Op weg naar de staat Israël
OP WEG NAAR DE STAAT ISRAEL
Tom Segev heeft een uitzonderlijk goed boek geschreven. Enkele jaren geleden vertelde ik iets over zijn Wiesenthal-biografie, nu gaat het om een studie met de cryptische titel One Palestine, Complete – Jews and Arabs Under the British Mandate.
Tom Segev is journalist en historicus. Hij is Israeli, woont en werkt in Jerusalem. Oorspronkelijk werd dit boek in het Hebreeuws geschreven en in 1999 in Jerusalem gepubliceerd. Het is een historische studie maar allerminst langdradig, want vernuftig van bouw en prachtig geschreven. Het wemelt van heerlijk getekende Britse figuren, deels vroom en vertrouwd met de bijbel. Ze krijgen niet zelden een wat ironiserende maar niet onheuse behandeling.
Allenby en the power of the horse
Het zal voor Segev een uitdaging geweest zijn dit boek te schrijven. Hij heeft zich intens verdiept in een van de meest complexe episoden uit de geschiedenis van de twintigste eeuw. Hij begint bij de verovering van het Heilige Land, ook wel Palestina genoemd. In 1917, een jaar voor het einde van de Grote Oorlog (1914-1918), trekt het Britse leger (Engelsen, Ieren, Schotten, maar ook uit alle hoeken van het Brits Imperium Egyptenaren en Indiërs, Australiërs en Nieuw-Zeelanders) vanuit Egypte door de Sinai. Met zware gevechten o.a. rond Bersheba en in Gaza, dat pas na meerdere pogingen werd veroverd. Door mij in mijn Nieuw-Zeeland Encyclopedie opgezocht: vooral de cavalerie, 17.000 man sterk, leed veel verlies. Ook vele honderden paarden en kamelen moesten op het slagveld achterblijven.
Segev typeert de bevelhebber generaal Sir Edmund Allenby van het bijna 100.000 man tellende expeditieleger als een man, ‘lang, met een indrukwekkende arendsneus, die kracht, autoriteit en charisma’ uitstraalde. Groot was zijn geloof in de schijnaanval en in de ‘power of the horse’. Flora en fauna van de bijbel boeiden hem. Hij genoot telkens weer van de schilderachtige bijbelse figuren die hij tegenkwam. Na maanden werd Jerusalem bereikt en eind 1917 trokken de geallieerde troepen er binnen. Zo ging het land na vele honderden jaren bewind van moslims over in ‘Christian hands’. Segev geeft een toelichting, want inderdaad, vele Britse soldaten vergeleken zichzelf met kruisridders, zegt hij erbij. En voor hun vertrek hadden Australiërs afscheid genomen van hun familie, die als opdracht meegaf: “Ga, herstel het thuisland van de enige natie zonder thuisland.” Zo over de eerst behandelde periode, die eindigt met de stichting van de staat Israel in 1948, met David Ben-Gurion als regeringsleider. Het inwonertal was gedurende het Mandaat door de komst van vooral Joodse immigranten vertienvoudigd. Maar dat was te weinig om de Arabieren getalsmatig te verslaan.
Tom Segev heeft veel te vertellen en voor een wereldwijde kring van lezers uit te leggen. Hij weet dat en doet dat met prachtig journalistiek elan. Terughoudend in zijn oordeel, verrast hij des te meer door soms plotseling een voorkeur te laten blijken of zelfs partij te kiezen. Zijn betoog heeft een kalme en milde toon. Maar zeer beslist is hij over de mogelijkheden die er tenslotte over bleven. Bijna gedurende het hele Mandaat hielden de Britten vast aan hun beleid ruimte te scheppen voor een ‘volk van Palestina’. Segev verwijst dan naar Weiszmann, die veel later terugblikkend eens zei dat dit lege woorden waren, want de Britten hielden de arabieren voor de gek, hielden de joden voor de gek, en hielden zichzelf voor de gek. Segev opeens: ‘hij had gelijk’. Oorlog tussen zionisten en arabieren was onvermijdelijk.
