Van de redactie

logo-idW-oud

 

VAN DE REDACTIE

Het jaarlijkse boekennummer. Ja, maar we drukken toch wel vaker recensies af? Ja, dat doen we, maar in dit nummer schrijven redacteuren over boeken die indruk op hen gemaakt hebben, grote indruk zelfs.

Dat begint meteen al bij Wouter Klouwens artikel over Voskuils Het Bureau. Hij brengt dat in verband met het evangelie, u zult wel zien hoe. Dan Den Boer over John Donnes Ann, van wie Donne veel gehouden heeft; gemakkelijk hebben die twee het niet gehad. Rens Kopmels over Heinrich Bölls Biljarten om half tien: Böll is niet meer zo bekend als veertig jaar geleden, maar Kopmels slaat hem heel hoog aan. Udo Doedens leest zijn zoontje kinderboeken voor en vertelt hoe die hem bevallen: dudeljoho klinkt zijn lied! De vreselijke, lange oorlog in Vietnam is bijna altijd vanuit het Westen bekeken. Machteld de Mik heeft een boek gelezen, dat een tipje van de sluier oplicht die ligt over de wijze waarop Vietnamezen zelf de oorlog hebben beleefd. Tenslotte mijn artikel over Vasili Grossmans Leven en Lot. Voor wie zich voor Grossman interesseert: Anthony Beevors en Luba Vinogradowa’s A writer at war is aan hem gewijd en ligt in de ‘ramsj’, dus voor een zeer lage prijs, bij Selexyz Scheltema op het Koningsplein in Amsterdam.

Nu dan de islam. Hebe Kohlbrugge ziet zich genoodzaakt een opmerking te maken naar aanleiding van de artikelen van At Polhuis en Christine Smalbrugge over het memo van honderdachtendertig moslimgeleerden in de nummers 6 en 8 van deze jaargang: om te beginnen zouden we in het gesprek met deze geleerden niet over God in het algemeen, maar over de God Israëls, of de God van Abraham, Isaäc en Jakob, of de Vader van Jezus Christus moeten spreken. En wat verder als we dit goede begin gemaakt hebben? Ze wordt op haar wenken bediend door At Polhuis en Wessel ten Boom! At Polhuis’ artikel had natuurlijk ook bij de reeks voor het boekennummer geplaatst kunnen worden, maar het komt nog beter uit bij de artikelen over de islam. Hij ziet veel in Magliores studie over Barth en de islam, maar zet bij Magliore toch een vraagteken: wat wordt op deze manier de inhoud van het gesprek? Wessel ten Boom zegt daar wel iets over in zijn artikel over een barthiaanse visie op de relatie met moslims. Barth vond het woord ‘barthiaans’ niet leuk, maar ik neem aan dat hij Ten Booms artikel op zijn minst een belangrijke bijdrage zou vinden. De drie in Ten Booms artikel genoemde moslims zaten onder zijn gehoor toen hij op een studiedag van de PKN op 22 juni het woord voerde. Op deze studiedag spraken verder mevrouw Riet Bons-Storm als feministisch theologe, Volker Küster uit Kampen als oecumenicus en Bernard Reitsma van de Vrije Universiteit als orthodox zendingsman. Dit alles dus ter voorbereiding van een nota die in april 2010 door de synode wordt besproken.

Naast de gewone rubrieken een prijsvraag en tenslotte het eerste artikel van Coen Wessel, predikant in Heerenveen, over de oorzaken van de opkomst van Geert Wilders. Mocht u zich bij het lezen van dit artikel de ogen uitwrijven dan bent u niet de eerste, want ik heb dat al gedaan.

A.A. Spijkerboer