Een monument voor Ida Gerhardt

logo-idW-oud

 

EEN MONUMENT VOOR IDA GERHARDT

Er is een interessant boekje verschenen ‘Een tocht door dit ingedijkt laagland. Holland draagt mijn sporen’. Het is geschreven door Mieke van den Berg, bekend van de mooie biografie die ze samen met Dirk Idzinga schreef: ‘Trots en in zichzelf besloten. Ida Gerhardt. Afkomst en eerste deel van haar leven’ (Ten Have, 2005).

Dit nieuwe boek besteedt aandacht aan alle plaatsen waar een gedicht of een gedeelte van een gedicht, van Ida Gerhardt, in een monument is vastgelegd. Mathilde Rauwerda maakte de meeste foto’s van de monumenten, waarvan de geschiedenis door Mieke van den Berg tot in détails wordt beschreven. Ook worden de gedichten getraceerd met vermelding van de bundels waarin ze zijn verschenen. Waar alleen enkele regels zijn aangehaald, worden de gedichten aan het eind van het boek in zijn geheel geciteerd.

Veel van de 26 monumenten zijn al tijdens het leven van Ida Gerhardt (1905-1997) opgericht. Bij de onthulling ervan werd zij natuurlijk altijd uitgenodigd, vaak heeft ze daaraan gehoor gegeven en daarbij heeft zij meestal ook een toespraak gehouden, waaruit ook hier en daar wordt geciteerd.

Het boekje begint met het monument in Apeldoorn, in 1990 onthuld door Prinses Juliana, voor de 1300 joden die in januari 1943 uit de Psychiatrische inrichting ‘Het Apeldoornsche Bos’ via Westerbork met de trein naar Auschwitz zijn gebracht. ‘Van de patiënten en begeleidend personeel is nooit meer iets vernomen’. Ik was vergeten dat het om zo’n enorm aantal mensen ging en dat deze ongehoorde misdaad al in januari 1943 begaan is. Ter herinnering hieraan is een gedenkmuur gemaakt, met mozaïeken, waarin o.a. de jodenster is opgenomen, en daaronder de woorden uit het beroemde gedicht ‘Het Carillon’: ‘Nooit heb ik wat ons werd ontnomen, zo bitter bitter liefgehad.’

Er zijn meer monumenten ter herinnering aan mensen die in de oorlog omkwamen met, o.a. deze zelfde, regels van Ida Gerhardt getooid.

Ook zijn er her en der in Zutphen plaquettes aangebracht met gedichten. Ida Gerhardt woonde lange tijd in Eefde,dichtbij Zutphen en kwam daar vaak.

Op muren van huizen in Leiden staan gedichten,en op kerkklokken, o.a. op een nieuw gegoten klok voor de Dorpskerk in Voorschoten, waarvan de oude was weggevoerd en te zwaar beschadigd om opnieuw geïnstalleerd te kunnen worden.

Renovatum 1948
Ziet burgers op en wil mij horen
Ik ben de stem van deze toren.
In knechtschap stom. Maar sterk herboren
– Soli Deo Gloria –

Een prachtige, sterke tekst.

Helaas is de tekst op de replica van de oude dorpspomp in Gorssel veranderd. In het oorspronkelijke gedicht staat:

Ik deed de welpomp zingen/ wat koel in de aarde sliep/
ten dagelicht kwam springen/ het klare water diep.
Daar is van gemaakt:
Doe de welpomp zingen/ wat diep in de aarde sliep/
Ten dagelicht kwam springen/ het klare water diep.

Dat ‘doe’, in plaats van ‘ik deed’ doet aan het ritme tekort, en twee keer ‘diep’ is ook bepaald niet mooi. Jammer.

Deze dorpspomp is eind 2004 geplaatst. Ida Gerhardt heeft dit dus niet meer meegemaakt.

Veel van de monumenten heeft zij nog wel gezien. Bij haar leven is zij heel vaak geëerd, ook met tal van literaire prijzen. Maar voor haar was het helaas nooit genoeg. Haar leven lang heeft zij ondanks alle eerbewijzen het gevoel miskend te zijn en te worden met zich meegedragen. De kiem hiervoor was gelegd in haar vroege jeugd. Dat gevoel ging nooit meer over.

Jammer dat ze deze treffende hommage niet meer kan zien!

Laura Reedijk-Boersma

‘Een tocht door ingedijkt laagland. Holland draagt mijn sporen.’ Ida Gerhardtgenootschap. Uitgeverij Kontrast, 2007.