Karl Barth viert vandaag zijn 75e verjaardag
Karl Barth viert vandaag zijn 75ste verjaardag
Vandaag viert de Zwitserse hoogleraar Karl Barth zijn vijfenzeventigste verjaardag. Hoewel de meeste hoogleraren aftreden als zij zeventig jaar worden, geeft hij nog steeds college aan de universiteit van Basel en nog altijd werkt hij aan zijn “Kirchliche Dogmatik”, een studie die lang voor hij voltooid is reeds wereldvermaard is geworden. De grote vraag is of Barth dit gigantische werk zal kunnen afmaken.
Barth werd in 1886 in Bazel geboren, waar hij nu doceert. Hij was de zoon van een professor in de theologie, terwijl ook zijn zoon weer hoogleraar is geworden in de theologie en doceert aan de Universiteit van Chicago.
Zijn eerste gemeente was het kleine dorpje Safenwil in het Zwitserse kanton Aargau. Daar begon hij de toenmalige theologie de toetsen aan de praktijk. Er klopte iets niet. Om een antwoord te vinden begon hij met zijn studie van de brief van Paulus aan de Romeinen.
Misschien heeft Barth voor de gewone kerkmensen wel in de eerste plaats zijn stralenkrans wat verloren, omdat hij zich tegenover het communisme zo heel anders heeft uitgelaten dan tegenover het nationaal-socialisme. Hij heeft de indruk gewekt de gelovigen achter het ijzeren gordijn op te roepen om tegenover het communisme te doen, wat hij in 1934 tegenover het nationaal-socialisme zelf weigerde. Zijn beruchte “Brief aan een predikant in Oost-Duitsland” heeft enorm veel kritiek opgeroepen in het westen. Steeds weer blijkt dat het juist de barthianen zijn achter het ijzeren gordijn die streven naar een samenspel en samenleven met het communisme.
Maar er komt ook theologisch verzet. Misschien is verzet niet het juiste woord. Verzet is er altijd geweest. Maar vele volgelingen beginnen hem de rug toe te keren, vooral in Duitsland, omdat zij gegrepen werden door de veel vrijzinniger theologie van Bultman. In Amerika heeft Reinhold Niebuhr reeds uitgesproken dat Barth verzand is in de scholastiek, die hij juist wilde vermijden.
Met dat al blijft dat Barth nog steeds veel invloed heeft, dat hij de theologie weer in de richting van de bijbel gestuwd heeft, dat hij de ogen van velen heeft geopend voor de grootheid van God en het is waard om Barth op zijn vijfenzeventigste verjaardag te feliciteren als een man die op zijn wijze gezocht heeft naar een reformatie van de reformatie.
God werd opnieuw werkelijkheid voor hem. Hij zocht een radicaal evangelie, waarin de grootheid van God duidelijk zou blijken. In zijn beroemde werk “Der Römerbrief”, die voor het eerst in 1918 verscheen, vlak voor het einde van de eerste wereldoorlog en die herhaaldelijk gewijzigd en opnieuw uitgegeven is, zet hij zijn gedachten op schrift. Deze studie heeft gewerkt als een machtige kerkklok die van heinde en ver de kerkmensen bijeen riep. Velen zagen dat Barth nieuwe vergezichten bood.
kritiek
Natuurlijk kwam ook spoedig de kritiek. Barth was veel te orthodox voor de vrijzinnigen, maar hij was te “vrijzinnig” voor de orthodoxen. Hij greep naar het Woord Gods, maar vond dat Woord in de bijbel. God was voor hem de “Gans Andere”, maar al spoedig kwam de kritiek dat hij God zo ver buiten de mens en het dagelijkse leven plaatste, dat hij moeilijk gekend kon worden als de Vader. Voor de meer piëtistische ingestelde gelovigen was Barth weer te ver afgedwaald van het “God in ons”, en van de persoonlijke beleving van het evangelie.
Jarenlang heeft hij het theologische terrein beheerst. Hij werd de geestelijke leider vooral voor de Duitse Predikanten, niet in het minst door zijn moedige houding tegenover het nationaal-socialisme. Ook Barth moest in 1934 zweren: “Ik zal de leider van het Duitse Rijk en volk, Adolf Hitler, trouw en gehoorzaam zijn. “ Even dacht hij er nog over om aan deze eis te voldoen zij het dan met toegeving van de zin: “Voorzover mijn aan Gods Woord gebonden geweten mij als evangelisch christen veroorlooft.” Maar hij heeft de moed opgebracht om te weigeren de eed uit te spreken. Het gevolg was dat op 27 november 1934 de studenten op de collegedeuren van Bonn waar hij toen doceerde de aankondiging zagen dat Barth geschorst was.
Utrecht
Bijna was deze theoloog – ook zijn tegenstanders willen hem dat bijvoeglijk naamwoord niet onthouden – hoogleraar geworden in Utrecht. Kort na zijn schorsing werd er een comité gevormd van o.a. prof. dr. A.M. Brouwer, dr. G.W. Overman, dr. M.C. Slotenmaker de Bruine en prof. dr. A. Noordzij, om hem te benoemen in de in Utrecht ontstane vacature. De synode van de Hervormde Kerk die een kerkelijk hoogleraar moest benoemen ging echter op het voorstel niet in en benoemde prof. dr. S.F.H.J. Berkelbach van der Sprenkel.
Maar Barth heeft toch in Nederland en vooral in de Hervormde Kerk zeer grote invloed gehad, niet in het minst als een gevolg van het feit dat hij in 1935 wekenlang op vrijdag in Utrecht twee colleges gaf over de Apostolische Geloofsbelijdenis.
Iemand heeft ons gezegd dat Barth twee zaken in zich verenigde: hartstocht en zakelijkheid en nog onlangs schreven wij in onze krant dat hij een streng systematicus is, maar ook een levenskunstenaar. Toch ziet het er naar uit dat hij bezig is zijn eigen grote invloed te overleven. Het is duidelijk dat er meer en meer verzet komt tegen zijn grondslagen, omdat aan de ene kant groter oog komt voor de eenzijdigheid van zijn systeem, en aan de andere kant het schijnt alsof het schip van de theologie het roer heeft omgegooid.
De Rotterdammer, 10 mei 1961