Om vrijheid en veiligheid

logo-idW-oud

 

OM VRIJHEID EN VEILIGHEID

Mevrouw Britta Böhler mocht ik in de laatste weken van vorig jaar van nabij meemaken. Zij was de avond voor de Dag van de Mensenrechten (10 december) het middelpunt van de jaarlijkse bijeenkomst belegd door de Liga voor de Rechten van de Mens.

Ik was een beetje vooraan gaan zitten en weer dacht ik: wat een krachtige, scherpzinnige en elegante uitstraling heeft deze vrouw. Zij werd onderscheiden met de Clara Meijer-Wichmann Penning, door de Liga eerder uitgereikt aan mensen, die zich bizonder hebben ingezet voor mensenrechten, zoals de hoogleraar Theo van Boven, de schrijfster Mies Bouhuys (2003) met haar inzet voor ‘dwaze moeders’, en de vorig jaar overleden psychiater Andries van Dantzig, die bizonder geschokt was (en daarnaar handelde), dat kindermishandeling veel vaker voorkomt dan we hadden kunnen vermoeden.

Evenals Clara Gertrud Wichmann, de bewogen strijdster geraakt door anarchistische inzichten, al weer tachtig jaar geleden, is ook Mr Dr Böhler van Duitse afkomst. Clara werd na haar overlijden in 1924 getekend door een medestrijder op een manier, die ook zou kunnen gelden voor Britta Böhler.

Bart de Ligt schreef toen over Clara: “Zij bracht een wonder samenstel van geestelijke krachten over – het beste onzer oostelijke buren – : nauwkeurigheid, vlijt, wetenschappelijke toewijding, zin voor systeem en orde; wijsgeerigen aanleg; groote liefde voor het cultureele; een even diepe als veelzijdige humaniteit.” (vgl. de bundel van Bart de Ligt ‘Kerk, cultuur en samenleving – tien jaren strijd’,Arnhem 1925, p.336).

Zomergast in 2003

Haar uitstraling was al indrukwekkend, toen zij als ‘zomergast’ urenlang te zien en te horen was in gesprek met Joost Zwagerman op televisie,3 augustus 2003. Het werd een prachtige,spannende uitzending. De videobeelden die ik toen ik toen opnam heb ik een dezer dagen weer bekeken. Mevrouw Böhler(in 1960 geboren) vertelde toen, dat ze enig kind was, maar dat ze dat eigenlijk niet zo erg had gevonden. Haar ouders hoorden bij de SPD en voor hen was het “vanzelfsprekend, dat je sociaal-politiek iets doet”. Voor haar als meisje van tien jaar was, in navolging van haar ouders, de SPD-politicus en verzetsman Willy Brandt een held, hoopgevend voor een herboren Duitsland.

Het gesprek kwam toen ook op het terrorisme van de R.A.F. Britta Böhler benadrukte, denkend aan Andreas Baader, Ulrike Meinhof en Enslinn dat het niet aanging de Rote Armee Fraktion, ondanks hun misdaden, eenvoudig als een criminele bende af te doen. Ieder mens, zei ze toen, kan zich op een gegeven moment gedwongen voelen geweld te gebruiken. Belangrijk is deze vraag: wat gebeurt er eigenlijk met iemand, die de stap zet naar (politiek) geweld? De daden van de RAF keurde ze wel af, maar de motieven kon ze deels begrijpen. De RAF beschouwde zich in oorlog met de Staat en de burgerij. Böhler onderstreepte, dat het belangrijk is je af te vragen, hoe mensen tot dergelijke standpunten kunnen komen. Dat heeft haar mede doen besluiten de zaak van mensen als Folkert v.d.G. en de Koerdische leider Öcalan als advocate te verdedigen.

Ze verklaarde in die TV-uitzending ook bewondering voor de filosoof Foucault te hebben en met hem van mening te zijn, dat normen en waarden nooit absoluut kunnen zijn, maar in verband staan met cultuur, tijd, milieu, persoonlijke ontwikkeling.

De uitreiking van de penning werd omlijst door enige bijdragen. Eerst was er een presentatie van een onderzoek over mensenrechten in Nederland. Prof.Cees Hamelink noemde als een van de resultaten, dat er brede, maar oppervlakkige steun voor mensenrechten lijkt te bestaan. Hij voegde eraan toe, dat de ‘gemakkelijke’ tijden voor mensenrechten voorbij lijken.

2.

Daarna hield Prof. Herman van Gunsteren de Clara Meijer-Wichmannlezing-2005. Deze hoogleraar politieke theorie en rechtsfilosofie kwam wat sarcastisch over, maar deze indruk kan het gevolg zijn van het feit, dat het moeite kostte hem te verstaan.

Deze bijdragen werden omrankt door ‘proletarische’ strijdliederen, gebracht door een koor met de naam Radicale Vocalen.

Zij zongen bijvoorbeeld “Die Gedanken sind frei” (een lied door de nazi’s verboden in de dertiger jaren van de vorige eeuw),’Einheitsfrontlied’en ‘Solidariteitslied’(beide muziek Hans Eisler,tekst Bertold Brecht). Strekking van het laatstgenoemde lied: nooit de solidariteit vergeten, want de heren heersers zien ‘onze tweedracht’ graag om zo onze heren en bazen te kunnen blijven.

Uitreiking Clara Meijer-Wichmann Penning

In de laudatio bracht Rudolf de Jong naar voren, dat Mevrouw Mr Dr Britta Böhler een uitnemende advocate is, die haar handelen en denken in dienst heeft gesteld van de Rechten van de Mens.

