Psalm 117

logoIdW

 

PSALM 117

Bert van Kooij valt in afgelopen IdW 41/6 over Valetons exegese van psalm 117. Hij heeft natuurlijk gelijk – leerden wij niet van K.H. Miskotte: ‘niet het monotheïsme is bijzonder maar dat deze God onze God wil zijn’. Nou dan.

Nu was Valeton een 19e-eeuwer die in grote concepten dacht en schreef. Trekken we dat eraf – we kunnen Valeton niet kwalijk nemen dat hij Miskotte niet gelezen heeft –, heeft hij toch een punt. Volken / naties worden aan het begin van het lied opgeroepen de Heer te loven omdat (laatste regels) ‘over ons sterk is zijn goedertierenheid en trouw’.

Het punt is nu dat ‘over ons’. Je bent geneigd te denken: dat is natuurlijk het gewelf van Genesis 1 of de hemel zoals hij in andere psalmen voorkomt. Waarmee qua plaats en tijd (laatste regel) weidse perspectieven worden aangeduid. Je zou bijna woorden gaan gebruiken als ‘absoluut’ en ‘heerschappij’.

Ik meen dus dat Van Kooij wat betreft Valeton met een kanon geschoten heeft op een mug en deze verbrijzeld heeft. Dat is even knap als jammer. Want daarmee is ook het punt weg dat we van Valeton hadden kunnen leren dat de psalm zich uitstrekt de breedte in en naar de toekomst.

Wout van der Spek

Auteur is predikant van de Protestantse Gemeente in Delft