Oorlog in het nieuws

logo-idW-oud

 

OORLOG IN HET NIEUWS

Het lijkt al weer lang geleden, de oorlog in Gaza. Een paar weken in december/januari beheerste hij het nieuws. Toch is het de moeite waard er nog eens op terug te kijken, in het bijzonder op de manier waarop deze oorlog in het Nederlandse nieuws verslagen is. Zelf herinner ik mij mijn verbazing hoe opvallend eenzijdig dat gebeurde. Het begon al bij de aanval van Israël op Gaza. Op dezelfde dag mocht Van Agt in Nova zijn commentaar geven. Nog voor enig onderzoek wist hij al dat Israël oorlogsmisdaden pleegde. Dat juist hij dat zei, was geen verrassing. Hij heeft zich de laatste jaren onder het mom van vriend van Israël ontpopt als Palestijns propagandist. Dat wist de redactie van Nova ook toen zij juist hem op dat moment als enige uitnodigde. De toon was gezet: Israël is de offensieve, agressieve partij en de Palestijnen, Hamas zijn het slachtoffer. Doet het altijd goed in de Nederlandse publieke opinie.

Ook de nieuwsbron van Nederland, het NOS journaal, wekte mijn verbazing. Uitvoerig werd over het conflict gerapporteerd. Terecht natuurlijk, maar mij werd het na al die uitzendingen toch niet goed duidelijk tegen wie Israël nu eigenlijk vocht. In de uitzendingen werden regelmatig Palestijnen aan het woord gelaten. Die spraken over massamoord en Holocaust, veroorzaakt door het Israëlische leger. Kinderen en vrouwen, burgers werden er gedood. Hamas was geheel en al verdwenen. Nergens was er sprake van een Hamasstrijder als er doelen geraakt werden. Doktoren wisten het zeker. De slachtoffers die zij te behandelen kregen, waren geen Hamasstrijders. Hamas was verdwenen. Waar streed Israël eigenlijk tegen? Dat moest wel voortkomen vanuit een reden die bij hen zelf gezocht moest worden, een ingebakken haat tegen Palestijnen die vredelievend van aarde zijn. En ach, die bommen die op Israël vielen, waren toch maar onschuldige speeltjes vergeleken bij het massale, disproportionele geweld van Israëlische kant?

Tegelijk met de oorlog in Gaza woedde er en oorlog in Sri Lanka. Zijdelings kwam die ook in het Journaal aan de orde. Ik weet dat parallellen niet zo maar te trekken zijn, maar toch. Het Sri Lankese regeringsleger probeerde in een grote slag in en nabij een grote stad een vernietigende slag toe te brengen aan de Tamil tijgers. Net als Hamas staat deze groepering op de lijst van terroristische aanslagen. Net als de Israëlische regering verbood de Sri Lankese regering journalisten het oorlogsgebied te bezoeken. De verslaggeving over de oorlog in Sri Lanka was terughoudend. De Sri Lankese regering werd niet veroordeeld voor het excessieve geweld. De nederlaag van de Tamil tijgers werd gemeld als een overwinning op een terroristische organisatie. Niets van dat al bij de verslaggeving van de oorlog in Gaza. De Israëlische regering in de beklaagdenbank en dat Hamas een terroristische organisatie is, die met geweld de macht in Gaza greep en vasthoudt, werd verdoezeld onder de opmerking dat zij met democratische middelen gekozen was.

Ik ben mij bewust dat het hierboven staande subjectieve waarnemingen betreft en dan ook nog van iemand die al eerder in woord en geschrift zich ook positief over Israël uitgelaten heeft. Ik zou er dan ook niet over geschreven hebben, als ik niet min of meer toevallig gestuit was op een rapport over de verslaggeving van de oorlog tussen Hamas en Israël. In dat rapport wordt mijn waarneming van de wel erg eenzijdige berichtgeving met vele feiten bevestigd. Om de voornaamste conclusie direct maar te geven. Het NOS-journaal is er niet in geslaagd een evenwichtig en compleet beeld over de feitelijke gebeurtenissen te geven. Dat kan ook niet, zo laat het Journaal weten. Daarvoor is de tijd te kort. Nu eens dit aspect, dan weer een ander. In het rapport wordt de verslaggeving van het Journaal vergeleken met de ARD in Duitsland. Die is volgens het rapport wel in staat om met minder tijd dan het NOS-journaal een ‘evenwichtig en compleet beeld’ te geven. Om het iets duidelijker te zeggen: de ARD bracht zowel de Israëlische als de Palestijnse kant in beeld. De NOS was eenzijdig, duidelijk overhellend naar de Palestijnse kant.

