Schapen met een herder

logoIdW

 

SCHAPEN MET EEN HERDER

Klas 6 gymnasium leest De Wolken. Na een korte introductie en een declamatie een gesprek over dit gedicht van Martinus Nijhoff.

De Wolken

Ik droeg nog kleine kleeren, en ik lag
Lang-uit met moeder in de warme hei,
De wolken schoven boven ons voorbij
En moeder vroeg wat ‘k in de wolken zag

En ik riep: Scandinavië, en: eenden,
Daar gaat een dame, schapen met een herder-
De wond’ren werden woord en dreven verder,
Maar ‘k zag dat moeder met een glimlach weende.

Toen kwam de tijd dat ‘k niet naar boven keek,
Ofschoon de hemel vol van wolken hing,
Ik greep niet naar de vlucht van ‘t vreemde ding
Dat met zijn schaduw langs mijn leven streek.

-Nu ligt mijn jongen naast mij in de heide
En wijst me wat hij in de wolken ziet,
Nu schrei ik zelf, en zie in het verschiet
De verre wolken waarom moeder schreide-

Vragen te over. Welke leeftijd zou de kleine jongen hebben? Welke gegevens leiden tot een leeftijdsbepaling? Wat betekent het dat moeder met een glimlach weende? Op welke levens- fase doelt de dichter als hij spreekt over een tijd waarin de ik niet naar boven kijkt? Wat houdt het zien van de verre wolken in het verschiet in?

Een leerling merkt op dat de jongen trots is op zijn aardrijkskundige kennis. Scandinavië: dat was leerstof van klas 5, waarschijnlijk zit de jongen nog in de vierde klas.

Een andere leerling wijst op de merkwaardige woordvolgorde. De standaardtaal spreekt over Een herder met zijn schapen. Hier lezen we: “schapen met een herder.” Zeker vanwege het volgende rijm. Maar allicht is er meer. Allicht is er een impliciet contrast. Er zijn ook schapen zonder herder. Zie maar de ietwat obscure derde strofe. Zie uiteindelijk weer de vader-herder in de vierde strofe die let op de tekenen des hemels.

Wat een fragiel gespreksverloop. Betekenistoekenning met als onverwachte sleutel wat moeder en kind in de wolken zien. Niemand protesteerde. Het was goed zo. Na de analyse en de interpretatie gaat de les verder met de uitnodiging om een beargumenteerd oordeel te geven over het gedicht.

Het gesprek bracht me de studie over de toekomst van de geesteswetenschappen in de geest. Yves Citton publi-ceerde onlangs “L‘avenir des humanités. Economie de la connaissance ou cultures de l‘interpretation?” Zeker, de EU heeft de ambitie geformuleerd om de meest competitieve kennissamenleving ter wereld te worden. We leven in een dynamische kenniseconomie. Er is sprake van opslagbare, uitwisselbare kennis met een zich versnellende omloop. Content. Contentmanagement.

Daartegenover staat evenwel de interpretatieve cultuur, de leescultuur van het geduld, van het afpellen van beteke-nislagen en het onderzoeken van uiteenlopende betekenisruimtes die de bouw inhouden van een gedicht of een voordracht of een betoog. Het lezen om die lagen te ontdekken is een complexe aangelegenheid, nooit is er vooraf duidelijkheid over de uitkomsten, een interpretatieve gemeenschap vindt zonder ophouden ideeën en denkrichtingen en voegt die toe aan bestaande verbanden of doet inzichten kantelen. Er is sprake van een alternatieve vorm van begrip. Het zich toe-eigenen van teksten is dan ook een geheel eigen – andere vorm van intelligentie (dan de over-dracht van kennis).

Hoe – volgens Yves Citton – introduceert de school of de academie het beste de cultuur van de interprétation inven-trice – de vindingrijke interpretatie? Interactiviteit verdient de voorkeur boven het communiceren van bestaande (afge-sloten) inhouden. Intensieve gedachtenuitwisselingen, met persoonlijke uitspraken en voorvallen, creatieve diversiteit, gesprekken tussen ervaren en inkomende lezers. Geen transmissie van kennis, maar een gezamenlijke inspanning om tot betekenistoekenning te komen.

André van Dijk

Literatuurvermelding: Yves Citton “L‘avenir des humanités. Economie de la connaissance ou cultures de l‘interpretation?” Editions La Découverte, Paris, 2010. Jean-Louis Jeanelle: Eloge de l‘interprétation. Le Monde, 27 augustus 2010.