Zondagochtend, Museo d’Agostino

logoIdW

zondagochtend, Museo d‘Agostino

Was ik het niet die door de stegen

liep van Genua, zoals eens Nietzsche,

voor zijn eeuwig Naumburg op de vlucht?

Totdat ik U ontmoette.

 

In tweevoud hing U daar. Met nagels

eerst bevestigd aan de kale wand

waar hand en voet zich goed voor leenden.

Mijn Heer, alsof uw kruis verloren was en U

daar hing als ding dat ons bestaan terecht

profaniseerde. Tot verf gestold het bloed

dat uit uw zijde ging.

 

Maar toen, een zaal daarna, U was uit lichter

hout gesneden. U hing, uw armen wijd gespreid,

als om te springen in het grote niets

dat voor uw voeten openging voor allen.

Niets heb ik meer gezien van wat er volgde

op uw sprong. Ik liep ontzet de zondag in,

aan elke val ontvallen.

Wessel ten Boom