Illusie (1917-1927) – zo luidt het opschrift voor het eerste en veruit grootste deel. Deel 2 (Terror) en Deel 3 (Resolution) wortelen sterk in wat in het eerste deel is beschreven. Na de Turken leefden er zowel bij joden als ook bij arabieren gespannen verwachtingen. Positieve gevoelens overheersten, erger dan onder het Ottomaanse Rijk kon het niet worden. Maar provocerend voor de arabieren was meteen al, dat de op zichzelf niet onbekwame Herbert Samuel als eerste Hoge Commissaris voor Palestina werd benoemd, vanuit Londen, het machtscentrum waar vurige Zionisten invloed hadden (Lloyd George, Balfour o.m.).
Generaal Allenby vond de benoeming een grote vergissing, een gevaarlijk vragen om moeilijkheden. En Samuel zelf aarzelde de benoeming te aanvaarden. Uitgerekend nu een joodse bestuurder benoemen, die bovendien een vurig zionist was, lag niet zo voor de hand. Al gauw bleek onrust te ontstaan onder het arabische bevolkingsdeel. Grote rellen volgden, in 1920 (Nebi Musa). Jabotinsky, een van de zionistische leiders, belandde na afloop ten onrechte in de gevangenis. Als hij vrijkomt ontstaat verwijdering van Chaim Weiszmann, die na dit alles ertoe neigt het contact met de Britten zo goed mogelijk te houden. Daarmee kwam hij ook meer onder de druk van Churchill. Deze zag in de gevolgen van de revolutie in Rusland uitsluitend gevaar, waartegen hij joodse invloed in stelling wilde brengen. Ik heb me wel afgevraagd, waarom Segev nogal bondig is over revoltutionaire invalshoeken en aanzetten. Ook als het gaat om de immigratiepolitiek enkele jaren later. Wie iets voelde voor wat de revolutie in gang bracht, kwam Palestina niet gauw binnen. Opmerkelijk is wat dit betreft ook de opkomst van een snel groeiende arbeidersbeweging. Onder leiding van Ben-Gurion kreeg deze een eenzijdig zionistisch stempel. Segev lijkt het niet belangrijk te vinden hier meer aandacht aan te besteden.
Wortel van alle illusies is volgens hem in elk geval de z.g. Balfour Verklaring. Lees vooral de paragraaf ‘A Contract with Jewry’. Door de Balfour Verklaring wordt de titel van deze Engelse vertaling ook begrijpelijker. De woorden verwijzen naar bij een overeenkomst gebezigde contracttaal. Geleverd wordt een exemplaar Palestina, als een handelsobject. Er klinkt een cynische ondertoon. Jazeker, wat wil je meer, compleet en wel geleverd, alles inbegrepen, volgens afspraak. Veel meer sympathie heeft Segev voor Churchill, die met het zionisme niet zoveel ophad. Duidelijk is dat hij voor een tegenwicht wilde zorgen tegen chaos en revolutie, waarvoor Rusland in zijn oog zonder meer garant stond.
Besluit (1939-1948)
In de Tweede Wereldoorlog werd Palestina vooral een kolossaal bevoorradingsgebied voor de geallieerde legers. Behalve tanks en vliegtuigen, brenguns en mortieren, moest er ook zorg worden gedragen voor kleding, voedsel, ontspanning (verlofcentra). Enkele malen werd ook Tel Aviv gebombardeerd, door Italianen. Nog in 1939 had Londen verklaard, dat binnen tien jaar een onafhankelijke staat voor arabieren en joden zou worden gerealiseerd. Intussen was Ben-Gurion al vele jaren gefocust op een joodse staat in Palestina, als Duitsland verslagen zou zijn. Maar na de vreselijke terreurgolven en de grote arabische opstanden in 1936 en 1939 (hierover gaat deel 2, ‘Terreur’ geheten) probeerde Londen de arabieren een weinig tegemoet te komen. Het was al een tijd doende de immigratie te beperken en ook de aankoop door joden van door arabieren aangeboden land te minimaliseren. Deze transacties waren in aantal sterk toegenomen.
