Het verhaal van een Duitser (1914-1933)

logo-idW-oud

Het verhaal van een Duitser, 1914-1933

Sinds ik een boekenschrift bijhoud, gebruik ik de laatste dagen van het oude jaar, om voor mezelf op een rij te zetten, welke boeken door mij gelezen in het afgelopen jaar, het waard zijn om bij stil te staan, nog eens in door te bladeren en in terug te lezen. Terwijl ik hiermee bezig ben, moet ik vaststellen dat het altijd weer een moeilijke opgave is. Maar dat hoort ook bij lezen, orde aanbrengen in het gelezene.

In het afgelopen jaar las ik een boek dat diepe indruk op mij maakte: Het verhaal van een Duitser van Sebastian Haffner. Het boek vertelt op onnavolgbare wijze hoe de historische gebeurtenis van 1933: Hindenburg benoemt Hitler tot kanselier, over het persoonlijk leven van mensen in Duitsland is heengetrokken. Wat het Verhaal van een Duitser zo indrukwekkend maakt, is dat Haffner het schreef in 1939 voordat het allemaal echt ging beginnen.

Met de zin `Het verhaal dat hier verteld zal worden, heeft als onderwerp een soort duel` begint Haffner zijn herinneringen aan de jaren 1914-1933. Zonder geestdrift, eerder schouderophalend, maar wel vastbesloten niet op te geven, vertelt Haffner, hoe hij aan zijn duel met de staat, het Duitse Rijk begint. Gaandeweg ondervindt hij echter dat hij als klein, anoniem, onbekend individu op geen enkele wijze is opgewassen tegen het dreigen en eisen van deze buitengewoon machtige, sterke en meedogenloze staat. Stap voor stap zet Haffner helder met een ironische ondertoon uiteen wat er met hem gebeurt tijdens dit duel. Dat maakt zijn relaas zo bijzonder. Je realiseert je als lezer, al schrijvend, probeert Haffner voor zichzelf begrijpelijk te maken hoe Hitler mogelijk werd. Hoe het zover kon komen in Duitsland. Hoe het mogelijk was dat bijna iedereen in Duitsland niet merkte wat er met hen gebeurde en wat er in hun naam gebeurde. Wat moeten we van hen denken? Nu bijna iedereen in Duitsland die als volwassene de beginjaren van het Duitse Rijk meemaakte, is gestorven, is er voldoende afstand gekomen. En voelen Duitsers van nu zich eindelijk vrij om zich met deze vraag bezig te houden. Wat moeten wij nu van hen denken?

In zijn boek laat Haffner zien dat Duitsland in de 20-er en 30-er jaren veel weg had van een bananenrepubliek. Mensen verdwenen bij bosjes. Zowel van linkse als van rechtse zijde was het usance om zich van tegenstanders te ontdoen. Het heette ofwel `op de vlucht neerschieten` ofwel `verraders worden door het veem gericht´. De praktijken van de Nazi´s verschilden niet zo heel veel van die van andere politieke groeperingen. Het viel dus niet mee om op te merken wat er in Duitsland vanaf 1933 gebeurde. Of toch wel?

