Bij Schleiermacher

logo-idW-oud

 

BIJ SCHLEIERMACHER

Toen Schleiermacher in 1796 naar Berlijn verhuisde, vond hij voor de eerste tijd een eenvoudig onderkomen in het Charité-hospitaal. Hij had een functie gekregen als ziekenhuispredikant en ging voor in de Charité-kapel. Behalve patiënten waren er ook mensen uit de omgeving van de Charité die deze diensten bezochten. Schleiermacher moest daarvoor zijn taalgebruik erg aanpassen want het niveau van zijn toehoorders was stukken lager dan wat hij in Landsberg gewend was.

In het Charité-ziekenhuis leerde hij Dr. Marcus Herz kennen, een joodse arts die als student indruk gemaakt had op Kant en bekend stond om zijn publicaties en voordrachten. Herz was gehuwd met de zeventien jaar jongere Henriette de Lemos, dochter van een joodse arts en van Portugese afkomst. Henriette was toen tweeëndertig en stond bekend als een buitengewoon ontwikkelde vrouw. In haar privé-salon ontving zij de culturele elite van Berlijn. Schleiermacher werd een geregelde bezoeker van deze salon. Het geestelijke klimaat werd beheerst door elementen uit de Verlichting en de Romantiek. Zo ontmoette Schleiermacher daar verlichte verachters van de religie zoals Nicolai, Gedike, Biester en Engel, maar ook vereerders van de religie waaronder Schlegel, Tieck en Novalis. Uit de discussies die hij met hen voerde kwam de idee voort dat religie een typisch menselijke behoefte is in combinatie met een afhankelijkheidsgevoel van het Universum. In de periode die daarop volgde heeft Henriette Herz hem aangemoedigd om deze gedachten op schrift te stellen. Henriette was in intellectueel opzicht een gelijkwaardige gesprekspartner voor Schleiermacher. Zij beheerste tien talen en had een brede wetenschappelijke belangstelling. Met haar las hij ‘Wilhelm Meister’. En aan zijn zuster schreef Schleiermacher over Henriette: “Es ist eine recht vertraute und herzliche Freundschaft, wobei von Mann und Frau aber garnicht die Rede ist.” En vervolgens: “Sie hat mich italienisch gelehrt, oder thut es vielmehr noch, wir lesen Shakespeare zusammen, wir beschäftigen uns mit Physik, ich theile ihr etwas von meiner Naturkenntniß mit, wir lesen bald dies bald jenes aus einem guten deutschen Buch, dazwischen gehn wir in den schönsten Stunden spazieren und reden recht aus dem innersten des Gemüthes mit einander über die wichtigsten Dinge”. Zonder haar aanwezigheid zouden de ‘Reden über die Religion’ vermoedelijk nooit voltooid zijn, onder andere door haar bemoedigende brieven die Schleiermacher als medicijn beschouwde als het schrijven weer niet erg vlotte. Henriette vervulde voor Schleiermacher de rol die vrouwen zo vaak op de achtergrond voor ‘grote mannen’ hebben gespeeld, dat wil zeggen dat ze onmisbaar waren voor het bereiken van belangrijke resultaten en tegelijkertijd onzichtbaar bleven.

Taubenstraße 3

Later zou Schleiermacher hoogleraar in de theologie en filosofie worden aan de nieuwe Berlijnse universiteit (de latere Humboldt-Universität) en predikant aan de Dreifaltigkeitskirche.

De Humboldt-Universität is er nog steeds en siert zich in deze tijd graag met namen als Hegel, Schopenhauer en Marx, maar de Dreifaltigkeitskirche is verdwenen. De Dreifaltigkeitsgemeinde is opgegaan in de Evangelische Kirchengemeinde in der Friedrichstadt (in de Französischer Dom am Gendarmenmarkt). Schleiermachers woning in de Taubenstraße 3, niet ver verwijderd van de Gendarmenmarkt, doet tegenwoordig dienst als wijkgebouw van de Ev. Kirchengemeinde in der Friedrichstadt. Wat eveneens nog voortleeft, zijn de culturele avonden. Mede omdat Schleiermacher een geziene gast was van de Berlijnse salons. In het grote gele Schleiermacher-Haus is elke eerste maandag van de maand “etwas Schönes und/oder Interessantes”. Voor de komende tijd staan er bei Schleiermacher op het programma: voordrachten van en discussies met Berlijnse bestuurders, Spaanse en Duitse liederen van Manuel de Falla en Robert Schumann, kamermuziek van Mozart, Dvo˘rak en Grieg. In de grote woonkamer hangt het bekende schilderij van Schleiermacher en in de achtertuin staat, enigszins verscholen tussen de struiken, het ietwat gehavende borstbeeld van Schleiermacher.

In 1968 werd aan Karl Barth gevraagd om het nawoord te schrijven in een bundel teksten van Schleiermacher. Daarin schrijft Barth dat hij zijn kritische bespreking van Schleiermachers dogmatiek nog niet voltooid heeft en dat hij daarom hoopt op een voortzetting van de discussie met Schleiermacher in de hemel. Dan zullen er ernstige zaken besproken moeten worden, maar zal er ook veel gelachen worden. ‘Wie gut haben’s doch die Theologen’. (Barth, Karl: Nachwort zu: Schleiermacher – Auswahl von Heinz Boll, Siebenstern Taschenbuchverlag, München u. Hamburg, 1968).

Daan Thoomes

Literatuur:
Kroon, T. en B. Levering (red.), Grote pedagogen in klein bestek. Amsterdam, SWP, 2007
sub voce ‘Friedrich Schleiermacher’
Hopfner, J., Zwischen Kanzel und Salon: Friedrich Schleiermacher und Henriette Herz. Ein Beispiel für den weiblichen Einfluß auf die Pädagogik. In: Vierteljahrsschrift für Wissenschaftliche Pädagogik, Heft 4/2000, S. 532-544