dat heeft Paulus voor joden vaak tot een onbetrouwbare partner gemaakt. Het moet een theologisch prisoners dilemma geweest zijn. Als iemand: zegt “je hebt me verraden” en de ander zegt: “ik heb je beter begrepen dan jij jezelf begrijpt”, dan is dat een vorm van wederzijdse gevangschap in de perceptie. Het is meer: het is tragisch! Om zijn verstaan van de boodschap van Jezus goed uit te kunnen dragen, heeft Paulus met leerlingen van Jezus in Jeruzalem (Petrus, Jacobus e.a. ) afspraken gemaakt. Paulus zou als apostel aan de heidenen geen andere eisen stellen dan te stoppen met tempelprostitutie, het eten van vlees waarin nog bloed was, en het houden van de sabbat. De besnijdenis als eis tot toetreding kwam te vervallen! De doop kwam ervoor in de plaats en maakte man en vrouw (ritueel) in principe gelijk. Het kennen van Christus is een stap verder in de menselijke verhoudingen: de liefde die zichzelf niet zoekt, wordt leefregel in alles (I Kor.13).

Voor mijzelf is het ultieme, te leren verstaan wat menselijke vrijheid impliceert. Wetten en conventies, juist ook de godsdienstige, zijn beschermende jassen, die op enig moment kunnen worden afgedaan of weer aangetrokken, maar dan altijd als een act uit innerlijke vrijheid. Er ontstaat, in het denken over de vrijheid, daardoor een fijnmazig besef van waarden en normen. Het is een vrijheid naar voren en naar achteren. Paulus gebruikt het beeld van de renbaan. Ik parafraseer: ‘Iedereen die aan de wedstrijd van het leven deelneemt,beheerst zich in alles. Atleten doen het voor een vergankelijke erekrans, wij voor een onvergankelijke’(I Cor. 9:24). Het toekomstige leven schept ruimte voor dit leven!

c. In welke context leefde Paulus? Zoals gezegd was Paulus Jood èn Romein. Hij sprak meerdere talen. Hij was door zijn Thorastudie gevoed in de Messiasverwachting. Albert Schweitzer heeft in een studie over Paulus, hem vooral ook als apocalypticus geschilderd. De tijd loopt ten einde, de komst van Christus is op handen. Dat inspireerde Paulus voortvarend te werk te gaan. Hij wilde heel de bewoonde wereld tot aan Spanje bereiken. Zijn ethiek is hierdoor te zien als een voorlopige ethiek. Als de tijd van de wederkomst alle verhoudingen omzet naar Gods orde, dan doen onze gefixeerde religieuze regels er minder toe. Fundamentalisten en woordfetisjisten zouden dat moeten snappen. Dan was er veel gewonnen. Het valt van Paulus niet te verwachten dat hij de slavernij afschaft. Tegen een bevriende christen zegt hij, als hij een slaaf naar zijn vroegere meeste terugstuurt : bedenk wel, dit is een broeder in Christus; ga anders met hem om dan je gewend was. Er is een positie van gelijkwaardigheid tussen jullie ontstaan. De hermeneutische sleuteltekst is Galaten 3:28: ‘Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus.’ Deze tekst wordt wel het Magna Charta van Paulus genoemd, zoals het Magna Charta van 1215 in Engeland de democratie inluidde. De maatschappelijke verhoudingen zullen van binnenuit veranderen als de christelijke gemeenten dit voorleven. Dat is Paulus’ diepste drive! De tragiek is, anders kan ik het niet noemen, dat veel christenen deze tekst niet sleuteltekst wensen aan te wenden. De Kerk heeft in haar uitleg Paulus vastgepind op zijn eigen context. De verhouding man – vrouw is daarvan het meest illustratieve voorbeeld.

Mijn eigen context is de multiculturele samenleving in Nederland. In Bilthoven, als green village, soms wel erg vervreemdend, in vergelijking met het multiculturele leven in de steden. Mijn context is die van secularisatie en relevantieverlies van de godsdienst als maatschappelijke factor. De invloed van de Islam wordt door menigeen in ons land als een achteruitgang gezien. Daar is iets van waar als we denken aan het islamitische wetsdenken. Anderzijds stelt de Islam de vraag naar God in het openbare leven, als een bron van handel en wandel, van aanbidding, pedagogiek, ethiek en hermeneutiek. Ook economisch heeft de Islam ideeën, over rente bijv., die het overdenken meer dan waard zijn. Ik beleef Paulus daarin als een mens, die de vragen van de samenleving serieus neemt. In mijn programma houdt Paulus daarom een rede op de Albert Cuyp. Paulus vraagt ook respect voor de overheid, als acceptatie van het feit dat er een overheid moet zijn. Zo wil ik als christen een burger zijn binnen de Nederlandse democratie. Altijd een andere orde verwachtend binnen de gestelde orde. Bijbels gezegd: het Koninkrijk van God.

d. De blijvende kwaliteit van Paulus is voor mij dat Paulus de vrijheid van het W(w)oord centraal stelt. Hij is er zelf menigmaal het slachtoffer van geworden. Amnesty International zou voor hem de ene na de andere schrijfactie hebben kunnen opzetten. In zijn omgang met de lijdende Christus ligt voor hem een acceptatie van het onverloste mens-zijn. Het is, in het beeld van Kopland, het schaakspel aanvaarden. Met dit verschil, dat de meesterzet is gezet door de menswording van God in Christus. Daardoor is het leven vol verwachting geworden. De liefde is sterker dan de dood. De opstanding van Christus geeft ons steeds weer hoop.

In Pergamum bezocht ik op een Paulusreis het oude heiligdom van Aesclepius. Bij de ingangsweg stond: ‘De dood is hier niet welkom’. Wie geen kans maakte op genezing, kon niet geholpen worden. Een reisgenoot vertelde me van haar broer, die een kankertherapie in Amerika wilde ondergaan. De arts zei: ik kan u niet helpen. De kans op genezing is te gering, en dat is ongunstig voor onze statistieken als kliniek. Paulus verhaalt van het vergankelijke lichaam, dat een onvergankelijk lichaam aandoet. Dat is andere taal over leven, dood en hulp!

Paulus is ook degene die het legalisme afwijst, na het zelf aangehangen te hebben. De wet wordt een sparringpartner voor de eigen persoonsontwikkeling, waarbij boven de wet een levende verhouding met Christus staat.

‘Teruggaan tot de bronnen is geloven dat er water heeft gestroomd’. Zo zou de volledige titel moeten luiden van deze bijdrage. Prof. Van Kooten uit Groningen zegt: ‘Paulus is intellectueel en religieus – wijsgerig een tijger, die door de kerkelijke annexatie tot een huiskat is gemaakt.’ Paulus is een kerkelijk systeem binnengetrokken, en daardoor lijkt het alsof de bron is opgedroogd. Zo zou je het ook kunnen zeggen. Door Paulus opnieuw te ontmoeten als een mens van vlees en bloed, met een overweldigende mystieke ervaring, meen ik zelf geholpen te zijn om de weg naar persoonlijke vrijheid (onthechting). ‘Want u zijt geroepen om vrij te zijn’. (Gal. 5:13). Dat is voor mij de kern!

René van den Beld

De schrijver van dit artikel is predikant te Bilthoven en speelde als schrijver-acteur 70 keer de voorstelling ‘Paulus reiziger met bagage’.