Wat God bewoog mens te worden

logo-idW-oud

 

Wat God bewoog mens te worden

In Utrecht werd vorig jaar een studiedag gehouden waar tien theologen refereerden over het leerstuk der incarnatie. De toen gepresenteerde werkstukken verschijnen nu in boekvorm, onder redactie van Nico den Bok en Guus Labooy. We zien dan een boek voor ons met veel aandacht voor de christelijke traditie, met name die van vóór de reformatie. Zo komt er nogal wat voorbij aan denkwerk, dogmengeschiedenis met het accent op het leerstuk en minder op de historische contekst. Een boek voor gevorderden mag je gerust zeggen.

De schrijvers kunnen niet om Harnack heen, de Duitse coryfee van begin twintigste eeuw, die de dogmavorming liet ophouden rond 1500. Het thema is dan bekend en er komen alleen nog variaties.

Ik wil nu niet ingaan op de vaktermen als anhypostasie en adoptianisme, om de belangrijkste te noemen. In al deze dingen is de helderheid van het gelovige denken aan de orde. En wie daar geen zin meer in heeft maakt de kerk kortademig. Het is echter wel een kunst op zich om het dogma te laten zingen en dat is niet iedereen gegeven.

Anselmus wordt besproken en voor een deel gerehabiliteerd tegenover Herman Wiersinga, Athanasius komt aan bod bij Eginhard Meijering. Deze laatste auteur kan als nestor onder de Utrechtse theologen gelden en ik werd zeer getroffen door de helderheid en het meesterlijk overzicht dat zijn betoog kenmerkt. Meijering laat zien dat Karl Barth wel uitvoerig Athanasius citeert, maar niet goed interpreteert.

Wij weten allen dat de Heidelbergse Catechismus in de leer der verzoening op Anselmus teruggaat. In Utrecht werd betoogd, dat hier sprake is van een gelukkige continuïteit. Maar gelukkig moet dan toch betekenen, dat men anders zegt wat anders gezegd moet worden. Want de geschiedenis stilzetten is niet mogelijk en herhalen van het gezegde leidt tot steriliteit.

Nadenken over het leerstuk van de menswording gebeurt in het boek wat wij hier bespreken op conservatieve wijze. Dat is niet negatief bedoeld, het wil alleen zeggen, dat de traditie meer te vertellen heeft dan eendagsvliegen.

Maar van de Heilige Schrift kun je leren, dat een oud geschrift wel om interpretatie en uitleg vraagt, anders gebeuren er ongelukken. Dit boek uit 2003 onderscheidt zich door een intense en gedegen aandacht voor het verleden, maar blijft niet altijd gevrijwaard van een iets achterover leunen alsof het gezegde meer kan zijn dan een prikkel om hetzelfde nu opnieuw te zeggen.

Wie vandaag muziek als van Mozart schrijft, maakt zich belachelijk Mozart prikkelt ons om weer wat anders te doen. En het kan heel lang duren voor er ooit weer een Mozart komt, maar je moet er wel op hopen.

Orthodoxie is goed en conservatisme ook, maar alleen in de hand van de meester.

Het opstel over Pascal vond ik ook erg mooi, werkelijk van diens geest getuigend.

Pascal was (dit voor kenners) een infralapsarist, God schiet te hulp als het fout gaat, God is niet degene die alles altijd al heeft voorzien.

Ik geloof dat ik ook een infralapsarist ben, maar als mijn buurman in de kerk er anders over denkt, vind ik het niet erg.

In de bundel komen nogal wat onderlinge bedankjes voor. Men liet zijn artikel aan anderen uit de groep lezen en dat leverde verbeteringen op. Maar van een groep is al sprake in het hele boek, dus lijken mij deze betuigingen overbodig.

Het boek dient zeker ook voornaam te heten. De auteurs zijn vrijwel alle gepromoveerde theologen en het wil mij voorkomen dat wij zulke mensen in ere moeten houden.

Met erkentelijkheid voor alles wat het boek oplevert, wil ik tenslotte op gevaar af progressief te schijnen, opmerken dat in het woord dogmengeschiedenis het woord dogma mij even lief is als het woord geschiedenis.

Bernard Prakke

——————

Wat God bewoog mens te worden

Boekencentrum 2003

240 blz.