Literatuur als spiegel van het recht

logoIdW

 

LITERATUUR ALS SPIEGEL VAN HET RECHT

Hans Nieuwenhuis, emeritus-hoogleraar Burgerlijk Recht aan de Leidse Universiteit,

deed een boekje het licht zien waarin hij beschrijft hoe de invloed van denkers en dichters door de eeuwen heen zichtbaar is geworden in het recht en de rechtspraak. Geen recht zonder verbeelding en geen verbeelding zonder mensbeeld. Hij gaf zijn geschrift de titel Kant & Co.

In vijfentwintig kleine hoofdstukjes wordt uit de doeken gedaan hoe de wereldliteratuur is doorspekt met voorlopige antwoorden op de vraag: wie is de mens? Daarachter steken drie te onderscheiden mensbeelden. Niewenhuis noemt ze: theonoom (God schiep de mens naar zijn beeld, Zijn wil is wet), autonoom (de mens is zijn eigen wetgever) en zoönoom (de mens en andere zoogdieren stammen af van gemeenschappelijke voorouders, het gedrag van andere groepsgewijs levende diersoorten leveren navolgbare voorbeelden).

Het betoog start bij de affaire van David rond Uria en Batseba en wat Paulus, Kant en Darwin daarover te zeggen hebben. Effi Briest komt ter sprake die evenals het Turkse meisje Gül op zeventienjarige leeftijd trouwt. Bij de zoönomie wordt gesteld: mag de reddend zwemmende Hutu, onder het motto ‘Eigen stam eerst’ het stroblonde Zweedse kind laten verdrinken ten behoeve van het stamverwante kind? Mijn gedachten gingen naar het grote dorp waarin moest worden gekozen tussen twee kerkgebouwen, het oude Hervormde kerkje bleef buiten schot. Er was een nieuwe Gereformeerde kerk vlakbij het oude kerkje en een Hervormde kerk een eind verder op, mooi voor de spreiding. Maar het besluit viel: het werd de twee kerken vlak naast elkaar; een zoölogisch besluit, zoals het hoofdstuk over Darwin eindigt: eigen zaad eerst.

De grote rechtsgeleerde Paul Scholten (1875-1946) formuleert: ‘Het recht rekent de mens zijn handelingen toe, recht is toerekening.’ Vandaar dat veroordeling tot schadevergoeding en gevangenisstraf of geldboete berusten op het verwijt: u had niet alleen anders móeten handelen, u had ook anders kúnnen handelen. Maar Mephisto concludeert in Goethe’s Faust: ‘Du glaubst zu schieben und du wirst geschoben.’ Dezelfde Scholten zei al in 1924: ‘zedelijk […] leren romans ons meer dan stelsels of voorschriften.’ De romans L’étranger en Sophie’s Choice zijn lessen in dubbelzinnigheid, oefeningen in katharsis, verhalen die niet worden ‘begrepen’ zoals de stelling van Pythagoras wordt begrepen, maar worden ‘beleefd’. Erleben is volgens de Duitse filosoof Dilthey de kern van de hermeneuthiek. Zo vertelt ons Herodotos in de vijfde eeuw v. Chr. van Carthagers die handel drijven met Afrikaanse inboorlingen. Eerst zetten ze hun spullen op het strand, klimmen weer aan boord en geven met rooksignalen aan dat de inboorlingen nu aan zet zijn; die leggen goud neer. Dan komen de Carthagers weer van boord en bekijken het goud; is het voldoende dan varen ze weg, zo niet dan blijven ze wachten. Een kwestie van wederzijds vertrouwen, van do ut des, ik geef opdat jij geeft.

In Venetië laat Shakespeare een koopman optreden die belaagd wordt door de buitengewone wreedheid van de jood Shylock die een pond van zijn vlees af wil afsnijden. Maar het feest gaat niet door omdat er geen druppel christelijk bloed mag vloeien. In beide verhalen gaat het om naastenliefde tot de wederpartij, Op het eind van het boek voert Nieuwenhuis ons na Carthago en Venetië mee naar een derde stad, Batavia. In zijn frontale aanval op bestaand onrecht vergelijkt Multatuli zelf Havelaar’s taal met de stijl van de profeten van het Oude Testament: het prachtige verhaal van liefde en dood: Saïd en Adinda. Het rechtsgevoel komt verhalenderwijs tot leven.

‘Partijen hierna te noemen: Douwe Egberts, de Provincie Groningen en Max Havelaar.’ Max Havelaar was in 2007 aanwezig in de rechtszaal van de Rechtbank Groningen, niet als romanpersoon, maar als rechtspersoon: de stichting Max Havelaar, gevestigd te Utrecht.

Kan je een overeenkomst met een bandenverkoper omgedaan maken als blijkt dat het rubber in Liberia is verkregen met behulp van ongeschoolde kinderen? Ja, aldus de Leidse hoogleraar Castermans: te veel oneerlijk zweet aan deze banden.

Aan het slot komen we via Nietzsche terecht bij Pico della Mirandola die op 23 jarige leeftijd een verhandeling schreef over de menselijke waardigheid, Oratio de hominis dignitate, met een drievoudig mensbeeld. Als je bereid bent je ongeloof vrijwillig te schorsen kun je ontvankelijk worden voor de ervaring van ‘poetic faith’, aldus Coleridge. ‘Kortom’, zegt Nieuwenhuis, ‘een letterkundige anthropologie van het recht weet wel raad met het theonoom, autonoom en zoönoom mensbeeld’.

S.L.Schoch

Hans Nieuwenhuis, Kant & Co. Literatuur als spiegel van het recht, Amsterdam: Balans, 2011