Van de redactie

logoIdW

VAN DE REDACTIE

Vooraan twee bijdragen vanuit de schone letteren. Op 16 juli van dit jaar was het 150 jaar geleden dat te Den Haag Louis Couperus werd geboren. Wie van onze lezers kent hem niet? Dubois portretteert hem met liefde. Ook moderne romans mogen er zijn. Frans-Willem Verbaas waagde zich aan een roman over Karl Barth, die alom goed ontvangen werd. Gerard van Zanden las hem met een theologische blik.

Met theologie gaan we verder: Hans Schravesande herlas het beroemde Honest to God van Robinson dat vijftig jaar geleden verscheen. Hij is nu vooral onder de indruk van de degelijkheid van het werk van Robinson, wat vraagt om een vervolg. Volop theologisch is ook Nienke van Andel in een nieuwe bijdrage over het Liedboek: deze bundeling disciplineert tot oecumene, waar we alleen maar blij mee kunnen zijn.

Zingen is één, lezen is twee. Voor Kopmels is lezen gedenken. En wàt gedenken we – dat de wereld zo ellendig is? Nee, de rechtvaardigen, die onverwacht ter plekke zijn. Bijvoorbeeld in Rhoon, in het laatste boek van Jan Brokken. Maar waar er twee zijn is er ook debat of zelfs dispuut: Ruard Ganzevoort schreef een prikkelend pleidooi dat de theologie haar claim op de waarheid op moet geven. Ariaan Baan gaat daar even prikkelend tegenin: de Schrift spreekt wel degelijk over exclusiviteit zodra het over Israël en de kerk gaat. Wat is dus waarheid?

Over kerk en Israël gesproken! Het artikel ‘Afscheid van Israël’ van mijn hand in het vorige nummer (IdW 42/9) heeft nodige reacties losgemaaakt. In een instemmende bijdrage wijst Bert van Kooij op de in zijn ogen inderdaad onvervangbare namen ‘kerk’ en ‘Israël’ die elk met eigen opdracht in de wereld staan. De hoofdredacteur van Kerk & Israël Onderweg heeft mij trouwens laten weten dat “er geen sprake van is dat (de leiding van) onze Kerk de naam Kerk & Israël wil veranderen”, waarover we ons alleen maar over kunnen verheugen.

Ook bij Rinse Reeling Brouwer spelen kerk en Israël een belangrijke rol: in een verlaat antwoord aan At Polhuis pakt hij de eerder (IdW 41/11) door deze gestelde vraag op wat het belijden van de unieke Naam betekent voor de Islam. Net als Polhuis heeft Reeling Brouwer vragen bij de Islam; maar wenst tegelijk moslims in hun beantwoording daarvan niet voor de voet te lopen. Reeds eerder schreef ik hoe de Oost-Duitse stad Naumburg ons ongevraagd wel voor de voeten loopt. Ik sta dit keer stil bij een bijzonder beeld uit de Petrus en Paulus-dom en zijn 20e eeuwse weg door de iconografie, wat mij doet belanden bij de ‘pinkstercirkel’. De vraag van het kwaad komt tot slot volop aan bod in Miskottes spreken over ‘zondag 10’: Dekker levert een correctie en Constandse aan Dekker een vraag.

Me dunkt: stof genoeg. En dat geldt zeker ook voor de meditatie van Willem Maarten Dekker en het commentaar van Coen Wessel, die het geheel als twee wakende cherubiem omsluiten. Wij zijn er in november met opnieuw een ‘Doorbraak’-nummer. Tot dan!

In de Waagschaal – geloof hangt tussen de oren.         Wessel ten Boom