Commentaar (Terrorisme)

logo-idW-oud

Commentaar – Terrorisme

Het lukt mij niet meer een krant te lezen waar niet het woord terrorisme in voorkomt. Dat is een goede reden om na te gaan wat die omstandigheid in het nieuws bij mij oproept.

Dan begin ik met te zeggen dat schrik aanjagen, op welke schaal ook, van alle tijden is. Er zijn veel aanjagers geweest, wij hebben het als hollanders ook niet geschuwd. Alle paniekzaaiers hebben twee zaken gemeen gehad: het leidde nooit tot deelname aan de regering en het wettig bestuur was ook niet het einddoel. Het was alleen object om te treffen.

Je kunt met bajonetten van alles doen zei de Franse politicus Talleyrand, maar je kunt er niet op zitten. In de bijbel zien we Simson en Jefta adembenemend bezig, maar ze brengen geen bewind tot stand. Simson heeft dat nooit beoogd, Jefta was juist te gretig en beloofde teveel. En beiden opereerden in instabiele tijden.

Jezus, die ik nu even als historische figuur beschouw, kon laconiek zijn over geweld en terrorisme. Hij had ook gehoord van Pilatus’ ijverige optreden tegen enkele terroristen (Lucas 13:1-2) en onder zijn intieme leerlingen verdroeg hij op zijn minst 1 vurige politieke activist. Omdat hij geen pacifist is, sluit hij die weg niet uit, maar merkt alleen op dat de methode de mislukking al insluit. Wie ongebreideld geweld gebruikt, zal daardoor zelf getroffen worden.

De terrorist is een bastaard die miskend wordt, hij is al niet gelukkig en daarom hoeven anderen het ook niet te zijn. Zijn hart gaat uit naar geweld, omdat hij teleurgesteld in het leven is, er niet mee om kan gaan en het daarom liefst stuk maakt.

De terrorist localiseert het kwaad in een ras of een land of een financieel instituut en acht het verdienstelijk dat schade toe te brengen. Maar hij oogst nooit wat hij denkt te zaaien. Hij draagt aan geen enkel goed bij en is gedoemd de ondergang van zijn streven mee te maken. Hij stuurt een vos met een brandende staart over het korenveld en kijkt wat er gebeurt.

Een erg grote vis onder de terroristen sprak ons toe over het internet: “Wij gaan door, het wordt nog veel erger.”

Wat doet mij dat, behalve dat ik hoop dat we dit optreden effectief bestrijden?

Ik zie een ongelukkige, die zich niet ontplooit maar te pletter valt. En eens te meer breng ik mij te binnen dat de ware messias mensen tot leven roept en terwijl hij de weg daarheen wijst liever destructie ondergaat dan toepast. Het christendom is een erg mooie religie, voor zover zij in werking treedt.

Bernard Prakke