Van de redactie

logo-idW-oud

 

VAN DE REDACTIE

Uw redactie heeft de goede gewoonte om een keer per jaar een zogenaamde ‘buitendag’ te houden. Dat suggereert dat wij doorgaans vergaderen in een rokerig lokaaltje in het centrum van de stad, om er zo rond hemelvaart ook eens op uit trekken met een trommeltje boterhammen en een schijfje appel. Maar dat is niet waar. Wij ontmoeten elkaar wel bij één van ons thuis en bezichtigen dan een van de heilige plaatsen van de (meestal) ‘pastor loci’. Maar vooral gaan we onze gebruikelijke vergadertijd te buiten om ons te concentreren rond een thema dat ons op dat moment bezig houdt. Dit jaar was dat het lezen van de bijbel. En we nemen tijd voor wat zich verder aandient. Nu was dat het af-scheid van Rens Kopmels. Daarover de volgende keer meer.

Het is altijd, ook voor de redactie-secretaris, tot op het laatst de vraag hoe de nieuwe In de Waagschaal er weer uit-ziet. Soms blijkt een onopvallende bijdrage uiteindelijk de spil van een heel nummer te zijn, of tilt een andere bijdrage het geheel naar een onverwacht niveau. Of er wordt iets hardnekkig gemist, natuurlijk. In dit nummer wordt, zo zou je kunnen zeggen, in geen van alle bijdragen de geschiedenis voor zoete koek aangenomen. De geschiedenis dwingt tot een constante reflectie, vooral daar waar zij evident lijkt te gaan worden. Mans Miskotte gedenkt in een van zijn reportages over de oorlog een razzia, maar zoekt mijns inziens naar een taal en een gezichtspunt die de huidige cultus van een ‘herdenking van vreselijke feiten’ onmogelijk maken. Alex van Ligten grijpt eveneens terug op de oorlog, en trekt lijnen door naar de komende verkiezingen waarin onverbloemd een vraag aan onze Nederlandse, gedepoliti-seerde identeit wordt gesteld. At Polhuis en ondergetekende hadden een gesprek met D. Flier-Buschhaus die vanuit haar ervaringen als voorheen Duitse terugkijkt op de oorlog en onze huidige maatschappij. Ook bij Den Boer spreekt de geschiedenis een levend woordje mee of misschien wel tegen, zoals we van hem gewend zijn. Is de gedachte dat geschiedenis überhaupt spréékt, niet door en door theologisch? Klouwen mediteert aan dit alles vooraf over het ge-bed van Jona dat ten hemel opvaart uit de feitelijke diepten.

Meijering schreef een boek over Barth, inmiddels ook met de nodige historische afstand. Gea Smit, promovendus Systematische Theologie in Leiden, geeft een recensie met naast lof ook kritiek. Dekker reflecteert verder over de heiligheid van de kerk en de doorgaans protestantse moeite daarmee. Van den Dool gaat met instemming verder op de moeite van Noordmans met de scheppingsleer van Barth en Gerrit Spijkerboer staat nog eens persoonlijk stil bij de Naam.

Dramatisch is wel het eerste luik van de twee dat Henk Abma opent bij de huidige tentoonstelling van Marina Abramovic in het Museum of Modern Art in New York. Dit is geen kunst die reflecteert op geschiedenis, maar van haar lijden zwanger is. Als contrast hiertegenover tekende Laura Reedijk woorden op van een van dagen oude vrouw.

En wie nu nog gelooft in de volkswil, moet het commentaar van AP maar lezen: feiten spreken niet.

In de Waagschaal – laat ons spreken.

Wessel ten Boom