Het ging zo ver dat een wetsvoorstel werd voorbereid om zowel immigratie als landaankoop in te perken. Angst en geweldige uitingen van woede onder joden begonnen los te breken. Ben-Gurion kon niet geloven dat er een wet zou komen en meende dat het allemaal wel mee zou vallen. Het was Churchill die er iets op vond om ervoor te zorgen, dat de wet er niet kwam. Inmiddels kwam er slecht nieuws van het front. Groot werd de nazi-dreiging voor Palestina vanuit Noord-Afrika. Het was niet denkbeeldig dat de Duitsers vanuit het Zuiden via de Sinai zouden doorstoten. Discussies onder joden in Palestina werden al gevoerd. Moeten we ons in die omstandigheden overgeven aan de nazi’s of moeten we ons doodvechten? Ook vroeg men zich af of de arabieren niet met de nazi’s zouden samenspannen. Maar ‘Monty’ werd de grote held, juist ook voor de joden in Palestina. Want hij wist de Duitsers onder veldmaarschalk Rommel de nederlaag te bezorgen bij El Alamein.
Toen alom in Europa op 8 mei 1945 het bevrijdingsfeest losbrak was Ben-Gurion niet in een feeststemming. Hij vond het een heel droeve dag, vanwege de zes miljoen vermoorde joden.
Nu dan maar de rest ‘thuis’ brengen heeft hij waarschijnlijk gedacht. Hij meende te weten dat oorlog met de arabieren dan onvermijdelijk zou worden.
Solidariteit
Dit boek kan een eye-opener zijn om een aantal zaken iets beter te begrijpen, zoals de stootkracht en panische ijver met volle ideologische inzet van het zionisme. Men moest anticiperen op blijvend latent antisemitisme, duister waarvandaan en waarom. Groot zijn de bijdragen geweest van de behendige netwerker Chaim Weizmann en van de kleine maar zeer krachtige eenmans-tank die Ben Gurion was. Maar – ik weet daar te weinig van – kon het gewelddadig druk-zetten van mensen als Jabotinsky en Begin gemist worden? Alleen door een breed spectrum van krachten is de staat Israel er gekomen.
Dit boek vergt leestijd, dan rijzen zeker vragen en wie weet vruchtbaar peinzen, ook over daadwerkelijke solidariteit. Hoe denken we over Segev’s mening dat het Britse beleid vooral de zionisten in de kaart heeft gespeeld ? En over zijn observatie van christenen die, van huis uit zo opgevoed, hun eigen romantische en dromerige zionistische neigingen hadden? Eigenaardig, uitzonderlijk, ‘odd’ noemt hij ze. Dat woordje komt bij Segev regelmatig voor. Heeft hij aan die oude Engelse benaming gedacht voor de kinderen Israels: ‘the peculiar people’ ?Aan het begin van zijn boek schrijft hij over wat hij vertellen gaat : ‘It was an odd story from the start – not always a laudable one’ (4 en 6).
Na lezing van Segev’s imposante maar ook wel angstaanjagende boek deed het goed te lezen wat Arie Spijkerboer ooit van het hart moest: ‘Ik zou nu niet meer zeggen dat de staat Israel een bijzondere roeping heeft.’ (Een rondje om de kerk, Kampen 2001, 122) Gaat het niet, als bij iedere staat, om de handhaving van recht en vrede? Hoeveel ‘ínzicht en vermogen’ zal de staat Israel nodig hebben en kunnen opbrengen? Zou zo solidariteit met de staat Israel en ook door die staat kunnen gaan nog kunnen gaan groeien ?
Mans Miskotte
Dr. H.H. Miskotte is emeritus predikant en was hoogleraar Praktische Theologie aan de UvA