Er is één moment in het hele boek dat je als lezer heel indringend laat voelen waar Haffners ongelijke duel met de staat op zal uitlopen. Het is vrijdag 31 maart 1933, als referendaris, leest Haffner in de bibliotheek van het gerechtshof te Berlijn een dossierstuk. Als plotseling de deur wordt opengerukt. Bruine uniformen vallen binnen. Iemand, de leider kennelijk, roept met schallende, harde stem: `Niet-ariërs dienen direct de zaak te verlaten!` Terwijl Haffner zich afvraagt, wat moet ik doen? Hoe moet ik me beheersen?, valt hem ondertussen nog wel even het onzorgvuldig taalgebruik van de leider van de bruinhemden op. Enerzijds hanteert deze de keurige uitdrukking ´niet-ariërs´ voor joden, anderzijds gebruikt hij de hoogst ongepaste uitdrukking ´zaak´ voor het gerechtshof. Haffner besluit om de indringers te negeren, zich niet te laten storen in zijn bezigheden. En dan komt er ook een bruinhemd op hem af, gaat in de houding staan en vuurt op hem de vraag af: `Bent u arisch?` Nog voor hij er erg in heeft antwoordt Haffner: `Ja`. Het schaamrood steeg me naar de kaken. Ik voelde een ogenblik te laat, de blamage, de nederlaag. Ik had ´ja´gezegd! Nou ja, bij God, ik was een `ariër´. Ik had niet gelogen. Ik had alleen iets veel ergers laten gebeuren. Wat een vernedering om aan onbevoegden bij ondervraging netjes te verklaren dat ik arisch was, waaraan ik overigens geen waarde hechtte. Wat een schande om daarmee te kopen dat ik hier achter mijn dossierstuk met rust werd gelaten! Zelfs nu nog overrompeld! Bij de eerste test gefaald! Ik had mezelf om de oren kunnen slaan.

Dit moment vertelt van een verschrikkelijke nederlaag, een nauwelijks te herstellen vernedering.

Verder vertelt Haffner in zijn kleine politieke biografie van de verleidingen, de verzoekingen waarvoor de mensen in Duitsland bezweken. Toen meer en meer duidelijk werd dat je als burger je niet meer afzijdig kon houden, niet meer kon afsluiten voor het dreigen en eisen van de nazi-staat, bezweken velen voor de eenvoudigste en grootste verleiding: om niet te berusten, maar over te lopen.

Ze sloten een pact met de duivel. Zo behoorde je niet langer tot de gevangenen en vervolgden, maar tot de overwinnaars en vervolgers.

Het tweede grote gevaar dat Haffner in zijn boek beschrijft is verbittering, de masochistische overgave aan haat, leed en grenzeloos pessimisme. Hij noemt dit verliezersgedrag. Als alles verloren lijkt dan maar helemaal en voor altijd opgeven. En jezelf en de wereld met een krachteloze onverschilligheid, die aan bereidwilligheid grenst aan de duivel toevertrouwen; om fier en kwaad moreel zelfmoord te plegen.

Als laatste verleiding noemt Haffner de wil om tegen alles in vast te houden om goedmoedig, verdraagzaam, vriendelijk en aardig te blijven. Voor deze laatste verleiding was Haffner zelf erg gevoelig. Maar hoe moet je haat en leed vermijden, als dat wat die haat en leed veroorzaakt, iedere dag weer opnieuw op je afstormt? Dat kan alleen door te negeren, weg te kijken, je af te sluiten. Je verliest daardoor uiteindelijk wel alle gevoel voor realiteit.

Het verhaal van een Duitser breekt ergens in de zomer van 1933 af. Graag zou ik verder hebben willen lezen over het ongelijke duel tussen Haffner en de nazi-staat en hoe het komt dat Haffner zijn kleine politieke biografie niet voltooide. Dit alles licht Uwe Soukup heel summier toe in zijn nawoord. Hij vertelt dat Haffner in de zomer van 1938 vlucht naar Engeland. Dat is het moment dat Haffner inziet dat er in het Duitsland door Nazi´s bestuurd voor hem geen plaats meer is. Terwijl hij in 1939 aan zijn kleine politieke biografie schrijft, vallen Duitse troepen Polen binnen. De Tweede Wereldoorlog is een feit geworden. En daarmee realiseert Haffner zich ook dat 1939 niet bepaald een geschikt jaar is voor zijn persoonlijk verhaal. Nu, meer dan zestig jaar later, blijft het verhaal van Haffner je als lezer boeien. Dat komt vooral door zijn scherpzinnigheid en observatievermogen.

M.W. de Mik-van der Waal

Sebastian Haffner, Het verhaal van een Duitser 1914-1933, Metz&Schilt