Commentaar (Miskotte over politici in 1946)
commentaar – Miskotte over politici in 1946
Eind van dit jaar verschijnt, als alles goed gaat, deel 13 van Verzameld Werk van K.H. Miskotte, de tweede keer dat een deel aan preken is gewijd.
Ik behoor tot de uitverkorenen die jaren lang slavenarbeid mochten verrichten om al die preken tekstueel te bezorgen en van noten te voorzien. Maar ja, het waren dan ook de preken van KHM en dat vergoedt heel veel.
Deel 1 van VW is gewijd aan In de Waagschaal. Miskotte op zijn best, in gesprek met de lezer, mediterend, commentaar schrijvend. Op blz. 132 treffen wij een citaat dat mij altijd weer doet beven van bewondering, het gaat daar over het boek van Denis de Rougemont ‘Denken met de handen’ en Miskotte zegt dan en passant iets over de politici van 1946, wat ruim zestig jaar later nog niets van zijn betekenis heeft ingeboet. Het citaat luidt:
‘Zij (de poltici) kennen ook het volk niet, waarvoor ze ontijdig en slecht uitgerust opkomen, omdat ze er alleen kennis van nemen via de mondelinge uitingen, die gesproken zijn in een taal, die ze zelf geleverd hebben.’
Ja, dan denk ik; wie mij des nachts wakker maakt en vraagt wat is KPN en wat is PKN, die zal geen antwoord krijgen, maar op de vraag wie is KHM dan veer ik op, wrijf mijn ogen uit en zeg: voor die auteur mag je me altijd wakker maken. Die man wist hoe erg het was als het volk geleid wordt door mensen die het niet kennen en ook niet willen kennen, als ze maar kunnen kijken naar statistieken waar ze zelf de opdracht toe gaven. Ontijdig en slecht toegerust meenden zij zich met het publiek belang te moeten bemoeien. Het volk mag alleen spreken in een taal, die ze als aapjes van de politiek geleerd hebben.
Maar het volk is er ook nog en er zijn ook politici die eerst gaan luisteren en kijken hoe het er echt met de mensen voorstaat. Zij spreken pas nadat zij goed geluisterd hebben en het volk herkent zichzelf in hen. Politiek is een heel moeilijk vak, want als je kunt luisteren en vervolgens spreken, moet je ook nog kunnen besturen en je rug recht houden.
Ze zijn er nog, Gode zij dank, de echte politici die kunnen uitgroeien tot gidsen in het onherbergzaam land. Zij bevroeden dat het volk zich voelt als waren zij schapen, die hun herder zijn kwijt geraakt, verlangend naar een kooi en naar stromend water.
Miskotte hield zo zielsveel van het gesproken woord, dat hij niet om de politiek heen kon, als daar de taal misbruikt wordt dan moet de prediker in het geweer komen.
Ik zie uit naar deel 13, zoals ik uitzie naar de morgen. Miskotte maak mij wakker en ik zal je dankbaar zijn zolang ik leef.
BP