Wat is de natie waard?

logo-idW-oud

 

WAT IS DE NATIE WAARD?

In de jaren dertig van de vorige eeuw zat ik ijverig boekjes over onze vaderlandse geschiedenis te lezen en ik hield daar het gevoel aan over dat God ons wel heel bijzonder vond: we hadden een wit voetje bij God. Zo deelde ik in het aan het eind van de negentiende eeuw in Europa opgekomen nationalisme waarin volkeren zichzelf een messiaanse rol toedichtten.

Met dit nationalisme was het na 1945 uit en voorbij. Maar mogen we nu nog nationaal gevoel hebben, van ons vaderland houden? Of het mag of niet: ik doe het wèl. De dijken langs de grote rivieren, de oude stadjes: Harderwijk met de Vispoort, Middelburg met de abdij, de Bakenessertoren in Haarlem, noem maar op. Hebben we ook nationale deugden? Als ik daarover praat houd ik niet een, maar twee, drie, vier, vijf slagen om de arm. Ik zeg dan dat matiging een Nederlandse deugd is: politieke en maatschappelijke conflicten worden niet tot het bittere einde uitgevochten: we moeten het met elkaar zien te rooien, we hebben altijd gepolderd en dat doen we nog steeds. Wel worden kerkelijke conflicten uitgevochten tot er scheuringen komen: het aantal ‘herstelden’ is aan het begin van deze eeuw al niet meer te tellen: herstelde hervormden, herstelde gereformeerden, enzovoort. Hebben we ook nationale ondeugden? Ja, die hebben we: moralisme met de daarop onherroepelijk volgende huichelarij. Dat ons land als ‘gidsland’ gepresenteerd wordt zonder dat er een homerisch gelach opgaat spreekt boekdelen. Nog maar een paar jaar geleden ging er een stroom briefkaarten met ‘Ik ben woedend’ naar Duitsland. We leren het nooit.

Onze vaderlandse geschiedenis begint in de zestiende eeuw, met de opstand tegen Spanje. Waarom kwamen we in opstand? Omdat we geen verhoging van belasting wilden, omdat de steden en de adel hun privileges wilden houden, omdat gematigde rooms-katholieken de Inquisitie liever kwijt dan rijk waren, omdat wij ‘gereformeerden’ vrij naar de kerk wilden gaan? Al die redenen zijn er geweest maar in de strijd tegen Spanje waren de ‘gereformeerden’ het meest onverzettelijk. Zie gezang 418 uit het liedboek, met name de laatste regels van vers 2. (Dit lied is gemaakt na of tijdens de strafexpeditie van Don Frederik in 1573.) In de donkerste jaren van de opstand hebben zij volgehouden en daarom heeft Willem van Oranje zich bij hen aangesloten. Als zij niet volgehouden hadden waren we nog eeuwen vanuit Brussel geregeerd en door Rome gekoeioneerd.

Zonder het gereformeerde protestantisme was er misschien helemaal geen Nederland geweest. Wat is daar nu nog van over? Bitter, bitter weinig! In onze tijd vallen gereformeerde protestanten de buitenwacht op door twisten die ze niet kan begrijpen, en die deze buitenwacht van mij ook niet hoeft te begrijpen.

Even terzijde: wie is de grootste Nederlander? Ik heb getwijfeld over Willem van Oranje en Michiel de Ruyter en uiteindelijk voor de laatste gekozen. We hebben aan Willemvader veel, zo niet alles te danken, maar ik blijf hem ondoorzichtig vinden. Het leven van De Ruyter is een open boek: hij hield niet van vechten, maar wanneer de regering een beroep op hem deed was hij present. In 1672-1674 heeft hij onze kust bekwaam verdedigd en een Engelse landing weten te voorkomen. Hij verliet de vloot niet voordat zijn matrozen hun geld gekregen hadden. Vrouwen van matrozen die zich benadeeld voelden schreven brieven aan mevrouw De Ruyter en – kregen antwoord. Thuis las Michiel lange stukken uit de bijbel voor en dan had iedereen maar te luisteren.

In Handelingen 17:26-27 lees ik: ‘Uit één mens heeft hij de hele mensheid gemaakt, die hij over de hele aarde heeft verspreid: voor elk volk heeft hij een tijdperk vastgesteld en hij heeft de grenzen van hun woongebied bepaald. Het was Gods bedoeling dat ze hem zouden zoeken en hem al tastend zouden kunnen vinden, aangezien hij van niemand van ons ver weg is’. Het lijkt alsof er iets van de glans van Israël op de volkeren afstraalt: Israël heeft het land gekregen om God te dienen en dat is voor de volkeren, ook voor Nederland, net zo. Ja, je ziet ze zomaar bezig, die zestien miljoen Nederlanders, met het zoeken tasten naar God! Als daar al iets van terechtkomt is het de zaak van een ‘rest’, zoals in Israël. Maar is die ‘rest’ er in ons land? – Een eeuwig Nederland is bij God niet bekend, dat is ook duidelijk.

Timmermans en Geense

Ik zie geen enkele reden waarom de Fransen, zoals van 1795-1813, of de Duitsers, zoals van 1940-1945, in ons land de lakens uit zouden delen. Maar Timmermans heeft me in het Buitenhof van 22 juni wel overtuigd. Europa is voor ons al van groot belang geweest, zie het voorkomen van een financiële crisis en de andere dingen die hij noemt. Europa moet ook dingen gaan doen die we alleen samen kunnen doen, zoals de bestrijding van internationale criminaliteit. Timmermans geeft toe dat politici zoals hij Europa niet goed ‘verkocht’ hebben. Als hij en zijn collega’s duidelijker maken dat Europa ook een nationaal belang is zal ik hun dankbaar zijn.

Maar ik maak wel een paar kanttekeningen. Op het ogenblik treedt Europa naar aanleiding van Georgië wel als een eenheid op maar dat is eerder een uitzondering. Vroegere ‘grote mogendheden’ zoals Engeland, Frankrijk en Duitsland voeren allemaal hun eigen buitenlands- en defensiebeleid. Ik geloof niet dat dat ooit echt veranderen zal. De Europese Unie zal in feite wel een zone voor vrije handel worden, met federale instellingen met vrij grote bevoegdheden.

Het artikel van Geense vind ik prachtig. We kunnen wel parmantig over onze Europese ‘waarden’ praten, maar we moeten wel weten wat we in de wereld aangericht hebben en dat Auschwitz in Europa ligt. Protestanten zijn in Europa een minderheid. Ze moeten niet proberen macht te krijgen door bijvoorbeeld in Brussel een lobby te vormen. De kracht van het protestantisme zit hem in het protestantisme zoals dat Geense voor ogen staat. Zie wat hij zegt over de vrijheid van het nooit-genoeg en de vrijheid van vergeving. In de politiek gaat het nooit over de strijd van het absoluut goede tegen het absoluut kwade: het onderscheid tussen goed en kwaad in de politiek is altijd relatief.

Zullen er veel mensen zijn die protestants op de manier van Geense in en met Europa bezig zijn? Martin Niemöller zei eens dat Sodom gespaard zou zijn gebleven als er tien rechtvaardigen geweest zouden zijn.

A. Spijkerboer