De verslaggeving van het NOS-journaal wordt in het rapport op een aantal punten bekeken. Ik laat ze kort, met enkele voorbeelden, de revue passeren. Als eerste worden feiten en onjuistheden benoemd. In de uitzending van 27 december meldt het Journaal dat Israël medio november begonnen was met het schenden van het bestand. Er werd niet bij vermeld dat de Israëlische actie te maken had met een eerdere schending door Hamas van het bestand. De Israëlische actie kwam, nadat een door Hamas gegraven tunnel ontdekt was. Deze tunnel werd gegraven om Israëlische soldaten te kunnen ontvoeren. Daarna wordt in het rapport de gebruikte terminologie ten aanzien van Israël geanalyseerd. Vele voorbeelden worden genoemd van uitspraken die een ‘sterk negatieve lading hadden ten aanzien van de acties van Israël’. Daarentegen hadden uitspraken over Hamas of de Palestijnen in Gaza vaak een ‘camouflerende of positief suggestieve lading’. Zo wordt in de Journaals gesproken over ‘grootschalige vernietiging, verzengend tegenoffensief, verwoestende Israëlische luchtaanvallen’. Over Hamas wordt gemeld dat het bereid is te praten, dat het wel een dictatoriaal bewind voert, maar wel arme Palestijnen helpt. Over de aanvallen van Hamas op humanitaire transporten of over de ambulances die Hamas gebruikte voor militaire doelen, geen woord. Verder wordt in het rapport het beeldgebruik en de montage geanalyseerd en vergeleken met de Duitse verslaggeving. Ook de selectie die het Journaal van de aangeboden beelden maakt, wordt nagegaan: 90% Palestijnse woordvoerders.

Nog twee punten uit het rapport wil ik kort noemen. Besproken wordt de manier waarop over het dodental gerapporteerd is en over de wijze waarop betrokkenen in Nederland aan het woord kwamen. Telkens opnieuw wordt het hoge aantal dodelijke slachtoffers afgezet tegen het geringe aantal aan Israëlische kant. De suggestie die daarvan uitgaat is duidelijk. Vergeten wordt te melden dat in Zuid-Israël burgers op last van de overheid in schuilkelders moeten blijven en scholen gesloten zijn. Deze informatie zou een ander licht kunnen werpen op het lage aantal slachtoffers aan Israëlische kant. Klakkeloos worden in de reportages de door Palestijnse instanties opgegeven aantallen als waar gepresenteerd. Eerdere situatie hebben laten zien hoe onbetrouwbaar deze gegevens zijn. Ook de mening dat het in dit Palestijnse dodental vooral om burgers (vrouwen en kinderen) gaat, wordt doorgegeven. De opvatting van de Israëlische regering kwam in het geheel niet aan de orde. Die cijfers gaan uit van 1134 slachtoffers, waarvan 673 Hamasstrijders. Het rapport signaleert deze verschillen en wijst er op dat het wachten is op een onafhankelijk rapport.

Over de reactie in Nederland schrijft het rapport het volgende: de NOS zond ‘voornamelijk reportages en beelden uit over de woede en emoties van allochtone Nederlanders van Arabische afkomst. … Reacties of emoties van joodse Nederlanders op de oorlog werden door de NOS niet uitgezonden.’

Het geciteerde rapport werd geschreven door de stichting WAAR (Waarheid, Accuratesse Authenticiteit in Reportages) en de Israël Facts monitor Group Israël/Nederland. Ik kende deze organisaties niet. Daarom maar even op internet opgezocht wie daar achter zitten. De laatste groepering verenigt Joodse Nederlanders en Israëli’s van Nederlandse afkomst die zich zorgen maken over de berichtgeving in Nederland over Israël. Dat zou een argument kunnen zijn het rapport als propaganda van de andere kant terzijde te schuiven. Is immers de waarheid in oorlogszaken niet altijd het eerste slachtoffer? Waarom zouden deze onderzoekers niet de feiten aan hun gelijk aanpassen?

Dat is in essentie ook de reactie van de NOS op het rapport. De kritiek wordt terzijde geschoven. ‘Wij vinden zelf niks; wij proberen daarentegen u te helpen iets te vinden’. Hoe? ‘Door het nieuws te melden en waar nodig achtergronden te geven bij dat nieuws, zodat kijkers thuis beter kunnen beoordelen wat er aan de hand is in de wereld.’ Welnu, ik ben zo’n kijker. Aan het begin schreef ik mijn verbazing over de richting waarop ik door het Journaal en andere NOS nieuws programma’s geduwd werd. Ik vind deze reactie dan ook beneden de maat.

In de journalistieke code van de NOS is opgenomen dat ‘de NOS feiten en meningen scheidt, hoor en wederhoor toepast en eenzijdige berichtgeving vermijdt.’ Juist bij deze punten zet het rapport een aantal stevige, met feiten onderbouwde vraagtekens. Een uitvoerige verantwoording van de hoofdredactie is dan toch wel het minste dat verwacht mag worden, zeker als je je als primaire informatiebron van de Nederlandse burger presenteert. Het kan toch niet zo zijn dat de NOS ook zelf in laatste instantie het oordeel velt over de keuzes die zij zelf maakt en dat daarmee het laatste woord gezegd is. Dat zou in strijd zijn met wat de NOS ook in de gedragscode noemt: ‘de NOS hecht aan een transparante werkwijze en legt daarover verantwoording af.’

Juist omwille van de geloofwaardigheid (zeker als het om het conflict in het Midden Oosten gaat), is zo’n publieke verantwoording gewenst en noodzakelijk. Daarvoor is het rapport van de stichting WAAR en de Israël Facts monitor groep Israël/Nederland te ernstig.

At Polhuis

(Het volledige rapport is te downloaden van http://www.israelfacts.eu/. Menu optie TV Media)