Ontsnapt aan de beeldenstorm

logoIdW

ONTSNAPT AAN DE BEELDENSTORM

Op een regenachtige morgen ging ik naar het museum waar ik het liefste toef: het Utrechtse Catharijneconvent. Samen met het Suermondt-Ludwigmuseum in Aken, dat het idee opperde, heeft het een prachtige tentoonstelling georganiseerd van in Utrecht tussen 1430 en 1530 vervaardigde beeldhouwkunst: ‘Ontsnapt aan de beeldenstorm’. De meer dan negentig beelden zijn gemaakt uit hout, steen of pijpaarde. Van voor 1430 zijn nauwelijks beelden te vinden. Na 1530 begint een nieuwe stijlperiode, de Renaissance.

Utrecht was in de middeleeuwen het belangrijkste centrum in de Noordelijke Nederlanden op het gebied van de economie, de politiek, de cultuur en de religie, zo lees ik in de schitterende, uitvoerige catalogus. In de late middeleeuwen zijn er vijf kapittelkerken, vier parochiekerken en ruim twintig kloosters en abdijen, alle rijkelijk voorzien van heiligenbeelden en andere kunstvoorwerpen. De langdurige bouw van de Dom in Utrecht gaf een enorme impuls, vooral tussen 1450 en 1520. Tal van beeldhouwers vestigden zich in Utrecht, die ook werkten voor kannuniken, priesters en rijke Utrechters. Ook waren er ‘heyligenbackers’ die beelden van pijpaarde in grote hoeveelheden uit hun mallen toverden, niet alleen piepkleintjes maar ook grote, die werden beschilderd en er daarom bijna als van hout uitzagen, zoals op deze verrassende tentoonstelling te zien is.

Ik begon bij de ingang op de binnenplaats, waar een houten werkplaats, meer een afdak, voor de begaafde beeldhouwer en restaurateur Serge van Druten is gebouwd, die daar tijdens de tentoonstelling aan het hakken is. Eerst heeft hij van klei de symbolen van de vier evangelisten gemaakt, die hij nu staat uit te hakken uit zandsteen. Het is de bedoeling dat deze consoles op den duur in het museum worden geplaatst. Over de kleimodellen deed hij ongeveer een week per beeld, vertelde hij mij. Het uithakken en heel fijn ciseleren gaat ongeveer twee weken per beeld duren. Het worden prachtige beelden, naar zijn eigen ideeën ontworpen in de oude traditie. Zo waren ook de middeleeuwse beeldhouwers bezig naast de kathedraal in aanbouw.

In Utrecht zijn er drie beeldenstormen geweest, in 1566, 1579 en 1580. De meeste beelden zijn vernield of erg beschadigd. Enkele zijn verborgen of zelfs bewaakt met hellebaardiers. Een aantal brokstukken van kapot geslagen en in de grond begraven beelden is bij de restauratie van kerken of kloosters teruggevonden, ingemetseld in het gebouw of in de grond begraven, zoals in 1996 in de Sint Maartenskerk in Doorn.

Enkele houten beelden werden na eeuwen op zolders teruggevonden, zoals een beeld van Sint Franciscus in een kist op de zolder van een pastorie in Rijssel en, in 1921, de heilige Margaretha in een kist in de pastorie van Schelluinen. Ook te zien tijdens deze tentoonstelling. Kleine pijpaarden beeldjes zijn in beerputten gevonden.

Van de meeste beeldhouwers kennen we de naam niet meer, maar beeldhouwer Adriaen van Wesel (1417-1490) is bekend. Hij was een man van aanzien en werkte met leerlingen en medewerkers o.a. aan beelden voor de Nieuwe Kerk in Delft en de Sint Jan in den Bosch. Zijn beelden ‘kenmerken zich door een lieflijke uitstraling en een rustig en ingetogen gelaat’.

Kenmerken van de Utrechtse beeldhouwer die ‘de Meester van de Utrechtse stenen Vrouwenkop’ wordt genoemd zijn een bol voorhoofd, breed uitstaande lange haren en innemende vrouwengezichten. De door hem gemaakte prachtige vrouwenkop die in het bezit is van het Catharijneconvent siert de posters en de omslag van de catalogus. Van het beeld bleef alleen het hoofd gespaard. Rijke burgers bestelden ook schoorsteenfriezen in het atelier van deze Meester. Een aantal daarvan is hier tentoongesteld. Evenals beelden van ‘de Meester van Emmerikse heiligen’.

Uit een groot aantal musea zijn beelden geleend, uit België, Frankrijk, Duitsland en Engeland. Zelfs een retabel dat kennelijk destijds in Utrecht besteld was voor een kerk in het Noorse dorp Leka, is vanuit die kerk weer voor enkele maanden terug in Utrecht. Heel veel heiligen en apostelen zijn te zien, en vooral ook beelden uit het leven van Jezus: de geboorte, Jezus als klein ventje bezig in de timmerwinkel met zijn vader en moeder, het laatste avondmaal, de lijdensweg, zijn dood. En natuurlijk ‘Maria met kind’ in tal van afbeeldingen. Er zijn veel werken uit het eigen museum bij, allemaal gerestaureerd ter ere van deze prachtige tentoonstelling, die u zich niet moet laten ontgaan.

Maar het meest ontroerd werd ik in de Refterzaal, waar schitterende beelden en drieluiken staan en hangen, die niet bij de tentoonstelling horen. Daar dutten de drie apostelen in Gethsemane, van hout, bijna levensgroot, zittend met hun ogen gesloten, een hand tegen de wang. Jezus staat achter hen op zijn knieën, de armen half geheven, ten hemel schreiend in doodsangst. Deze keer viel mij op dat zijn handen niet bewaard zijn gebleven.

De handen van Jezus – dat zijn wij.

Laura Reedijk-Boersma

 

De tentoonstelling duurt tot 24 februari a.s. De uitgebreide en fraaie catalogus kost 29.90 euro. Een boekje dat bij de toegangsprijs is inbegrepen geeft goede uitleg bij alle beelden.