Over de politieke beslissing in de eenheid van het geloof

Noten bij de vertaling

1    Deze zog. ‘hessische Renitenz’ was ontstaan als verzet tegen de invloed van de Pruisische vorst op de kerk. Haar geestelijke vader was A.F.C.Vilmar (1800-1868), een eigenzinnige lutheraan. Barth waardeerde deze kerk, want hier werd troon en altaar niet naast elkaar geplaatst, zoals gangbaar was in het Duitse lutherdom, maar duidelijk het altaar boven de troon gesteld, wat haar het verwijt van ‘verpolitiekte orthodoxie’ opleverde, vgl. brief van Thurneysen dd 9-5-’24 in Barth/Thurneysen: Briefwechsel II, Zürich 1974, p. 249

2    In 1947 vertelt Barth over een ontmoeting met Prof. Nygren uit Zweden, die een andere Luther presenteerde dan in het Duitse Luther-onderzoek naar voren kwam; in: ‘Brechen und Bauen’ in Barth, K.: ‘Der Götze wackelt’ (K.Kupisch ed.), Berlijn 1961, p. 115

3    Voor de tekst van de 5e Barmer these zie noot 23 bij hoofdstuk 3

4    Zie noot 34 bij hoofdstuk 3

5    Waarschijnlijk zinspeelt Barth op de verklaring over Israel van de synode Berlijn-Weissensee, 1950, waarin schuld werd beleden voor de moord op de joden.

6    Barth gebruikt o.a. in ‘Verheissung und Verantwortung der christlichen Gemeinde im heutigen Zeitgeschehen’ uit 1944 ook het beeld van letters en woorden. Dan zijn de letters de actuele gebeurtenissen, maar je moet het alfabet en de taal kennen om van deze letters een woord te vormen en Gods wil en regering in eigentijdse gebeurtenissen te herkennen. In Barth, K.: Eine Schweizer Stimme 1938-1945, Zürich 1945, 1938-1945, p. 311

7    “Sapere aude! Habe Muth dich deines eigenen Verstandes zu bedienen” uit Kant: Was ist Aufklärung, 1784. Bij zijn bezoek aan Hongarije in 1948 gebruikt Barth dit citaat ook, wat veel bijval van de jongeren oogst, die het systeem niet zo welgezind zijn; zie Barth, K.: Christliche Gemeinde im Wechsel der Staatsordnungen, Dokumente einer Ungarnreise 1948, Zürich 1948, p. 12 en 57; zie ook hoofdstuk 3.4

8    Van status confessionis (belijdenissituatie) spreekt men als de kerk genoopt wordt opnieuw, op de actuele situatie toegespitst haar Heer te belijden.

9    Libero arbitrio: in een vrije wilsbeslissing.

10   In de Duitse tekst staat: ‘Einsicht’. Gelet op de context van het betoog zou mijns inziens ook ‘Einheit’ kunnen worden gelezen. Wellicht speelde Barth hier bij het schrijven van ‘inzicht’ in plaats van ‘eenheid’ door het hoofd wat hij in K.D. I/2 zegt over de kerkelijke belijdenis: zij is een op grond van gemeenschappelijk beraad tot stand gekomen formulering en proclamatie van het aan de kerk in bepaalde mate geschonken inzicht in de openbaring, waarvan de schrift getuigt (p. 693). Als dit inzicht na verloop van tijd voor velerlei uitleg vatbaar wordt, wat de eenheid van het geloof bedreigt, wordt dit inzicht in het geding gebracht. Dan moet in een nieuw verstaan van de schrift naar een nieuw inzicht worden gezocht, waardoor een nieuwe geloofseenheid kan ontstaan, die in een nieuw belijden gestalte krijgt.

11  In 1938 schrijft Barth, dat hij in 1933 in ‘Theologische Existenz heute’ niets nieuws heeft gezegd: naast God geen andere goden, de Heilige Geest van de Schrift is toereikend om de kerk in de waarheid te leiden, de genade van Christus is genoeg voor de vergeving van onze zonden en de ordening van ons leven. In die situatie van toen klonk dat echter niet academisch-theoretisch, maar als een oproep en een strijdkreet, als een belijdenis. In: ‘How my mind has changed 1928-1938’ in ‘Der Götze wackelt’, p. 187

 12  thema van de kerkedag in Stuttgart, augustus 1952, zie hoofdstuk 2.3

Pagina's: 1 2 3