Van de redactie
VAN DE REDACTIE
En het geschiedde na de dood van Joeri Andropov dat het Politbureau van de CPSU (B) in 1984 eenstemmig Tsjernenko koos tot partijsecretaris, een jonge held die de barricaden van 1917 nog had beklommen. En het ge-schiedde dat hij binnen een jaar bezweek. In die dagen begon Kopmels aan zijn twaalfde jaargang bij het tijdschrift In de Waagschaal.
Deze aflevering staat vooral in het teken van het vertrek uit de redactie van Rens Kopmels. Toen In de Waagschaal in 1972 aan zijn ‘doorstart’ begon, konden de abonnees tussen de vele bekende namen met functies ook een wat min-der bekende zien staan: L.A. Kopmels (Herv. Stud.pred., Delft). Zijn visitekaartje gaf deze jonge tgeoloog af in het vierde nummer, met een lofzang op Partijgangers der armen van ‘Dr. G.H. ter Schegget’. In nr. 18 hield hij een origi-neel pleidooi voor homoseksualiteit en in nr. 23 ging het over Moltmann. Andere jaargangen loop ik niet meer door, maar waar velen kwamen en gingen – Rens bleef en schreef, en heeft ons blad onmiskenbaar een eigen gezicht ge-geven. Hij heeft er daarbij niet alleen eer, maar als secretaris zestien jaar ook ‘zweet, bloed en tranen’ in gelegd.
Nu, na 38 jaar, wordt Rens van redacteur ‘medewerker’. Sommigen zeggen: dat is het hoogste wat een mens op aarde kan behalen. Toch verklaren wij hem niet zomaar zalig. Wij bieden hem een afscheid aan met verschillende circusnum-mers uit het beruchte Circus Rens om hem met een lach en traan Zeeuwse koek van eigen deeg te bieden. Udo slaat de haringen in de grond en zet de tent op, voorzitter Schoch houdt zijn speech van de buitendag, Wessel neemt in een gevaarlijke act afscheid van ‘de ander’; At brengt alles terug tot de proporties van een pijp, Machteld draagt voor uit het gezamenlijke werk, Coen graaft als een mol naar Zeeuwse wortels en Wouter tot slot zit hoog onder de nok achter de knoppen van het licht. Namens de redactie zeven zaligsprekingen van Rens, zij het hier en daar nog wat dialectisch geformuleerd, voor deze circusartiest in hart en nieren – die zelf ook zomaar weer een nummer opvoert over oud en nieuw. Zó, als een van ons en temidden van ons, laten we Rens Kopmels gaan, om ongetwijfeld nog veel van hem te lezen.
Uitgeverij Boom heeft het gewaagd om na Schleiermachers ‘Reden über die Religion’ en Karl Barths ‘Römerbief’ nu ook Calvijns beruchte ‘De eeuwige voorbeschikking Gods’ in vertaling uit te brengen. Maarten den Dulk las het en voelt nauwelijks behoefte om met Calvijns predestinatieleer af te rekenen. Spijkerboer wil een theologie bij de tijd en denkt verder na over de afgoden van onze eeuw. Henk Abma komt met zijn tweede luik naar aanleiding van de ten-toonstellinmg in New York van Marina Abramovic (zie IdW 39/7), waarbij hij benoemt wat deze bij hem losmaakt. Alex van Ligten beziet het gebeuren in Utrecht met scepsis. Van Tom Naastepad dan plaatsen we een gebed.
Tot slot verwijs ik, naast de gebruikelijke rubrieken, met enige klem naar pagina vier! U hoort er zeker meer van. Want een redacteur schrijft, maar het Woord blijft.
In de Waagschaal – Tent der ontmoeting
Wessel ten Boom