Fluiten in het donker

logo-idW-oud

 

FLUITEN IN HET DONKER

(In gesprek met Harry Kuitert)

Journaliste Petra Pronk schreef in 2006 een boek, dat een gesprek met Harry Kuitert wil zijn. Nu ik het gelezen heb en er eerst nog een nachtje over geslapen heb, presenteer ik de lezer mijn bevindingen.

Laat het begin zijn dat H.M.Kuitert werd geboren te Drachten, in Friesland. Hij heeft er tien jaar gewoond, waarna de familie naar Den Haag vertrok. Na studie theologie werd hij predikant op Schouwen Duiveland en maakte daar de watersnoodramp van 1953 mee. Voor het overige aangaande de biografie kan de lezer wel elders terecht.

De man, over wie wij het hebben, heeft zich in toenemende mate bemoeid met de bestrijding van autoritaire trekken in de geloofsverkondiging. Hij doet mij daarin denken aan ds. Geelkerken, die daar al in de twintiger jaren van de vorige eeuw mee begon. Het nadeel van de methode is, dat men veel formele argumenten hanteert om over de taal van het geloof iets te zeggen. Voor je het weet, gaat het allemaal meer over het hoe dan over het wat. En dat is jammer, want het geloof leeft toch meer van de inhoud dan van de vorm.

Kuitert richt zich veelal tot eigenwijze mensen, dat zijn de vijanden par excellence. Zij worden vernuftig bestreden, er wordt een grondige opruiming gehouden betreffende de verpakking van het geloof. Qua inhoud blijf je als lezer dan een beetje met lege handen achter. Daarom waag ik de veronderstelling dat bij geestelijke honger het lezen van Kuitert de honger slechts doet toenemen.

Persoonlijk kan ik zeggen ( en ik ben graag persoonlijk, net als de Genestet) dat ik voedsel voor mijn ziel vind in de bewogen exegese van Tom Naastepad, de schreeuw om recht bij Huub Oosterhuis of de diepe psychologie van Eugen Drewermann en Nico ter Linden. Bij deze auteurs is sprake van emotie en artisticiteit, van pastorale betrokkenheid en engagement. Daar leeft de ziel van op. Heer, haast u mij te redden en wees tot mijn redding gereed, zeggen de monniken in het klooster.

Kuitert is wel oprecht en eerlijk, maar hij is zo alleen. Daarom fluit hij ook in het donker. Hij bestrijdt vernuftig het al te zekere in het geloof en maakt ruimte voor de twijfel. Maar dat geloof overwonnen twijfel is, dat horen we bij hem niet of nauwelijks.

Ik ben zo vrij te denken dat onze auteur het huis reinigt en schoon maakt, veel vuil opruimt en reinigt. Daarvoor ben ik erkentelijk.

Maar schoonmaken is iets anders dan koken en te eten geven. Als het erop aankomt neem ik wel eens rommel voor lief, als de maaltijd maar smaakt. Sommige restaurants zijn ook zo puur en schoon, dat men er niet meer eten en tafelen kan. Andere eethuizen scheppen juist wat rommel en ouwe troep aan de wand en aan het plafond, omdat het daarvan wel gezellig wordt.

Rond 1910 kregen Sigmund Freud en Carl Gustav Jung fikse ruzie.

Die ruzie is nooit meer bijgelegd. Freud stierf in 1938 en Jung veel later in 1962. Waar ging hun ruzie over?

Freud had betoogd, dat religie berust op projectie en dus niet waar was. Jodendom, christendom, heidendom, het was allemaaal verzonnen gedoe. Projectie van de ziel. Dus de religie is ten dode opgeschreven.

Freud was ijdel en op dat standpunt heel trots. En Freud is letterlijk flauw gevallen van narigheid toen zijn bewonderaar Carl Gustav Jung mededeelde, deze religiekritiek niet te delen. Jung zei: laat de mensen hun geloof. Ze knappen ervan op. Jung heeft zijn hele leven godsdienst in zijn werk betrokken, was de zoon van een dominee.

Jung was ook ijdel en volhardde dapper in zijn gevonden overtuiging.

Freud houdt altijd iets kils, al kun je er veel aan te danken hebben wat hij allemaal opgedregd heeft in de psyche van de mens. Jung is warmer en vrolijker. Bij vlagen ook gewoon bijgelovig, maar dat deert hem niet.

Kuitert lijkt op Freud, zoveel is wel duidelijk. Ik geef nu mijn toepassing in de actualiteit. Onze minister van Onderwijs is Ronald Plasterk, een heldere denker en criticus van intellectuele en zedelijke kwakzalverij. Dat is goed van Ronald Plasterk, het is ook nuttig. Maar het mooie is dat dezelfde man vele, vele malen de Mattheus Passion van Bach heeft meegezongen als tenor in het koor. En hij hield en houdt van die muziek.

Bent u niet bang voor de goddeloosheid van heer Plasterk, vroeg men onlangs aan de voorzitter van de Christen Unie. Het antwoord luidde: nee hoor, de beschouwingen van deze wetenschapper vinden wij de moeite waard, inspirerend en daarbij is de heer Plasterk echt een aardige man. Geestelijk hebben wij ruimte om hem te ontmoeten en dat geldt van hem naar ons toe ook.- Het wordt nog wat met het nieuwe kabinet.

Ondertussen fluit Kuitert in het donker. Als een scheidsrechter. Maar de spelers maken het spel.

Bernard Prakke

Petra Pronk: Fluiten in het donker,In gesprek met Harry Kuitert
Ten Have 2006, 160 blz. ISBN 90 259 5716 1.