Ger Verrips: Karel van het Reve 1921-1999 – Denkbeelden uit een dubbelleven

logo-idW-oud

 

Ger Verrips: Karel van het Reve 1921-1999 – Denkbeelden uit een dubbelleven, Amsterdam 2004

Karel van het Reve was bevriend met de uitgever Geert van Oorschot. Dat leverde onder andere een aantal bundels op met opstellen en artikelen van van het Reve over de meest uiteenlopende onderwerpen. In 1981 kreeg de auteur voor dit literaire werk de P.C.Hooftprijs.

Beroemd en berucht werd de Huizingalezing uit 1978 over literatuurwetenschap “Het raadsel der onleesbaarheid”. Wie die rede eenmaal kent wil ook de biografie van Karel van het Reve lezen, die nu van de hand van Ger Verrips verschenen is.

Karel werd geboren in 1921 in een gezin dat het communisme was toegedaan. Twee jaar later zag zijn broer Gerard het levenslicht. Karel was de weter en zwijger, Gerard de zoeker en aandachttrekker. Hun vader waagde zich aan de journalistiek en schreef romans, soms met een voorwoord van Jan Romein. Het was nog de tijd van de gevestigde levensovertuigingen.

Verrips wijdt wat erg veel bladzijden aan de correspondentie tussen Karel en zijn aanstaande vrouw Tini. Ze wilden russisch studeren, maar de oorlog kwam ertussen en voor Karel werd het de grafische school, voor Tini de school voor vroedvrouwen.

Zoals Hermann Hesse deden de twee gelieven veel aan literatuurvoorziening voor ondergedoken mensen. In 1945 zijn ze getrouwd, Karel studeerde alsnog russisch, en promoveerde in 1954. In die tijd viel hij van zijn communistische geloof af, niet in de laatste plaats door het lezen van Tolstoy en Dostojewski. Met de mensen van de krant “De waarheid” ontstond ruzie over de lijn van Moskou en het morele niveau van het communisme.

Karel van het Reve is op zijn eentje op den duur een monument van oprechtheid en intellectuele eerlijkheid geworden.

Hij schreef over Multatuli en leerde mij de onmetelijke kracht van dat ene zinnetje van Batavus Droogstoppel “Ge moogt dat boek gerust eens lezen, als ge ook makelaar in koffij zijt en ook als ge wat anders zijt”. Hij schreef over Elsschot met ingehouden hartstocht en grote deskundigheid. Ik ken maar weinig auteurs die zoveel hebben gedaan om humbug en prietpraat op te ruimen als Karel van het Reve.

In 1957 werd hij hoogleraar russisch te Leiden, bleef in Amsterdam wonen.

In Leiden ontdekte hij het schrijverschap van Maarten Biesheuvel, die sterk door hem is beinvloed. Over het schrijverschap van broer Gerard heeft hij zich weinig uitgelaten, maar als hij het deed was het positief.

Onze schaakgrootmeester Max Euwe had Karel in 1948 uitverkoren als tolk mee te gaan naar Moskou. In 1967 was van het Reve daar een jaar lang als correspondent van het Parool. Er kwam contact met dissidenten, voor wie hij zeer veel kon betekenen.

Verrips heeft een wat hakkelige stijl en is ook geen psycholoog. Een echt portret van Karel van het Reve geeft hij ons niet. Maar ik heb toch van het boek gesmuld, omdat ik al heel lang bewondering heb voor de auteur die nooit meer vertelt dan hij weet en die zijn best doet om iedere keer te testen hoe hij aan zijn gedachten en oordelen komt.

Schopenhauer en Nietzsche hebben aan zijn wieg gestaan. En dan moet ik denken aan de stelling die ik zelf in Leiden eenmaal hoorde: het christendom heeft het meeste te vrezen van zijn aanhangers, niet van zijn bestrijders.

Na het afscheid van het communisme werd Karel agnost en Gerard katholiek.

En bij geen van beiden was het half werk.

Bernard Prakke