Van de redactie

logoIdW

 

VAN DE REDACTIE

We nemen afscheid van deze jaargang met enige weemoedigheid. Vanaf komend jaar zal ons blad niet om de drie maar vier weken verschijnen, met in de zomer een extra dik nummer en lange pauze. Geen zeventien maar twaalf nummers per jaar dus, die we voortaan de wereld in zullen zenden. Er was een tijd dat In de Waagschaal elke week verscheen! Met ongetwijfeld ook een eigen redactiesecretaresse! Het was in de dagen van de koude oorlog, toen Karl Barth in Basel overuren draaide en in het voorwoord van de KD zijn adreswijziging bekendmaakte (IV,2, 1955). Nu moeten scribenten zich losrukken van boven de pampers om digitaal na te denken over openbaring en geschiedenis. Zeg eerlijk: wie zou In de Waagschaal nog als weekblad willen? Met zó veel theologie en nog steeds iets te weinig cultuur? Wij troosten ons met de gedachte dat elke tijd zijn eigen makke én ritme heeft en er in wezen weinig verandert.We verhuizen hooguit van de Pilgerstrasse 25 naar de Bruderholzallee 26… Allee, niet treuren dus als u ons voortaan om de vier weken verschijnen ziet, met gevraagde en ongevraagde adviezen. En dank ook dit jaar voor uw medeweten – meelezen, meeschrijven, meegeven – waar wij steeds op moeten rekenen.

In het voorjaar van 2010 hielden wij ons eerste Bijbelleesfestival. De bijbel verschijnt nog minder vaak op tafel dan In de Waagschaal, wordt hier en daar gefluisterd. Tijd voor een nieuwe dag en masterclass, om weer te ontdekken hoe het samenlezen van de Schriften de oren en ogen opent. U leest er meer over op pag. 4.

Wat te denken van secularisatie? Zij heeft een zakelijke scheiding van troon en altaar gebracht en daarmee een concentratie op de zaak waar het om gaat. Maar het zou ook naïef zijn om ín en achter haar geen demonen te zien spoken. Dit nummer kent, naast de inhoudsopgave van de afgelopen jaargang, een veelheid aan artikelen, u moet ze maar lezen. Maar in veel ervan komt de spanning tussen secularisatie en ‘theocratie’ opvallend vaak terug.

Kopmels ziet het verdwijnen van de kerk wel als een kleine ramp. Verbaan las twee geheel tegengestelde boeken over het opstandingslichaam. Constandse bespreekt een proefschrift waarop Henk-Jan Prosman onlangs promoveerde, en dat direct gewijd is aan secularisatie. Noordegraaf vertelt over de ambivalente houding van Troelstra, en ondergetekende vindt iets van een nieuwe concentratie in het kaalgeslagen Magdeburg. Schoch las een boek over de literatuur als spiegel van het recht. In de twee volgende bijdragen zien we de spanning nog eens scherp: Van Kooij (en niet Kooij, zoals ik de vorige keer abusievelijk meldde!) vraagt naar de directe toegang tot Israël, terwijl Pettinga juist pleit voor een seculiere, juridisch-bemiddelde benadering van de Palestijnen en hun leed. Polhuis overigens opende met Johannes, deze theocraat van formaat die van zichzelf afzag, terwijl Wessel sluit met het vertrouwen in de kerk. Komen we er ooit uit? Ik wens, mét Skandalon, den lezer alle heil. Op de sterfdag van Barth,

In de Waagschaal – zeer afhankelijk, zeer partijdig, zeer prettig Wessel ten Boom