Een dogmatische kanttekening

logo-idW-oud

 

Een dogmatische kanttekening

Een licht gevoel van irritatie kan ik niet onderdrukken. Ik luister in de auto naar de preek van ds Hudig bij het afscheid van koningin Juliana. Haar eenvoud wordt uitvoerig geschetst. Het is een teken van haar eigenzinnigheid. Zij ging in tegen wat verwacht werd en wordt van een vorstin. Die vrijzinnigheid kenmerkte ook haar geloof, volgens ds Hudig. ‘Zij bleef niet zitten in één heilig huisje, maar ging graag op ontdekkingstocht’. Het is niet deze polemiek tijdens een rouwdienst die mij stoorde, hoewel erg kies ten opzichte van de ook aanwezige kardinaal Simonis vond ik het niet. Mijn irritatie betrof de koninklijke goedkeuring die ‘ondogmatisch’ gedrag kreeg. Kijk Juliana is een voorbeeld voor al die mensen die niets willen weten van kerkelijke dogma’s en wetten.

Het gaat mij er niet om ds Hudig te kritiseren. Ik geloof wel dat zij een bij Juliana passende dienst verzorgd heeft. Het gaat mij om de achterliggende gedachte die nu ook koninklijk goedgekeurd is. Wie zich met dogma’s inhoudt, beknot de menselijke vrijheid en spiritualiteit. Het gemak waarmee dat gezegd wordt, irriteert mij. Laat ik er meteen maar bij zeggen, dat ik dogmatiek voor de kerk van wezensbelang vind. Ik neem het op voor kerkelijke dogma’s.

Wie dat hardop zegt in de kerk, kan op medelijden rekenen. Dogmatiek is geen populair vak in deze dagen. Ik weet heel goed wat degenen die dat zeggen en voelen, bedoelen. Dogmatiek en dogma’s zijn en worden vaak gebruikt als een stok om te slaan. Het gaat ten koste van de vrijheid van mensen. Het is allemaal waar, maar toch weiger ik nog langer deemoedig het hoofd te buigen en mijn mond te houden als de zogenaamde vrije mens aan het woord komt. Dogmatici komt de schaamte te boven! Meldt u! Juist dogmatiek is nodig om de vrijheid in de kerk te waarborgen.

In zijn prolegomena bij zijn dogmatiek gaat Barth uitvoerig op de spanning tussen autoriteit en vrijheid in. Die spanning zal er altijd zijn en het is de kunst die spanning ook vast te houden. Wie autoriteit zegt ten koste van vrijheid, komt op het heilloze spoor van macht en onderdrukking. Het is begrijpelijk dat in een tegenreactie het accent op de vrijheid komt te liggen. Dat leidt uiteindelijk ook tot macht en onderdrukking. Wie goed luistert, hoort in onze dagen het verzet daartegen klinken. De jaren 60 hebben in het teken van vrijheid nieuwe ongelijkheid gebracht.

In ruim honderd pagina’s wijst Barth een andere weg. Voorop gaat de autoriteit. De mens wordt opgeroepen zich gewonnen te geven aan de autoriteit van het Woord Gods. Concreet is dat zich schikken naar het getuigenis van de Schrift, de kerkelijke dogma’s en de grote leraren der Kerk. Alleen door zich te onderschikken, wordt de mens in vrijheid gezet. Hij of zij die het Woord hoort, wordt vrij. Zo is de erkenning van de autoriteit in de concrete gestalten zoals die zich aan ons voordoen, de voorwaarde voor de vrijheid. Het is de enge poort waardoor men naar binnen gaat. Uit zich zelf kent de mens de vrijheid niet. Zonder zich te voegen naar deze Autoriteit blijft de mens met zichzelf in gesprek, onder het mom van vrijheid in onvrijheid gevangen.

Betekent dat nu dat de mens een slaafje wordt van dogma’s en de schrift? Geenszins. Direct aansluitend aan de paragraaf over de Autoriteit in de kerk schrijft Barth een paragraaf die daarmee direct samenhangt. Deze paragraaf gaat over de Vrijheid in de kerk. Autoriteit heeft vrijheid op het oog. Welnu die vrijheid wordt uitvoerig verkend en is in de praktijk van Barths leven ook geleefd. Het is niet een vrijheid waarin de mens zoals die is zich groot maakt, maar de mens zoals die zich in Jezus Christus gemanifesteerd heeft.

Het lijkt mij zeer de moeite waard als we in de kerk deze tekst van Barth weer leren spellen. Onze ongeremde vitaliteit wordt er door geremd. Dat is waar, maar is dat zo erg? Zoveel vrijheid en goeds hebben al die ongeremde ego’s, inclusief die van mij zelf, die in hun eigen gekozen vrijheid spraken, toch niet gebracht? Daarom is bescheidenheid op zijn plaats. In de kerk betekent dat zich deemoedig schikken onder de autoriteit van het Woord, de dogma’s achtend als piketpalen die onze vrijheid bepalen. Een koninklijke goedkeuring van ‘ondogmatisch’ handelen lijkt mij dan ook onterecht.

At Polhuis