Verlicht extremisme?

logo-idW-oud

Verlicht extremisme?

Met een stevig geluid heeft Gerrit de Kruijf zich in het debat over de Islam gemengd. Ik ben daar blij mee. Met enige verbazing vroeg ik mij de afgelopen periode af of de kerk nog wel hoogleraren had. Reeds geruime tijd woedt op de opiniepagina’s van de kranten het publieke debat. Daarin komen voortdurend ook theologisch en kerkelijk relevante zaken aan de orde. Ik miste daarbij het geluid van de kerkelijke hoogleraren. Waren ze er nog wel? Gold de kritiek van Jan Marijnissen ook hen? Intellectuelen houden zich bezig met hun kleine terrein, maar nemen geen publieke verantwoordelijkheid. Deze stilte wordt nu doorbroken. Prima.

Het is meteen ook raak ook. De Kruijf is verbijsterd. Dat betreft vooral het verlicht extremisme. Daar kan ik, At Polhuis, zoals hij schrijft, goed in mee komen. Mijn kritiek op een passage in de kanselboodschap is imperialistisch en getekend door kolonialisme. Het gaat mij immers, volgens De Kruijf, om de aanpassing van andermans geloof. Kritiekloos val ik de ‘verlichte’ geesten bij. Om misverstanden te voorkomen, de aanhalingstekens zijn niet van mij maar van De Kruijf.

Daar zit ik dan. In mijn carrière ben ik voor verschillende dingen uitgemaakt, maar verlicht extremist is nieuw voor mij. Op gevaar af dat ik deze nieuwe hoedanigheid bevestig, kan ik maar op een manier reageren. Nonsens, onzin dus!

Ik kan dat het best duidelijk maken met de woorden van De Kruijf zelf. In zijn slotalinea slaat hij de spijker op de kop. Het is de moeite waard die nog eens onder de aandacht te brengen. Hij stelt daarin dat we aan de Verlichting (nu niet tussen haakjes) een politiek systeem te danken hebben, waarin met verschil van mening toch geleefd kan worden. Zo is dat! De Kruijf zegt daarbij dat dit systeem bevochten is op de macht van de kerken. Met vallen en opstaan hebben veel christenen leren zien hoe waardevol dat systeem is. Ja, amen, zegt mijn ziel daarop. Ik hoop dat deze aanvaarding niet alleen uiterlijk is, maar ook innerlijk verwerkt en aanvaard is. Daar heb ik zelf een tijdje over gedaan. De parlementaire democratie was niet mijn eerste liefde. Ik geloofde in revolutionaire bewegingen met andere, rechtvaardiger staatsvormen. De staat als klassevijand en dat soort dingen. In dat opzicht ben ik een gedesillusioneerd mens. Heilzaam gedesillusioneerd.

Mijn oproep aan de kerk om nu de islamitische broeders en zusters te helpen, wil niets anders zeggen dan wat De Kruijf aangeeft. Het gaat er om te laten zien dat het heel goed mogelijk is om in de westerse samenleving als gelovige te leven. Niet alleen dat, maar dat ook een actieve en positieve bijdrage aan die samenleving en democratie gegeven kan worden. In dat gesprek moet zeker gewezen worden op de pijn en moeite die dat de kerk gekost heeft.

Dat gesprek lijkt mij broodnodig. Deskundigen wijzen er op dat het theocratische denken binnen de Islam zeer sterk is. De staatsexperimenten van de Islam maken mij niet gerust. Ik luister in dat opzicht graag naar iemand als Afshin Elian. Zelf schreef ik jaren terug, dat het de grote uitdaging van de Islam is om Europees te worden. Als dat niet lukt, schreef ik toen, zullen jongeren massaal uit de Moskee weg lopen. In dat laatste heb ik mij vergist. Grote delen zijn op zoek naar de ware Islam. In dat opzicht moeten we Mohammed B. volstrekt serieus nemen. Welnu, in die vorm van de Islam wordt met minachting gesproken over de parlementaire democratie. Veel gematigde moslims hebben daar weinig weerstand tegen, omdat deze jongeren wel degelijk gebruik maken van een gemeenschappelijke geloofstaal. Daarom is het van groot belang dat deze interne discussie gevoerd wordt. Daarom lijkt het mij niet verstandig als de kerk in verklaringen oproept tot acceptatie zonder aanpassing van hun geloof. Daarmee laat je met name die moedige mensen binnen de Islam in de steek die de interne discussie wel aangaan. Dat debat kan ik niet voor hen voeren. Ik kan er wel toe oproepen en proberen vanuit eigen ervaring er bij te helpen. In dat lastige gevecht wil ik proberen naast hen te staan. Dat heeft niets te maken met een eis aan de ander om zijn identiteit in te leveren en de mijne aan te nemen. Dat hoeven Moslims helemaal niet. Dat is nu juist het aardige dat zij van Christenen kunnen leren. Hoe je ook over de Verlichting denkt, aanvaarden dat je in de daardoor gestempelde cultuur leeft, betekent niet dat je je identiteit als gelovige in moet leveren. Integendeel zelfs. Dat hebben we in de kerk met vallen en opstaan en veel strijd geleerd. Het geloof is er sterker door geworden. Als het onze Moslimse broeders en zusters ook lukt, hebben we er als kerk een interessante partner in onze samenleving bij. Dan kan er wellicht ook nog eens een gesprek tussen gelijkwaardigen over geloof plaatsvinden.

At Polhuis