Van de redactie

logo-idW-oud

 

VAN DE REDACTIE

Het zomernummer van In de Waagschaal is traditiegetrouw een boekennummer en wij vragen dit keer aandacht voor de zogenaamde ‘Wende-literatuur’. Daarnaast gaan wij voort met onze voorbereiding op het Bijbelleesfestival in ok-tober.

Dat de val van de muur in 1989 méér was dan alleen een vrije doortocht van de Trabant en zijn vervolgens onverbiddelijke einde, is duidelijk. Het vermoeden dat er een einde aan een heel tijdperk is gekomen, wordt algemeen gedeeld. Maar welk tijdperk precies? De oorlog? Het oude Europa? De gereguleerde markt? We laten een aantal, voornamelijk wat jongere, van afkomst Oostduitse schrijvers aan het woord in hun verbeelding van 1989.

Ingo Schulze (1962) is wellicht de meest bekende ‘Wende-auteur’ en met twee boeken vertegenwoordigd. Den Boer bespreekt Nieuwe levens uit 2005, een briefroman waarin Enrico Türmer aan drie bekenden verslag doet van zijn aarzelende leven tussen Oost en West. Constandse las Adam und Evelyn, en de lezer begrijpt, dit gaat niet alleen over het verloren paradijs maar ook over de kennis van goed en kwaad. Toch lijkt hier de eeuwige mythe het te win-nen van het oordeel over de oude mens. Als regelrecht anti-mythisch komt de roman van Julia Franck (1970) over, die Kopmels aan de orde stelt: Kampvuur (2003). Het leed in een Westduits opvangkamp is naakt en kaal verteld. Zes jaar na de demonstraties in Leipzig, die onomkeerbaar bleken, verscheen Nikolaïkirche van Erich Loest (1926). Op-nieuw Den Boer, nu over lafheid en verraad en angst die overwonnen wordt. Thomas Brussig (1965) maakte in dat-zelfde jaar naam met Helden wie wir. Hij laat, zo toont Ten Boom, van heldendom maar weinig over. Wessel tot slot bespreekt het jongste boek: Der Turm (2008) van de in Dresden opgegroeide Uwe Tellkamp (1968), dat destijds nogal indruk maakte. Sola scriptura…

Ja, maakt lezen zalig? In het kader van het bijbelleesfestival vindt u dit keer een artikel van Udo Doedens over de vraag of wij de bijbel ‘gewoon lezen’ kunnen, en wel aan de hand van Kierkegaard; en een gedeelte van het eerste hoofdstuk van Miskotte’s Bijbels ABC. Bepaald géén gewone lectuur die Miskotte in 1941 schreef, maar wel één die duidelijk maakt dat er bij lezen iets op het spel staat.

Mans Miskotte vertelt zelden over zijn vader; des te meer over zijn ervaringen en belevenissen aan de Olympiaweg in diezelfde periode of, zoals dit keer, iets later. Het zijn stille monumenten die Miskotte neerzet die blijven spreken. Bij het Oude Europa hoort ontegenzeggelijk de trein.

Van den Dool vervolgt zijn lezing van Noordmans en Lloyd Haft schrijft schitterende psalm-gedichten – die hier eigen-lijk helemaal bijpassen. De Knijff tot slot opent en aan wat CW schrijft heb ik niets toe te voegen.

Wilt u er aan denken: Alle kopij voor nr. 11 (tot 25 juli) moet worden gestuurd naar U.G.M. Doedens, Krugerlaan 36, 2806 EJ Gouda; ugmdoedens@freeler.nl.

In de Waagschaal – Zelden op de bank

Wessel ten Boom