Inderdaad, als ‘zomergast’ legde zij al uit, dat zij zichzelf beschouwt als ‘politiek advocaat’. Zij verstaat daaronder juridische zaken behartigen met vooral politiek-maatschappelijke connotaties en implicaties. Ze nam de verdediging op zich van zaken van krakers, milieuactivisten, asielzoekers, politieke vluchtelingen, een organisatie als ‘Greenpeace’. Vermeld werd ook, dat zij haar steun gaf aan pogingen de Argentijnse oud-minister Zorroguieta voor de rechter te krijgen. Kortom, voor haar rol als politiek advocate kreeg zij deze prijs in de eerste plaats.

Maar in de tweede plaats kwam de prijs haar toe vanwege haar werk als publiciste. Daarbij werd vooral haar boek geprezen, in 2004 verschenen bij de Arbeiderspers, getiteld “Crisis in de rechtstaat-spraakmakende zaken, verborgen processen”. Hoe helder weet zij te schrijven voor leken, zo vervolgde Rudolf de Jong zijn laudatio, reden waarom dit boek gekwalificeerd kon worden als een “tekstboek voor aanstaande Kamerleden” en een “inburgeringscursus Nederlandse rechtsstaat”. De rechtsstaat is ook in ons land geen bezit, er moet voor gestreden worden (overigens viel het mij op, dat dit boek steeds de spelling “rechtstaat” volgt). Na lezing van dit nuchtere en heldere boek lijkt het me voor velen inderdaad aanbevelenswaardig het te lezen en ervan te leren.

In een kort betoog na haar huldiging sprak Mevrouw Mr Dr Böhler vooral over ‘vrijheid’. Die kun je verliezen, in een sluipend proces, stukje bij beetje. Nederland geldt als een beschaafd land, en toch kan het de rechtsstaat ook hier slecht vergaan. Te vaak ontbreekt analyse van achtergronden van beweegredenen van zowel terroristen als van hun bestrijders.

Foucault werd in het bovenstaande al genoemd. Nu zei ze letterlijk: “Ethiek is geen wiskunde, geldigheid is sterk afhankelijk van eigen cultuur, denkkaders en dergelijke”.

Terrorisme is een symptoom, niet de wortel van problemen.

Veiligheid heeft momenteel, niet onbegrijpelijk, volstrekte voorrang. Voor velen, zo merkte ze op, is de keuze tussen vrijheid en veiligheid snel gemaakt.

Nadrukkelijk stelde ze, dat er beperkingen zijn voor het handelen van de Staat. In de eerste plaats, het is uitgesloten, dat misdrijven steeds worden voorkomen, er bestaat nooit definitief veiligheid.

Verder, beperkt is het handelen van de Staat ook, omdat de middelen geoorloofd moeten zijn. Voortdurend dient men zich de vraag te stellen, hoe ver de Staat mag gaan in de strijd tegen terrorisme. ‘Vrijheid is een kostbaar goed’, waarna zij besloot met een citaat van Rosa Luxemburg over de ware vrijheid die steeds ook vrijheid van de andersdenkende zal moeten zijn (“Freiheit ist immer auch Freiheit des anders Denkenden”).

3

Aan het begin van de bijeenkomst werd het volgende verteld: Bush komt aan de hemelpoort en vraagt daar, wanneer de absolute heerschappij van Amerika een feit zal zijn. Dat kan nog wel honderd jaar duren is het antwoord. Bush barst in tranen uit, roepend ‘maar dat zal ik niet meer meemaken’. Osama bin Laden komt vervolgens bij de hemelpoort en vraagt wanneer zijn strijd in zijn voordeel zal zijn beslecht. Na het antwoord, dat dat nog heel veel jaren kan duren barst ook hij in tranen uit….’maar dat zal ik niet meer meemaken’. Tenslotte komt Kofi Annan bij de hemelpoort met de boodschap, dat van mensenrechten voorlopig geen sprake zal zijn. Nu barst God in tranen uit, roepend dat hij dat niet meer mee zal maken.

Op het programma stond ook nog : Gedachtewisseling. Maar na de woorden van Böhler werd bekendgemaakt, dat discussie ook wel gedurende de aansluitende receptie kon plaatshebben. Mogelijk waren de standpunten van de meeste aanwezigen wel bekend. Tenslotte had voorjaar 2005 nog een congres plaatsgevonden. Vermoedelijk waren velen (een deel van de belangstellenden leken me deze avond rechten-student of -docent)daar geweest, thema “Terrorismebestrijding met mensenrechten”, op 8 april 2005, in het Vredespaleis te ’s-Gravenhage. Het congres vond plaats in het kader van het dertigjarig bestaan van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten. De belangrijke congresbundel was natuurlijk op deze avond te koop. Samen met het boek van Mr Böhler geeft het een goede indruk van huidige discussies rond mensenrechten en terrorisme, vrijheid en veiligheid. Maar er waren er vermoedelijk ook, die met mij een gedachtewisseling toch wel op prijs zouden hebben gesteld. Discussie zou van belang zijn geweest, maar het was al wat later in de avond en er was op deze feestelijke bijeenkomst al veel geboden. Een van de inleiders paste een uitspraak (indertijd gedaan met het oog op een andere krachtige vrouw, Eleanor Roosevelt) nu toe op Mevrouw Mr Britta Böhler,die met recht deze penning heeft ontvangen, mede omdat tegenwoordig wel eens vergeten dreigt te worden, hoezeer juist ook bij terroristenbestrijding steeds mensenrechten in het geding zijn. Het betrof dit zeer Amerikaanse compliment :”A tough cookie, but what a lady!”

Mans Miskotte