Commentaar (Regels en gewoonten)

logo-idW-oud

Commentaar – Regels en gewoonten

Het gonst ervan. Wat is toch onze identiteit en wat zijn onze regels en gewoonten? Laat ons een gedragscode opstellen, dat wij weten waar de grenzen zijn.

Ik wend mij voor troost tot de heilige schrift, het boek Deuteronomium, dat betekent: de thora nogmaals verteld. Oude voorschriften in een nieuwe redactie, met het oog op de toekomst. De vrijzinnige exegese, literair-kritisch, opent vergezichten hoe dergelijke literatuur ontstaat.

Normen en waarden opnieuw toegelicht en er dan ook tegen kunnen dat wij er vreemd opstaan in arabische ogen, dat moet ook tot de grachtengordel doordringen.

Een vrome moslim kan het niet anders zien dan dat het Nederlandse volk in meerderheid van God los is en wie zal dat ontkennen?

De saecularisatie waar we eens zo trots op waren, begint ons te benauwen, we willen eigenlijk best wel weer iets geloven.

En de overheid? Die heeft zelf boter op het hoofd. De overheid die er maar nooit in slaagt het aantal ambtenaren te verminderen, het aantal regels te versimpelen. Postbus 51 die mij wil begeleiden, zelfs in een dal van diepe duisternis.

Lees Deuteromomium en prent uw kinderen deze thora in, leef een leven van dankbaarheid in steden die gij zelf niet gebouwd hebt. Nederland is niet van ons en niet van hun, de aarde is des Heren mitsgaders hare volheid, zo is dat en dat waren wij dus publiekelijk vergeten.

Het zal nog duren voordat we een paar vaste waarden te pakken hebben. Ondertussen is dit een goed gebed: “o God wij deden maar wat, wij tolereerden en gedoogden en herbenoemden dat het een lieve lust was. Overal was een leerstoel voor maar niemand stak een poot uit..Ontferm u over ons.”

Kyrie eleison, Mozart en Bruckner, over normen en waarden gesproken. In de kunst gaat het daar niet om, het gaat om herschepping, de thora van wat waar is en edel en goed. Mijn God wat hebben wij Nederlanders nog een rommel op te ruimen van wancultuur, van disco tot dansvallei, voordat wij onze arabische broeders in de ogen kunnen kijken.

Maar er is nog tijd.

Bernard Prakke